Stichting Hoochhoutwout biedt u het heden en het verleden van de (vroegere) gemeente Hoogwoud (Hoogwoud, Aartswoud, De Langereis, De Gouwe, De Weere). De Stichting Hoochhoutwout heeft als doelstelling om de (vroegere) gemeente Hoogwoud in al haar facetten te belichten.

Bij een kerk is er werk

Door Bep de Haan

Deze gedachte moeten ondernemers hebben gehad, toen zij met hun ‘nering’ tegenover de Rooms Katholieke kerk van Hoogwoud neerstreken. En dat was natuurlijk ook wel begrijpelijk, in het licht gezien van die tijd. De gelovige mens (met name de vrouw) ging bijna dagelijks naar de kerk en deed daarna dikwijls haar inkopen. Wie waren die neringdoenden dan toch, daar tegenover die R.K. kerk? Onder welke naam waren ze bekend, wat verkochten zij en in welk jaar zijn ze daar begonnen?

Textielzaal Swan

Cornelis (Cees) Swan, werd op 5 november 1873 geboren in Blokker als boerenzoon. Hij ontmoette op huwbare leeftijd Bernardina Stockman, zij woonde in De Weere en was geboren in 1872. Haar ouders bezaten een textielzaak in dat dorp en waren verwant aan de Brenninkmeijers, heel bekend onder de naam C&A (Cornelis en Antoon). Bernardina was dus van huis uit bekent met het ondernemen en vertrouwt met de goederen die thuis horen in een textielwinkel.

Cees Swan en Bernardina Swan-Stockman

Cees Swan kocht in 1903 een boerderij, gelegen recht tegenover de R.K. kerk van Hoogwoud aan het Zuideinde D8 (nu Herenweg 12). De boerderij deed tot 1903 dienst als notariskantoor met wachtkamer. De notaris woonde aan de overkant in het huis wat thans bewoond wordt door de familie C. Schilder. Het kantoor werd verbouwd tot een manufacturenwinkel en zo begonnen Cees en Bernardina hun eigen bedrijf. Op de koestallen, waar voorheen de koeien stonden, kwamen er rollen baai, onderbroeken, pakken kapok en de sluve zwarte sajet te liggen. Als boerenzoon moet het middenstandsleven voor Cees toch een hele omslag zijn geweest. Nu geen zorgen voor het vee, maar dienstbaar zijn naar de klant, want dat stond altijd hoog in het vaandel. Dat het in die jaren geen vetpot was, blijkt uit een rekening van januari 1907 van de heer J. Veldboer waarin deze vermeldt, dat de heer C. Swan hem fl.6.45 schuldig is en er op 10 december nog fl.3, - open staat. Het blijft moeizaam gaan, want op 1 februari 1920 schrijft de heer Swan een sollicitatiebrief aan de gemeente Hoogwoud voor de betrekking als administrateur van het elektrische bedrijf binnen de gemeente.

50 jaar Swan

In een bewaard gebleven krantenknipsel met een artikel ter gelegenheid van het 50 jarig bestaan van de Firma Swan, schrijft een verslaggever dat de heer Cees Swan vroeger op pad ging met een paard en witte huifkar. In nog vroegere jaren ging hij lopende op pad met een kist met staaltjes. Niet alleen in Hoogwoud maar ook ver daar buiten. Al lezende in het inkoopboek van de heer Cees Swan, ben je verbaasd over al die luxeartikelen die er in 1905 staan vermeld. Stoffen als moher, fluweel en damast werden ingekocht, maar ook mantels en japonnen en kinderjurkjes bij de Firma Holthuis Amsterdam. Kappenkant en tule komen bij B.de Wolf uit Antwerpen vandaan. Ook de dagelijkse dingen worden besteld zoals: katoenen lijfjes, hemd-rokken, boezelaars, nachtjakken, mouwschorten, boezeroens, manchester broeken en papieren manchetten. Maar ook beddenkwasten, karpetten, lopers, watten dekens en wiegendekentjes. Hieruit kunnen we opmaken dat er op het platteland rond 1910 veel luxe goederen en stoffen konden worden gekocht.

