De Nutsspaarbank
Door Cees Benit
Nu de Nutsspaarbank, in het vervolg kortweg Nuts, na circa honderdvijftig jaar uit het dorpsbeeld is verdwenen lijkt het mij wel aardig om in deze uitgave van de Stichting Hoochhoutwout daar aandacht aan te besteden.
In 1946 ben ik als commissaris bij de Nuts gekomen en in 1984 heb ik afscheid genomen. Van de eerste honderd jaar is mij niet veel bekend, wel weet ik dat de schoolspaarbanken de voedingsbronnen waren van de Nuts. De hoofden van de openbare scholen van Hoogwoud, Aartswoud, de Weere en de Langereis waren commissaris, met daarbij nog twee notabelen uit de gemeente, waarvan er een als voorzitter fungeerde.
De Nutsspaarbank was een stichting met alleen maar inleggers. Een ledenvergadering was er niet en dus ook geen notulen. In de boekhouding stond wel het een en ander vermeld. De jaarrekening moest in de beginjaren bij het departement Hoogwoud van het Nut worden ingeleverd ter goedkeuring. Jarenlang hebben meester Oepkes van Hoogwoud, Van Ree van Aartswoud, van der Wiel uit de Weere en Verhoeven van de Langereis een stempel op de Nutsspaarbank gedrukt.
Het hoofd van de school in Hoogwoud was de boekhouder. Het hoofd van de school in Aartswoud de contraboekhouder. Er werd gewerkt met een kaartsysteem, iedere commissaris had kaarten voor zijn werkgebied. De boekhouder en contraboekhouder hadden kaarten van alle inleggers. Vier maal per jaar was er een kwartaalvergadering. Een week daarvoor moesten de mutaties op de kaarten van de commissarissen worden ingeleverd bij de boekhouder en contraboekhouder en op de kwartaalvergadering werd alles gecontroleerd. Door de spaarbankbond waar we bij waren aangesloten werd ook ieder jaar controle uitgevoerd. Op de kwartaalvergadering op zaterdag van drie tot vijf uur, werden in de beginjaren ook gelden ingelegd door spaarders; ook rente betalen en aflossing was toen mogelijk. Toen ik als commissaris werd benoemd, was dat al verleden tijd.
In 1946 werd ik als commissaris gevraagd als vervanger van Dokter Pool senior. De openbare school aan de Langereis was opgeheven; de openbare school in Hoogwoud had leerlingen te kort en zou een eenmansschool worden. De school aan de Langereis werd gezamenlijk door Hoogwoud en Nieuwe Niedorp gefinancierd. Hoogwoud wilde de school opheffen maar Nieuwe Niedorp niet. De leerlingen van de Westerboekelweg, Langereis en Lagehoek moesten in Hoogwoud naar school, dat gaf opstand. Uiteindelijk werd de school een jaar of wat later toch opgeheven. De overgebleven leerlingen, ook uit de gemeente Hoogwoud, gingen naar Nieuwe Niedorp naar school. Ook de schoolspaarbank was weg en de kaarten van de Langereis gingen naar Hoogwoud. Na mijn benoeming kwamen de kaarten van de Langereis naar mij, het was een dun bosje maar geleidelijk aan werd het dikker. Onze vijf kinderen en vele anderen kwamen erbij, die van school afkwamen bleven bij mij sparen en zelfs kleinkinderen spaarden bij de Nutsspaarbank. De school van de Weere was ook opgeheven en Klaas Braak had de kaarten van de Weere in bezit.
Op de eerste kwartaalvergadering van mij waren meester Oepkes en Dekker aanwezig met de heren K. Braak, J. Glas Gz en K. Helder. Vreemd was dat drie van de commissarissen ook bestuurslid van de Boerenleenbank waren. Dit was historisch zo gegroeid en in Hoogwoud bestond een ongeschreven wet: de groten waren voor de Boerenleenbank en de Nuts kreeg de kleine spaarders. Tot het einde waren we uitsluitend spaarbank maar daarover later meer.
De kwartaalvergaderingen vonden plaats in café de Eendracht, nu Het Witte Huis. Daar zaten we in de kamer en daar stond ook een brandkast van de Nuts. Voorzitter Braak had die brandkast gekocht van Mozes Knap op de jodenmarkt in Amsterdam. Het was een bijzondere brandkast met zes sleutels. Een grote zware voor de eerste deur en daarachter zat nog een deur met vijf vakjes. Elke commissaris had daarvan een sleutel in beheer, dus bij de kwartaalvergadering moest iedereen aanwezig zijn, want anders kon de kast niet open en ging het feest niet door. In de brandkast lagen de waardepapieren, aandelen en effecten, een rieten mandje met wat kleingeld en een oude roestige schaar. Als jongste mocht ik de coupons van de aandelen afknippen die inwisselbaar waren. De aandelen waren van vrij dik karton, ik kwam altijd met zere vingers thuis.
