De speurtocht naar het huis Hoogwoud
Door Bernd Ooijevaar
Toen ik 15 jaar geleden in Amsterdam een stapeltje oude ansichtkaarten kocht was ik me niet bewust dat dit het begin zou zijn van een langdurige speurtocht naar een van de meest fascinerende facetten uit de Hoogwouder historie. Mijn passie voor kastelen bestaat al sinds mijn jeugd. Tijdens onze jaarlijkse vakantie bezochten we regelmatig kastelen en als ik mijn ogen sluit proef ik nog steeds de sfeer van vochtige kerkers en prachtige zalen. Nu zat ik jaren later in de trein naar huis en keek vol bewondering naar die ene ansichtkaart waarop een heus kasteel stond afgebeeld; ‘Het Huis Hoogwoude bij Medemblik’. Op de achterzijde stond in vroeg 20e eeuws handschrift geschreven ‘dit kasteel stond ongeveer hoek Gouwerweg-Noordeinde’. Hier moest ik meer van weten en zo begon de lange speurtocht naar het geheimzinnige Huis Hoogwoud.
In het fotoboekje Hoogwoud in oude ansichten, van de voormalige schoolmeester Jaap Slooten, kwam ik dezelfde afbeelding van het kasteel tegen. Meester Slooten schreef dat het kasteel in de 15e eeuw was gebouwd door Eduward de Bastaard. Het kasteel zou op de viersprong hebben gestaan en werd rond 1700 afgebroken. De tekening van het kasteel was vermoedelijk gemaakt door Jacob Stellingwerf en berustte meer op fantasie dan op de werkelijkheid.
Gewassen tekening uit de eerste helft van de 18e eeuw door Jacob Stellingwerf.
Mogelijk naar een ouder voorbeeld.
Origineel in eigendom van de gemeente Opmeer.
Ondertussen vernam ik van diverse Hoogwouders dat het kasteel inderdaad tegenover café Het Witte Huis, op de plaats van het tankstation, gestaan zou hebben. Zowel de anonieme schrijver op mijn ansichtkaart, meester Slooten als de volksverhalen wezen dus allemaal naar dezelfde plek. Tijd voor een bezoekje aan de eigenaar. Ook hij was er stellig van overtuigd dat het kasteel op de plaats van zijn huis had gestaan. Hij vertelde me over de bijzondere fundering van het huis, over een onderaardse gang van zijn huis richting het voormalige Dorpshuis (nu Opstap) en een ronde, stenen put voor op het erf. Het kasteel zou ooit door een brand zijn verwoest. Bovendien was er iemand die een schilderij zou bezitten van het Huis Hoogwoud. Veel informatie die mijn fantasie al snel op hol deed slaan. Zou het kasteel soms midden op het kruispunt hebben gestaan? Is de oude herberg Het Witte Huis soms ooit een onderdeel van het kasteel geweest?
Bossen en Voets
Niet lang daarna raakte ik ook bekend met andere boeken en artikelen. Met name de twee kronieken van Pieter Bossen, het boekje van pastoor Bertus Voets en een interessant artikel van F.J.C. Speets wierpen een licht over de duistere geschiedenis van het kasteel. Pieter Bossen merkte al op dat er schuin tegenover het tankstation, op de plaats van het voormalige postkantoor (thans een hondenkapsalon), iets vreemds aan de hand was. Hij had in de archieven gevonden dat hier een perceel was met de naam ‘Heerlijkheids Hofstede’.
Een bijzondere vondst; want in het begin van de 19e eeuw had men hier al fundamenten opgegraven waarvan men dacht dat het de resten van het kasteel waren. Dit kon volgens Bossen niet kloppen, want ook hij was ervan overtuigd dat het kasteel op de plaats van het tankstation Tuk had gestaan. De heer Speets, en in zijn voetsporen pastoor Voets, was de eerste die de locatie van het tankstation definitief verwierp. Hij voelde meer voor ‘Heerlijkheids Hofstede’ en maakte een eind aan de hardnekkige overlevering; althans op papier. Tot op heden zullen veel mensen naar het tankstation wijzen als je ze vraagt waar het kasteel heeft gestaan. De bijzondere funderingen van het woonhuis bij de pomp zijn echter op zijn vroegst uit het begin van de 18e eeuw. Van een onderaardse gang is vooralsnog niets teruggevonden, en de stenen put is de buffer geweest van de rond 1920 verdwenen dorpspomp.