Leo met zijn vader Cees Swan voor de manufacturen zaak.

Het gezin Swan

Cees Swan, en Bernardina Stockman kregen twee kinderen, als eerste een dochter Martha Anna (geboren 28 september 1907 - overleden 8 september 1968). Als tweede een zoon: Leonardus Johannes (geboren 2 mei 1909 - overleden 9 november 1974). Cees en Bernardina Swan nemen later Nelie Beemster in huis. Zij was een nichtje en had geen ouders meer. In vroegere jaren was het heel gebruikelijk om een familielid, als ware het een eigen kind in huis te nemen, wanneer deze wees of half wees was geworden. Men noemde zo iemand dan een ‘thuishaalder’.

Martha trouwt met Heddes van bouwbedrijf Heddes uit Berkhout. Zoon Leo ging als 12 jarige naar Nijmegen om daar voor priester te studeren en was de trots van zijn ouders. Maar na 7 jaren brak hij zijn studie af en kwam hij voorgoed weer terug in het ouderlijke nest. Voor zijn ouders was dat een grote teleurstelling, maar vader Swan was kort en zakelijk en zei: ‘Leo, hier is een fiets en een koffer met handel en gaan de boer maar op, want er moet wel verdiend worden, zin of geen zin’. Heel graag had Leo een andere studie willen doen, maar in die jaren werd er niet gevraagd wat je graag wilde, er werd voor je beslist.

Waarmee ging hij langs de huizen?

En zo trok hij op 19 jarige leeftijd met een transportfiets langs de huizen om zijn spullen aan de man (vrouw) te brengen. In die jaren werd er door de huisvrouw heel veel kleding zelf gemaakt en daar speelde de lappiespoep goed op in. (De mensen die langs de weg lappen stof verkochten en kledingstukken, werden zo genoemd en dus kreeg Leo ook de naam van ‘Poep Swan’.) Als huisvrouw kwam men in die tijd heel weinig de deur uit en werd alles thuis gebracht. De lappiespoep kwam met flanel en katoen per meter aan de deur. Daar werden dan weer nachtponnetjes en pyjama`s van gemaakt. Maar ze verkochten ook zwarte wol voor het breien van sokken en natuurlijk garen, band en knopen. Ondergoed werd er ook bij ze gekocht en vooral veel werkkleding. Het grootste deel van de mannelijke bevolking was werkzaam in een bedrijfstak waarin ieder zijn eigen werkkleding had. Of je nou boer, bouwer, schilder, timmerman of bakker was, je was herkenbaar aan je kleding.

In oktober 1939 trouwde Leo Swan met Agata Borst uit Obdam. Zij namen de zaak over en gingen wonen in het ouderlijke huis, waarin Cees Swan samen met Nelie Beemster ook nog een gedeelte bleven bewonen. Bernardina Stokman was op 14 juni 1938 overleden. En zo begon er een nieuwe fase bij de familie Swan en startte het jonge paar vol energie aan een nieuw leven. Maar toen brak de oorlog uit, kwam alles op de bon en was het heel moeilijk om nog aan spullen te komen. Leo had in de loop der jaren een goede klantenkring opgebouwd in de Wieringermeer en zo had de fam. Swan de hele oorlog door voldoende te eten, want er was altijd wel wat te ruilen. Na de onderwaterzetting van de Wieringemeer moest daar alles weer worden opgebouwd en ingericht en kon er een goede boterham verdiend worden. De slagzin: ‘van goed van Swan kan je op an’ klinkt bij veel Hoogwouders nog heel bekend in de oren.

De jonge Leo Swan zoals je hem door de dorpen zag gaan.