De Nutsspaarbank zoals hij in de Burgemeester Hoogenboomlaan was te zien tussen 1978 en 1981.
Inleggers kwamen er niet meer, maar tegen vijf uur kwam notaris De Boer altijd op bezoek met rente en aflossing van zijn klanten. Hij hield jarenlang ook zitting in Medemblik en velen uit Medemblik en omgeving kwamen jarenlang bij de Nuts nog voor. Om vijf uur was er pauze en dan speelde notaris De Boer een spelletje biljart of kaart met ons mee. De hospes maakte een broodtafel klaar, dat was altijd een gezellige onderbreking. Na zeven uur werden de besprekingen voortgezet tot iedereen voldaan was.
De eerste jaren waren de boekjes met uitbetaling aan toonder. De boekhouder had nooit grote bedragen in huis. Bij de Nederlandsche Bank in Alkmaar had de Nuts een rekening en daar moest dan geld worden gehaald. Jan Glas Gz. kwam voor Aurora alle vrijdagen op de kaasmarkt en ging zo nodig hij de Nederlandsche Bank langs. Slechts enkele jaren heb ik in het café de kwartaalvergadering meegemaakt, een aparte kamer was niet meer beschikbaar. De kwartaalvergaderingen werden nu bij de commissarissen thuis gehouden. Dat de toonder enkele dagen moest wachten had ook voordelen: het is gebeurd dat iemand kwam met een boekje van een oude overleden tante en bij navraag bleek dat niet in orde te zijn. De Nuts betaalde altijd een goede rente want veel werd pro deo gedaan.
Bij het verstrekken van hypotheken kregen trouwe spaarders soms voorrang en bij het afsluiten werd nooit een cent provisie betaald. De laatste jaren dat in Hoogwoud werd gebouwd kwamen er ook vaak mensen die elders bij de Nuts waren, maar omdat wij alleen spaarbank waren en geen diensten verleenden, moest er verandering komen en van de Nutsspaarbankbond wilden ze dat we gingen fuseren met de bank in Middenbeemster, dat zagen we niet zitten. In die tijd was er sprake van dat de Boerenleenbanken een en twee wilden fuseren, de besturen waren het eens. Onze voorzitter J. Glas Gz. kwam op zekere dag bij me en zei: `Zou het nu geen tijd zijn ook daar bij aan te sluiten?' In de volgende kwartaalvergadering werd dat goedgekeurd. Maar toen de Algemene vergadering haar fiat moest geven kwam Aartswoud in het geweer en de fusie werd afgestemd.
De Nutsspaarbank stelde steeds hogere eisen en ons eigen vermogen was te klein waardoor we onze zelfstandigheid moesten prijs geven. Inmiddels was er in het bestuur verandering gekomen, ook middenstanders werden commissaris. Op een voorstel van Jan Davidzon, om met de Nuts van Winkel te fuseren, werd daartoe besloten. Dat ging op een plezierige wijze en zo kregen we een bijkantoor in Hoogwoud. Van Jan de Vos, die in de Burgemeester Hoogenboomlaan een pand gekocht had, werd vanaf 1978 een gedeelte gehuurd waar voor de Nutsspaarders een volledig pakket van dienstverlening beschikbaar was. Daarna kwam na zeker honderdveertig jaar het einde van de spaarbank en daarmee ging een stukje folklore in Hoogwoud verdwijnen.
Van het bijkantoor in Hoogwoud werd Bets de Boer beheerster, zij was voor iedereen een vraagbaak en het beleggersbedrag groeide gestaag. Het bijkantoor
groeide uit haar jas. Ook Jan de Vos had ruimte te kort, maar nadat die zijn huidige zaak kocht nam de Nutsspaarbank het in 1981 geheel over. De concentratie zette door en steeds weer gingen banken samen. Met de komst van de V.S.B.-bank in 1996 is naar mijn gevoel het einde van de Nutsspaarbank in Hoogwoud gekomen.
