Stichting Hoochhoutwout biedt u het heden en het verleden van de (vroegere) gemeente Hoogwoud (Hoogwoud, Aartswoud, De Langereis, De Gouwe, De Weere). De Stichting Hoochhoutwout heeft als doelstelling om de (vroegere) gemeente Hoogwoud in al haar facetten te belichten.

Aafje Zweet (1902 – 1990)

Door Cees Modder

De ouders van Aafje Zweet hadden een bakkerij op Aartswoud in de Schoolstraat naast de Pastorie. Toen stond overigens het kruidenierswinkeltje van Pijper nog tussen de pastorie en de bakkerij, maar dit pand is nu verdwenen. Haar moeder was al enige jaren ziek en werd verpleegd in 'Duin en Bosch' te Bakkum. Toen Aafje 23-jaar was waren haar beide ouders al overleden. Aafje had nog een zusje van zeven jaar en stond dus alleen voor de opvoeding van haar zusje Marie.

 Links op de foto zien we het huis waarin de bakkerij van de
ouders van Aafje en Marie Zweet gevestigd was. Op deze foto 
is de bakkerij al verbouwd. In het achterdeel van het huis
rechts op de foto was de winkel van Aafje Zweet. Het voorste
deel was de manufacturen van Baron-Stapel.

Toen ze alleen kwamen te staan zijn ze in het huis naast de bakkerij gaan wonen, dit huis werd in tweeën bewoond. Het voorste deel was de manufacturen van Baron-Stapel. Het achterste gedeelte werd dus voor de zusjes. Om in een inkomen te voorzien had Aafje in het begin diverse werkhuisjes waar ze voornamelijk naai- en verstelwerkzaamheden verrichtte, want ze was goed met naald en draad. Daarnaast kreeg ze een bijdrage van de diaconie van de Hervormde Kerk van Aartswoud. Aafje ging in de jaren '29-'31 naar een cursus handvaardigheid bij het instituut 'Tip-Top' te Hoorn en behaalde daar met goede resultaten diverse diploma's. Ze begon naailessen te geven, ook aan scholen met medewerking van de Nederlands Hervormde Kerken van Aartswoud en Hoogwoud. De lessen werden gehouden in de consistoriekamers van die kerken. Dit drie maanden in Aartswoud en dan drie maanden in Hoogwoud. Eerlijk verdeeld dus.

De manufacturenwinkel aan de voorkant van het huis liep in die tijd niet zo goed. Aafje begon zelf een manufacturenhandeltje. Wilden de mensen iets bij haar kopen, dan werd dat door Aafje vanuit Hoorn gehaald of ze bestelde het via de vrachtman. Geld was er niet, dus er moest gelijk afgerekend worden. Op die manier ging de zaak toch vooruit. Het winkeltje werd gevestigd in haar portaaltje van ± 1.80 m. bij 1,80 m., waar ook nog een losse trap stond naar de zolder, er werden planken en een toonbank gemaakt. Op die planken kwam een voorraadje werkkleding en ondergoed. Het ondergoed was altijd in bruin pakpapier verpakt, dit om verkleuring van die kleding tegen te gaan, want verkleurde kleding moest je anders voor een mindere prijs verkopen en dat kon de bruin niet trekken. Op de toonbank kwam een ladekastje te staan voor naalden en de vele soorten garen.

Ondertussen was de manufacturenwinkel aan de voorkant (toen Chr. Hoogerwerf-Stapel) ook beter geworden, maar Aafje had een vaste klantenkring opgebouwd en die bleven komen voor diverse artikelen naar "t Winkeltje van Aafie' zoals het in de dorpsmond werd genoemd. Zo wist Aafje het hoofd boven water te houden voor haar en haar zusje Marie. Als je terug kijkt hoe het vroeger ging en veelal moest, dan krijg je wel bewondering voor mensen als

AAFJE ZWEET

Aafje Zweet met op de voorgrond haar zusje Marie.

 Website designed and build by

deanluma logo shade xsmall