Oranje hotel

Van 26 augustus 1944 tot 8 september 1944 heeft Leo Swan in het Oranje hotel gevangen gezeten. Naar aanleiding van het verraad op het distributiekantoor in Spanbroek werden diverse mensen opgepakt en de mannelijke personeelsleden werden naar Scheveningen overgebracht. Meer hierover in onze uitgave Herinneringen aan de bezettingstijd uit 1995. In het gedenkboek van het oranje hotel staat een stukje beschreven over de belevenissen waarmee de vrijgelaten gevangenen te maken kregen. Zo schrijft Leo Swan: Dien nacht hebben we met 8 man, omdat ons geen andere keus overbleef, in een obscuur huis overnacht. De aanwezige dames uitten hun teleurstelling, dat ze met zoveel mannen in huis nog ongezoend naar bed moesten. Geen van ons had namelijk een kennis in de nabijheid van de tramhalte en daar het tegen 8 liep en er ook geen hotel in de buurt was, waren we wel genoodzaakt de vriendelijke uitnodiging van een ‘mijnheer’, die een paar dagen had gezeten wegens beleediging van de Duitschers, aan te nemen. Op deze manier heeft het bestaan, dat er een Rozenhoedje gebeden is in een hoerenkast, want alle katholieken onder ons, konden dat niet nalaten en door de niet-katholieken werd ons gehele avondgebed in vol maakte stilte aangehoord. Geve God dat die geest en die gesteltenis onder de menschen mag blijven doorwerken. ’s Morgens om 6 uur slopen we de deur, die netjes op tijd ontsloten was, weer uit en bracht de eerste trein ons terug naar het Noorden.

Na de oorlog

In 1945 trouwt Nelie Beemster met Jan Niele, die koster is van de katholieke kerk en die zijn vrouw aan de ziekte T.B.C heeft verloren. De familie Niele woont naast Swan en zo gaat Opa Swan dagelijks eten bij zijn thuishaalder. Dochter Mariët Swan kan zich haar kinderjaren nog heel goed herinneren en vertelt dat zij bij tante Nelie wel eens helpen mocht. Ze kreeg dan een mooi wit schortje voor en mocht dan de botervlootjes mooi versieren. Die werden op de mooi gedekte tafel geplaatst wanneer er een uitvaart of bruiloft was in het parochiehuis. Opa Cees Swan overlijdt op 2 september 1954.

De verbouwing van de winkel

In 1960 vindt er een verbouwing van de winkel plaats en deze wordt door Burgemeester Breebaart heel plechtig geopend. Inmiddels werkt ook de oudste dochter Dineke mee in de zaak en heeft het baaie hemd plaatsgemaakt voor modern ondergoed en niet te vergeten de korsetten. Wie kent nog de reclame kreet van toen: ‘Ik wed, ik wed, zij draagt een Camp korset!’? Deze korsetten werden door Mevr. Swan aangemeten en later ook (zo nodig) hersteld. In die tijd werden heel dikwijls nog ouwe veren bedden van nieuwe taek voorzien, of van een groot bed een driedelig bed gemaakt, heel vies werk was dit. Dat stoppen van die bedden gebeurde buiten, mevr Swan had dan een wit jasschort aan, een hoofddoek om, een mondkapje voor en was dan niet aanspreekbaar voor haar kinderen.

Leo Swan, zijn vrouw Agatha Swan-Borst en dochter Dineke in de pas verbouwde winkel.

Dochter Mariët

Hoe dit alles als kind is beleefd, daarover laat ik graag dochter Mariët aan het woord. Iedere morgen was er een H.Mis in de kerk. Na afloop kwamen de klanten in de winkel en werden dan door een van de kinderen van thee voorzien. Dat was bij de klant natuurlijk heel welkom, want men at of dronk niets voor men naar de kerk ging, je was dan nog helemaal nuchter. Het gebeurde ook wel dat er s`middags om zes uur nog steeds een klant in de winkel bleef staan praten, een van de kinderen kreeg dan de opdracht heel luid alle kinderen aan tafel te roepen voor het eten, de klant begreep dan wel de stille wenk en vertrok. Het gebeurde ook wel dat vader Leo naar de winkel ging om een klant te hel pen, maar dan weer naar de kamer kwam en met een ondeugende lach op zijn gezicht vroeg of zijn vrouw of dochter deze klant wilden helpen, dan ging het steevast over damesverband of damesondergoed. Zoiets is nu ondenkbaar met alle openlijke reclame op de T.V. over inlegkruisjes, maar in die tijd wilde men dat liever niet met een man bespreken.

