Stichting Hoochhoutwout biedt u het heden en het verleden van de (vroegere) gemeente Hoogwoud (Hoogwoud, Aartswoud, De Langereis, De Gouwe, De Weere). De Stichting Hoochhoutwout heeft als doelstelling om de (vroegere) gemeente Hoogwoud in al haar facetten te belichten.

Het Noodziekenhuis

Door Gerard Appel

Al in het begin van de oorlog kwam de mogelijkheid voor een eigen ziekenhuis aan de orde. Vanwege de komst van de Amersfoortse evacués werd er rekening gehouden met het feit dat er ook een klein gedeelte van hen ziek of hulpbehoevend zou kunnen zijn. Na overleg met de zusters Ursulinen kwam er in hun zusterhuis enige ruimte beschikbaar voor de opvang van de zieke medemens. Het zustershuis wat er nu nog staat, maar nu bekend is als het ‘Vliercentrum’ staat aan de Spanbroekerweg 163 tegenover het huidige Frisia museum in Spanbroek. Nadat de evacués weer waren weggetrokken was de noodzaak voor een dergelijk noodziekenhuis verdwenen en de zusters vatten hun dagelijkse werkzaamheden weer op.

Een aantal van de zusters hadden de zorg voor het onderwijs van de zes klassen van de katholieke lagere meisjesschool. Deze was samen met de jongensschool gebouwd in een half carré vorm. Beiden hadden dezelfde naam gekregen als de parochie van Spanbroek: Sint Bonifatius. Het was een lagere school, wat nu basisschool zou heten. Ook het fröbelonderwijs stond onder leiding van de zusters. Het gebouw was achter het zustershuis gelegen en was voorzien van een stookgelegenheid. In dit gebouw werd eind 1944 het Noodziekenhuis ondergebracht omdat de ruimte in het zustershuis te beperkt was.

Tevens ontstond door het nijpende gebrek aan auto’s en autobrandstof een vervoersprobleem om zieken of gewonden naar Hoorn te vervoeren. Met de winter voor de deur voorzag de huisarts, dr. Schram, problemen en zo kwam het dat hij contact zocht met het gemeentebestuur. In de navolgende brief bericht hij hierover.

20 november 1944

Aan den Heer waarnemend Burgemeester van Spanbroek. Hier een vervolg op ons gesprek betreffende de oprichting van noodziekenhuis in onze gemeente. Deel ik mede dat ik na rijp beraad, tot de conclusie ben gekomen dat dit wel zeer gewenst zou zijn. Vooral wat betreft sommigen borelingen (zuigelingen). Ik heb er met de overste van de Eerwaarde Zusters over gesproken en deze is bereid hiervoor twee lokalen af te staan. Het zal eerder nodig zijn zoo spoedig mogelijk enige ziekenhuis ledikanten (ik denk dat zes stuks wel voldoende is) aan te schaffen met toebehoren. Wilt u dan ook voor elektrische stroom zorgen en voor de benodigde brandstof voor deze lokalen.

Dr. Schram.

Carolos Borromeus, Het zusterhuis.

De volgende dag klom ook het hoofd van de Eerwaarde Zusters Ursulinen in de pen. En zij schreef aan de burgervader het volgende:

Spanbroek 21 November 1944.