Na deze wetenswaardigheden nog wat andere wetensaardigheden die mij van de Nutsspaarbank zijn bijgebleven. Toen de openbare school aan de Oosterboekelweg in De Weere werd opgeheven kregen meester V.d. Wiel en juf. De Boer ontslag en werd de school verkocht. Klaas Braak, commissaris van de Nuts, werd eigenaar. En bij boer Braak werd de school een varkenshok. In feite veranderde er niet veel, er zaten weer biggen in de oude school.
Een paar maal heeft u gelezen dat ik het over de ongeschreven wet had. In de tijd dat C. Kuiper van de Pade voorzitter van de Boerenleenbank was zei hij: 'Ik ben de naam van Cees Benit eens tegengekomen, waaruit bleek dat je die ongeschreven wet niet hoog in het vaandel had'. Ik vroeg om opheldering; Kuiper zei: 'Je buurman heeft bij ons zijn hypotheek afgelost omdat hij bij de Nutsspaarbank voordeliger uit was. Bij navraag bleek dat hij bij een bank elders was aangesloten en ik heb jouw naam genoemd om er vanaf te wezen'.
Door het verenigingsleven was ik vaak 's avonds weg en het is voorgekomen dat een spaarder 's avonds geld kwam halen want daags daarna ging hij met vakantie. Onze wekker stond op vijf uur, maar de volgende morgen wekte hij me om halfvijf. Moeder zei: 'Er komt iemand geld halen om half vijf', dus zat ik al vroeg op kantoor. Over kantoor gesproken, er werd gebeld en een meneer van de spaarbankbond vroeg: 'zit meneer Benit op zijn kantoor' Het was 's middags na vieren en ik was te melken. Mijn vrouw zei: Nee, die is het land in. Zei die meneer: '0, is hij met vakantie?' Ze heeft de hoorn maar op de haak gelegd en was niet in staat zonder te lachen iets te zeggen.
Nadat J. Glas Gz. naar Bergen ging te wonen werd ik voorzitter van de Nuts. Wanneer meester Dekker geld nodig had, nam Glas dat altijd mee. Als bestuurslid van Aurora ging hij altijd vrijdags naar de kaasmarkt in Alkmaar en ging dan even bij de Nederlandsche Bank langs, daarvoor kreeg hij een vergoeding van vijf gulden. Als voorzitter werd ik gebeld door meester Dekker als hij geld nodig had. Ook midden in de hooitijd, als het druk was, reed ik tussen de bedrijven door naar Alkmaar. Daar was ik dan zeker twee uur voor bezig en kreeg daarvoor ook vijf gulden. Het waren geen grote bedragen, meestal van vier cijfers en een enkele maal vijf cijfers. Ik denk wel eens: als ik dit nu moest doen was mijn waarde transport levensgevaarlijk.
De eerste gevallen van bankovervallen las je enkele jaren geleden in de krant. Een mevrouw uit Hoogwoud had dat ook gelezen. Bij de bank stonden twee heren en de deur die was nog vast. Ik begreep dat niet want die mevrouw was op de fiets langs ons gegaan. Even later kwam ze op de fiets aan, vanaf de richting Lindeboom, en zei: 'Neem me niet kwalijk, ik moest naar het postkantoor en werd daar opgehouden' We gingen naar binnen en nadat zij de twee heren had geholpen ging ik naar binnen naar de balie. Ze zei: 'Meneer Benit, dat van het postkantoor was niet waar. Ik kende die heren niet en durfde niet naar binnen te gaan.'
In de maand januari bleef ik overdag bij huis want dan kwamen de spaarders om rente te laten bijschrijven. Niet allemaal, van de meesten schreef ik de rente bij als ze kwamen inleggen of halen. Enkelen kwamen steevast tegen tienen, dronken een kopje mee en rond etenstijd stapten ze weer op. Heel gezellig en ze werden als huisvrienden beschouwd. Er werd gesproken over lief en leed, want ieders leven heeft ook een eb en vloed.
De heer Porte (rechts) en Cees Benit (links) tijdens de huldiging van zijn dertigjarig Nustspaarbank jubileum.
Tijdens een etentje werden meester Dekker en ikzelf gehuldigd bij hun dertigjarig Nutsspaarbankjubileum door de voorzitter van de Nutsspaarbank Winkel, de heer Porte. Er waren cadeaux, onder andere de Gouden Speld met de S van Spaarbank erop. Tot mijn laatste ademtocht blijf ik dat speldje dragen en bewaar heel fijne herinneringen aan de Nutsspaarbank Hoogwoud.