In de etalage de bekende Camp-corsetten.

Sinterklaas, Bruiden en a.s. moeders

In november was en is er altijd Veertigurengebed en kwamen er heel veel mensen naar de kerk. Na afloop bezochten ze de winkel voor de Sinterklaas-inkopen. In de huiskamer stond er een sinterklaastafel en had men ruime keus. Heel gezellig was dat. Toekomstige bruiden en a.s. moeders werden in de huiskamer ontvangen en kregen een gastvrij onthaal. Bruiden kochten dan bed en tafellinnen, hand- en theedoeken en van alles 24 stuks. Jonge moeders kochten de hele babyuitzet dikwijls gelijk: luiers, kleertjes en wiegenstelletjes.

Maar ook bij overlijden had men Swan nodig. Koster Jan Niele kwam soms midden in de nacht om een doodshemd. Voor de katholieken moest er dan een kruis op worden genaaid en voor de niet-katholieken een rozet van lint. Deze hemden waren van achteren open en werden bewaard in blauw papier in een doos op zolder. Als kind had het altijd iets geheimzinnigs.

In het voorjaar, wanneer de grote schoonmaak zich aandiende, was het een tijd van omzet maken. Veel klanten wilden dan een nieuw karpet, nieuwe gordijnen of nieuwe stoelen, tenslotte moet het van de omzet komen!

Leo Swan pakt zijn handel in de koffers om vervolgens zijn
ronde langs zijn klanten te gaan maken.

Mariët over haar vader

Vader was niet zakelijk ingesteld, was meer een studiebol. Maar met volledige inzet en liefde heeft hij zijn werk gedaan, maar dit vak was beslist niet zijn eerste keus. Iedere morgen ging hij om half tien met een auto volgeladen naar de klanten toe. Dikwijls had hij voor zijn klant ook tijd voor een praatje over kerk of politiek. Hij had een veelzijdige belangstelling, maar onderwerpen als auto`s of voetbal waren niet aan hem besteed. Wanneer hij ‘s avonds weer thuis kwam, had hij dikwijls niet veel verkocht maar verhalen waren er des te meer. Veel krediet gaf hij zijn klanten, en na zijn overlijden kwam er nog menig klant zijn schuld aflossen.

Dochter Dineke aan het woord

Het grenzeloze geven van krediet was de service dat wij als bedrijf jarenlang gaven. Naar mijn idee fietste ik elke week vele kilometers om kwartjes op te halen, die dan weer van de rekening konden worden afgeschreven. En dan nog gebeurde het veelvuldig dat er mensen de wc in doken wanneer zij mij zagen aankomen. De aanloop van veel vertegenwoordigers bij hen in de huiskamer is haar ook goed bij gebleven. Naar gelang het uur van de dag, werden ze onthaald op koffie, soep of brood. Door ons kinderen werden deze bezoeken toch nooit als inbreuk op het huiselijke leven gezien. Als kind werd je al jong een plichtbesef bij gebracht en dat is soms een voordeel, maar kan ook een nadeel in het leven zijn. Aldus een van de dochters.

Op 15 juni 1974 ging de winkel voorgoed dicht wegens ziekte van de man die liever een andere richting was gegaan. Hij is gestorven op 9 november 1974.

Arie van Duin, fietsenhersteller en verkoper

Het was een tijd, waarin de kerk nog in het middelpunt stond van het rijke Roomse leven en waarin dagelijks nog veel mensen de kerk bezochten. En die kwamen……….op de fiets.

Arie van Duin vestigde zich in 1929 als zelfstandig rijwielhersteller aan het Zuideinde D 9 ‘skuin tegenover’ de R.K. kerk van Hoogwoud (nu Herenweg14). Hij was de zoon van Nicolaas van Duin (1876-1953) en van Cristina van Duin-Appel (1880-1961). Moeder van Duin beheerde een klein winkeltje tegenover de kerk. In de kerkherberg, waar later Jan Niele zijn schoenmakerij had. Nicolaas van Duin deed in verzekeringen, maar het gezin had helaas veel te kampen met de ziekten T.B.C. Het was een veel voorkomende ziekte in die jaren en er van genezen was bijna niet mogelijk. Twee dochters van de familie van Duin zijn eraan gestorven en de derde dochter (Tante Stien) heeft haar hele leven de gevolgen van haar ziekte moeten dragen.