Edelachtbare Heer Burgemeester,

Mag ik nog even met u zelf onderhandelen over hetgeen Dokter Schram mij gisteren kwam zeggen? Ik ben terstond aan het passen en meten gegaan, hoeveel wij er in ons huis konden hebben. Nu had ik aan de Dokter gezegd: drie op de ziekenkamer en twee op de spreekkamer. Op de spreekkamer kan gestookt worden, maar op de ziekenkamer niet, daar is geen stookgelegenheid. En zoals Dokter vertelde, dat het ook voor Moeders zou zijn die in verwachting waren is dan toch verwarming ook voor de baby’s een eerste vereiste. Op dat moment, toen Dokter hier was dacht ik daar niet aan. Wel heb ik gezegd, dat de kinderen steeds boven hebben geslapen en ook Zusters, maar dat kan wel voor gezonde mensen. Maar het is voor de zieken heel bezwaarlijk, want daar is ook geen stookgelegenheid. Nu heeft Mijnheer Pastoor gezegd, dat U gerust kunt beschikken over de zalen, (nvdr: ze doelt hier op de klaslokalen van kleuterschool) die de kinderen in gebruik hebben gehad. Dat zijn licht en ruime zalen, die verwarmd kunnen worden en de Zusters zijn bereid daar hun hulp te verlenen en de zieken te helpen. Als U Edelachtbare hiermede akkoord gaat kunnen wij die zalen daarvoor inruimen. Hieromtrent gaarne enig antwoord van Uw Edelachtbare tegemoet ziende teken ik,

met de meeste hoogachting Van Uw Edelachtbare de dienstw.

Moeder Clara.

De R.K.-Kleuterschool.

Zoals blijkt uit een brief aan de Commissaris der provincie is er van hogerhand ook aangedrongen op het opzetten van een noodziekenhuis.

De volgende brief bericht hierover.

Spanbroek 23 November 1944

Gevolg gevend aan den wenk gegeven op de bijeenkomst te Alkmaar op 7 November werd door mij over gegaan tot de stichting van een sanitaire inrichting (noodziekenhuis) ten huize van:

CAROLUS BORROMEUS
wijk A no. 55 te Spanbroek.

en werd de leiding van deze inrichting door mij opgedragen aan de gemeentearts dr. J.G.L.M. Schram, welke deze opdracht heeft aanvaard. Daar de ligging van de gemeente Spanbroek, n.l. 20 km. vanaf Alkmaar en 15 km. vanaf Hoorn de stichting van een dergelijke inrichting, speciaal voor kraamvrouwenzorg, alleszins motiveert en de inrichting aan alle daaraan te stellen eischen voldoet.

Verzoek ik U maatregelen te willen nemen, dat het perceel A 55 te Spanbroek weer van elektrische stroom wordt voorzien.

De waarnemend Burgemeester Bruin.

Dan volgt er nog een strijd om de benodigde bedden in bruikleen bijeen te krijgen, wat ook weer gepaard gaat van de nodige correspondentie.

Een van de moeders was de toen hoogzwangere mevrouw Beerepoot-Kraakman. Op een dag in april vertelde ze tegen haar man dat haar tijd voor de bevalling gekomen was. Tegen de andere kinderen vertelde het ouderpaar dat ze naar Wognum gingen per fiets. Daar woonde nogal wat familie van haar, en een gastdag kwam ook wel meer voor. P. Beerepoot bracht zijn vrouw achter op de fiets naar het Noodziekenhuis voor de bevalling. Mevrouw Rieka Visser-Beerepoot is daar toen geboren in april 1945. Haar moeder werd bijgestaan door zuster Irma.

In de gemeente Spanbroek-Opmeer zijn er in de periode van 30 november 1944 tot 15 mei 1945 38 baby’s geboren. Waarvan er 16 baby’s geboren zijn in het Noodziekenhuis, waaronder 2 baby’s op 5 mei 1945.

Na de oorlog op 26 mei 1945 kreeg de gemeente een brief van de heer Th. Koomen over de opheffing van het Noodziekenhuis. Hij deelt aan het Gemeentebestuur mede dat in een vergadering met Burgemeester H.J.M. Keizer, dokter Schram, het Kerkbestuur en zichzelf is besloten om het Noodziekenhuis te sluiten. Tevens werd besloten om de geleende spullen, waaronder de ledikanten en andere benodigdheden, weer aan de rechtmatige eigenaars retour te zenden. Zodra het mogelijk is zullen de boeken worden afgesloten, het vermoeden bestaat dat er geen tekort zal zijn vast te stellen, zo schreef de heer Th. Koomen. (secr. R.K. Kerkbestuur). En zo komt er een einde aan het bestaan van een uniek Noodziekenhuis.

 Website designed and build by

deanluma logo shade xsmall