Voor hun zoon Arie voorzagen ze dat zwaar werk voor hem op de duur niet haalbaar zou zijn. Het was ook de tijd dat de fiets in opkomst was en veel mensen op de fiets naar kerk en werk kwamen en zo ontstond er een nieuw vak: de fietsenmaker. Er werd een stuk grond gekocht, gelegen tussen de kruidenierszaak van Beemster en de winkel van Swan in. Nicolaas Vlaming kreeg in 1929 de opdracht om een bouwtekening te maken voor een woning met winkel en werkplaats. Het gezin van Duin-Appel gaat wonen in het nieuwe pand en Arie begint daar zijn fietsenhandel.

Het gezin van Duin-Hunting

Arie van Duin trouwde in 1935 met Marie Hunting en ging wonen bij de zaak. Zijn vader en Moeder lieten een nieuw huis bouwen in Obdam en vader Nicolaas ging daar verder in verzekeringen. Marie Hunting was geboren in de Achterhoek in het plaatsje Genderingen. De werkgelegenheid was daar slecht en daarom was ze samen met haar zus naar West-Friesland gekomen. Ze was als boerenmeid gaan werken bij Klaas Ursem aan het Noord-Einde in Hoogwoud en had zo Arie van Duin leren kennen. In de ogen van de fam. Hunting had hun Marie het gewoon gemaakt, `n man die een eigen zaak had en ook nog een nieuw huis, dan mag je van geluk spreken.

Hoera, er werd weer een baby geboren op 18 februari 1947. De klantenkring groeide, maar ook het gezin en zo werd er op 18 februari 1947 het negende kind, Joke, geboren. Maar het bijzondere was, dat er op die zelfde dag ook een prinsesje werd geboren, die Marijke werd genoemd (nu Cristina). Ook toen speelden het bedrijfsleven daar al goed op in en naar aanleiding van de geboorte van het prinsesje, werden er aan alle gelukkige ouders van Nederland die op 18 februari 1947 een baby hadden gekregen, een kinderwagen aangeboden, kompleet met matrasje en verdere toebehoren.

Vader en moeder van Duin met Nico en Theo boven. Wim, Siem en Jan midden. 
Voor Tiny, Gerard en Arie op de arm van vader. Deze foto werd genomen ter gelegenheid
van de geboorte van Joke. Zij werd namelijk geboren op dezelfde dag als prinses Marijke.

Ook kregen ze heel veel baby kleertjes cadeau en ook schoentjes. Zo vlak na de oorlog was het bijzonder moeilijk om aan kleertjes te komen, alles was nog op de bon, dus de spullen waren meer dan welkom. Voor Joke zelf was er een zilveren servetring met de Nederlandse Leeuw erop. Deze was geschonken door Prinses Juliana en Prins Bernard.

De moderne tijd breekt aan

Arie van Duin ging als zakenman met zijn tijd mee, dus bleef het niet alleen bij de verkoop van fietsen. Toen er na de oorlog centrifuges, bandrecorders en elektra op de markt kwamen, werd het assortiment uitgebreid. De winkel moest wel worden uitgebreid en zo kwam er bij de gemeente Hoogwoud een verzoek binnen, op 29 augustus 1962, om tot uitbreiding over te gaan voor meer etalageruimte. Het werk werd uitgevoerd door de Gebr. De Boer uit Hoogwoud. Op 17 oktober 1962, ‘s middags om drie uur, vond de opening plaats door Burgemeester Breebaart. Hoe groot het assortiment was dat werd aangeboden, kan u lezen op de openingsfolder van toen.

Winkelopening in 1962 door burgemeester Breebaart samen met Jos van Duin.

De benzinepomp

Wanneer er in de jaren 60 al meer mensen zich een auto of brommer aanschaffen, komt er een benzinepomp voor het huis te staan van het merk Pam. Arie van Duin kreeg de kans om benzine te gaan verkopen en zag dit als een goede investering naar de toekomst. Het gezin telde inmiddels dertien kinderen, waarvan elf jongens. Het was een volle boel daar in het huis van de familie, want ook de nieuwe fietsen moesten een goed onderkomen hebben. De bovenverdieping stond niet alleen vol met bedden, maar ook met ingepakte fietsen.

Schoolkinderen waren ook klanten

De R.K. lagere school stond ook aan de overzijde van de kerk en wel op Herenweg 6. In de jaren vijftig en zestig kwam er dagelijks heel veel schooljeugd op de fiets naar school. Wanneer er een band lek was of de ketting was er af of het achterlicht had het begeven, je zette dan je fiets neer in de steeg bij van Duin, vertelden wat er aan mankeerde en ging naar school. Na school was alles weer gerepareerd en kon je weer fietsende naar huis. En betalen……dat deed je niet, je liet het gewoon opschrijven. En al die kleine bedragen van `n paar dubbeltjes werden in het winkelboek geschreven en later op nota overgeschreven en die bedragen werden dan door een van de kinderen opgehaald bij de klant. Dochter Tinie zal zo heel wat kilometers gefietst hebben om de centen binnen te halen. Want het bleef een eeuwig gegeven, de klant is koning en als dochter van een middenstander moest er op jou gedrag ook niets aan te merken zijn.

Vader van Duin had de stille hoop, dat er toch wel een of twee zonen zouden zijn die het bedrijf wilden voortzetten. Wanneer een zoon de fietsen, brommers en benzinepomp overnam en de tweede handel zou gaan drijven in elektrische apparaten, dan liet hij toch een mooi levenswerk na. Maar het was alleen Wim die een deel van de branche overnam. Hij koos er voor om zich als zelfstandige fietsenmaker te vestigen in De Weere en kwam pas later weer naar Hoogwoud terug.

Vader Arie van Duin voor zijn winkel.

In 1969 kwam er voor Vader Arie de mogelijkheid om gebruik te maken van de sanering. Deze regeling was door der regering ingesteld om kleine zelfstandige ondernemers hun zaak of bedrijf te laten sluiten en daarvoor een maandelijkse vergoeding te verstrekken. Op deze wijze kwam er meer ruimte voor wat grotere ondernemers. Men mocht daarnaast wel gaan werken bij een ander, maar in jou pand mocht niet een ander gaan starten in die zelfde branche.

Van fietsenmaker naar bezorger en magazijnchef

Vader van Duin heeft de leesportefeuille nog enige jaren rondgebracht en daarna is hij tot aan zijn 65ste jaar als magazijnchef gaan werken bij de Firma Mens in Hoogwoud. In 1988 is het pand verkocht aan de Herenweg en kon het echtpaar van Duin-Hunting aan de Graaf Willemstraat rustiger gaan leven. Helaas voor vader Arie heeft dat maar zeven jaar mogen duren. Maar de rust die ze daar ondervonden was welverdiend. Voor de kinderen van Duin was het heel aangenaam om te merken, dat zij bij de familie Hunting in hoog aanzien bleven staan, want bij een logeerpartij moesten hun fietsen op een veilige plek staan, want zij waren kinderen van een zelfstandige ondernemer en daar werd met respect naar gekeken. Het doet goed dat de naam van Duin ook nu nog in ons dorp Hoogwoud verbonden is met brommers en scooters en dat er heel veel fietsen rijden met het naamplaatje Van Duin erop.

 

Hoogwoud en zijn Vivo-zaak

Jarenlang was er een kruidenierszaak gevestigd aan het Zuid Einde D 10 te Hoogwoud. Dirk Scholten was rond 1915 eigenaar en Beemster woonde er rond 1927. Na 1930 was het `t echtpaar Cor Mol en Rieka Verlaat die daar hun deuren opende en een Vivo-zaak begonnen (evenals Spar en Centra was ook Vivo onderdeel van een grote inkoopgroep).

Wie waren Cor Mol en Rieka Verlaat?

Cor was geboren in Onderdijker op 3 augustus 1900, waar zijn vader een bouwerij had. Zijn ouders verloor hij al op jonge leeftijd, maar heeft daarna een goed thuis gekregen bij zijn broer en schoonzus. Het leven op de bouw trok hem niet genoeg en toen hij later Rieka Verlaat leerde kennen besloten ze om samen een zaak te beginnen.

Rieka Verlaat was een slagersdochter en was op 21 oktober 1907 geboren in Sijbekarspel. Zij was een echte zakenvrouw en samen hebben ze het klein winkeltje wat het oorspronkelijk was, gemaakt tot een zaak waar van alles te koop was. Op de grote zolder lagen de klompen opgeborgen. Als kind vond je het daar heel geheimzinnig, wanneer je via een smal laddertje naar boven klom, om klompen te passen. Naast de gewone levensmiddelen en klompen verkochten ze ook serviesgoed en kerststallen.

Cor was altijd langs de weg en was zo een bekende verschijning, je zag hem gaan op zijn bakfiets, vriendelijk groetend naar de mensen die hij tegenkwam op zijn dagelijkse ronde. Wekelijks bezocht hij zijn klanten en kwam dan te ‘boôskippe vragen’ zoals men dat noemde. Veelal was het ’s ochtends rondvragen en s`middags de boodschappen bij de klant bezorgen. Hij stond bekend als een man die van kaarten hield en graag een geintje uithaalde. Het is voorgekomen, dat men zijn grote klompen vol goot met water, als hij bij de klant binnen de boodschappen aan het opschrijven was. Bekend is het verhaal, dat op een dag de boerderij van Siemen Rinkel aan de Langereis werd getroffen door blikseminslag. Cor Mol zat daar rustig te kaarten met Katrien en Siemen en hadden niet in de gaten dat de boerderij in brand stond.

Het Veertig-uren gebed en de Sinterklaastijd

Aan het einde van november was er alle jaren heel veel bedrijvigheid in de Vivo-zaak. Twee Sinterklaastafels stonden er uitgestald in de kamer, één met snoepgoed en één met speelgoed en spellen. Mevr. Pennekamp-Verlaat vertelde, dat zij als jongste zus van Rieka er drie weken lang ging helpen in die drukke tijd. Heel gezellig was dat. Vooral in de dagen van het veertig uren gebed, want dan werd de kerk vele keren per dag bezocht door de gelovige mens. Vooral s`avonds, na kerktijd, kwamen veel mensen hun inkopen voor de Sinterklaas doen.

Na afloop, wanneer de klanten naar huis waren, kwam meester Tulp dikwijls om nog even een kaartje te leggen. Maar wanneer het Rieka te laat werd en naar bed wilde, dan pakte ze de rozenkrans en begon te bidden en deed dan het licht uit. De anderen moesten dan wel mee bidden, maar zo gauw Rieka in de bedstee was gekropen, ontstak meester Tulp een paar peteroliestellen en hadden dan toch voldoende licht om de kaarten te kunnen onderscheiden.

Rieka Verlaat en Cor Mol voor hun Vivo zaak.

De grote verbouwing

In 1951 vindt er een grote verbouwing plaats en verdwijnen de bedsteden. Er komt een slaapkamer beneden en een keuken. Aan de voorzijde worden de twee kleine ramen vervangen door een groot raam en wordt de houten poepdoos vervangen door een modern watercloset. De keuken wordt in de moderne kleuren rood wit geschilderd en Rieka gaat koken op Buta-gas. Voor die tijd allemaal heel modern. Op de bovenverdieping komen er twee slaapkamers en een dakkapel. Al met al een hele verbetering en is het slapen in de bedstee voorgoed verleden tijd.

Gre de Laaf – van Gemert

Cor en Rieka hebben geen kinderen gekregen, terwijl dat wel een grote wens was. Met name van Cor. Maar in de hongerwinter kwam er een meisje van zeven jaar bij hen in huis. Haar naam was Greetje van Gemert en ze was geboren in Den Haag. Zij kwam met haar oudere zus naar Westfriesland toe om eten en hoopten dat in de Wierigemeer te vinden, door voedsel te ruilen voor linnengoed of sieraden. Ze mochten slapen op de Raphaelhoeve van de Familie van Diepen in Hoogwoud. Veel etenhalers mochten daar slapen en lagen dan met z`n allen achter de koeien op de koegang. Het gebeurde het op een nacht dat er een koe moest hoesten en alle koeienstront op Greetje neerkwam. Moeder van Diepen vond dat zo erg en zorgde dat Greetje de volgende nacht in huis kon slapen.

Op deze klassenfoto van de 6/7de klas van 31 juli 1951 zien we linksonder Gré van Gemert.
Verder zien we v.l.n.r. staand: Gre Rinkel, Afra Dekker, Tiny Rood, Jo Blauw, Marie Blauw,
Annie Bosman, Tiny Schouten, Agaat Bakker, Tiny Niele, Truus Schouten en Ida v.d. Bles.
Zittend: Gre van Gemert, Afra Dam, Willie Boots, Tonia Vriend en Tiny Groot.

Als verre buur hoorde Cor en Rieka daar van en boden onderdak aan dat Haagse meisje. Tien jaar is ze er gebleven, ging naar school in Hoogwoud, was lid van de Gidsen en volgden later V.G.L.O. onderwijs in Wognum. Afra Mooij-Dam was in die jaren haar vriendin en samen gingen ze naar de lagere school en naar de V.G.L.O in Wognum. Afra was soms wel eens jaloers op haar, want zij kreeg altijd een flesje appelsap mee: ‘En dat kreeg ik ze levense dagen nooit! Maar ik had ook wel meelij met haar, want Rieka vermaakte ouwe jurken van haar zelf voor Gre en dat vond ze vreselijk’. Ze was gek op ome Cor, maar was heel bang voor tante Rieka. Na tien jaar hield ze het voor gezien en ging weer terug naar Den Haag zonder afscheid te nemen van oom en tante. Veel verdriet heeft dat gegeven, naar beide kanten toe. Toen Cor op 6 september 1968 in het ziekenhuis overleed, kwam dat volgens zijn vrouw van verdriet, maar Gre was toen al 13 jaar weg uit Hoogwoud. Cor was de laatste periode van zijn leven niet helemaal meer gezond en was, zo als men dat noemt, de weg een beetje kwijt.

De verkoop van kerstkindjes

Na het overlijden van Cor, werd er door Rieka niet veel meer ingekocht en begon ze met uitverkoop van diverse spullen, waaronder kerstkindjes. Moeder Anne Mooij-Poland heeft ze allemaal opgekocht en pronken nu bij een van de kinderen of kleinkind van haar. Het zijn porseleinen kleine witte beeldjes, die momenteel niet meer te koop zijn. Tony Kaijer-Rood is nog in het bezit van een kerstgroep die door Moeder Kaijer is gekocht bij Cor Mol, en het prijsje zit nog steeds op de doos: fl. 5,50.

De Vivo-winkel voorgoed gesloten

Met de verkoop van kruidenierswaren die niet aan bederf onderhevig waren, ging Rieka door. De school was om de hoek en menig kind zal daar snoep hebben gekocht. Ook moesten schoolkinderen daar wel eens iets kopen in opdracht van een juf of meester. Maar bij het klimmen der jaren ging Rieka haar gezondheid achteruit en namen de klachten toe. Op een zondag kreeg zij een hartaanval en een weekendarts vertelde haar dat ze moest worden opgenomen in het ziekenhuis voor behandeling, maar zij weigerde beslist. Een korte tijd later trof Mevr. Klaver-Ligthart haar dood aan in huis en zo werd de winkel van Cor Mol en Rieka Verlaat voorgoed gesloten op 15 juli 1983. Haar bezittingen werden geschonken aan het Blinden-instituut. Dat was haar laatste wilsbeschikking.

Het pand is nu bekend onder Herenweg 16 en wordt bewoond door de Fam. D. Schouten.

 Website designed and build by

deanluma logo shade xsmall