Heerlijkheids Hofstede
Daar stond ik dan met een hand vol tegenstrijdige informatie. Bovendien waren er meerdere plaatsen in de voormalige gemeente Hoogwoud die mijn belangstelling wekten. Wat te denken van de 19e eeuwse boerderij te Lambertschaag genaamd de Stins? Eind 16e eeuw woonde hier al een rijke familie met dezelfde naam. Stins verwijst naar een stenen gebouw en in Friesland worden praktisch alle versterkte huizen en kastelen Stinzen genoemd. En wat te denken van de merkwaardige kerktoren van Aartswoud met haar ‘schietgaten’ en wenteltrap? De tijd was gekomen om zelf onderzoek te plegen in de oude archieven van Hoogwoud. Er moesten harde bewijzen komen om een en ander uit te sluiten ofwel te bevestigen. In 1993 bracht ik een bezoek aan het kadaster in Alkmaar met als doel de exacte locatie van ‘Heerlijkheids Hofstede’ te bepalen. Die klus was eenvoudig geklaard. Op de eerste kadastrale kaart van Hoogwoud uit ± 1832 stond de hofstede, toen een moestuin, van de heer Van Wassenaar-Starrenburg, toenmalige heer van Hoogwoud, prachtig aangegeven. Het probleem was echter dat het perceel in 1832 onbebouwd was en nu rees de vraag wat voor gebouw daar had gestaan en wanneer dat was gesloopt. Uit de archieven waarnaar Pieter Bossen verwees kwam maar weinig naar voren. Men duidde het perceel in de 18e eeuw aan als ‘Heerlijkheids Hofstede’ of het perceel ‘van de heer of vrouw van Hoogwoud’. Slechts in de kohieren van de haardsteden (schoorsteenbelasting) uit 1637 en 1644 vond ik het ‘Herenhuis’ vermeld. Opmerkelijk was wel dat dit Herenhuis in 1637 drie en in 1644 twee schoorstenen had. Voorlopig moest ik het hier mee doen. Het onderzoek in de archieven had in ieder geval een locatie en een huis opgeleverd. Bovendien was uit het onderzoek gebleken dat er geen verband was met het kasteel en het huis bij het tankstation; de overlevering hield geen stand. Wel was gebleken dat het woonhuis bij het tankstation in de 19e eeuw eigendom van de renteniers-familie Van der Straten. Een van de laatste heren van Hoogwoud, Lucas Stokbroo, was halverwege de 19e eeuw gehuwd met een telg uit dit geslacht. Het gezin Stokbroo-Van der Straten woonde in Hoorn maar zij zullen het voorgenoemde huis wel periodiek bewoond hebben. Mogelijk stamt de overlevering uit deze periode.
Ondertussen ging het verzamelen van gegevens over onder andere de landerijen van het kasteel en de genealogie van de heren van Hoogwoud gestaag verder. Beetje bij beetje werd het beeld completer. De hulp van Louis Groen was hierbij onmisbaar; en een woord van dank aan hem is hier zeker op zijn plaats.
Twee problemen
Nu worstelde ik met een tweetal problemen. Het eerste probleem was dat het gevonden perceel ‘Heerlijkheids Hofstede’ erg klein was voor een kasteel. Bovendien zou het kasteel op die plaats wel erg dicht aan de weg hebben gestaan, niet bepaalt aannemelijk voor een laat middeleeuws kasteel. Uit een vermelding in het boekje van Voets bleek ook nog eens dat het Huis Hoogwoude voorzien was van een gracht. Kortom, het bleef onduidelijk of het gevonden Herenhuis hetzelfde gebouw was als het kasteel uit de 15e eeuw.
Het tweede probleem was de drie morgen land en de boomgaarden die bij het middeleeuwse kasteel hoorden. Waar waren deze goederen gebleven? Tijdens mijn zoekactie in de archieven was ik gestuit op een akte uit 1699 waarin de ‘Hofweide’ werd genoemd. Uit de akte bleek dat de ‘Hofweide’ veel noordelijker lag dan het inmiddels gelokaliseerde Herenhuis. Ook een vermelding over het gebruik van vruchten uit de boomgaard van een vazal (leenman) wees meer in de richting van de Hofweide. Deze boomgaard was waarschijnlijk dicht bij het kasteel gelegen. Op een oude luchtfoto uit 1939 waren hier en daar wel interessante sporen te zien in die omgeving van de ‘Hofweide’ maar bij gebrek aan meer gegevens moest ik dit maar laten voor wat het was.
Doorbraak
Een grote doorbraak in de zoektocht kwam zo’n anderhalf jaar geleden. In een verloren gewaand belastingkohier uit 1710 vond ik een zeer belangrijke vermelding. Hierin stond het ‘grote huis van de mevrouw van Hoogwoud’ vermeld; een deel van het huis was afgebroken. Hier was het bewijs dat het Herenhuis op ‘Heerlijkheids Hofstede’ in 1710 nog bestond! Toch zou dit Herenhuis het niet lang meer uithouden. In 1741 kocht de toenmalige heer van Hoogwoud het café Het Witte Huis, waarschijnlijk omdat hij een onderkomen nodig had als hij zijn heerlijkheid bezocht. In 1731 had hij reeds een klein huisje naast dit café gekocht. In 1743 sponsorde de vrouw van Hoogwoud de bouw van een nieuw raadhuis op voorwaarde dat ze over een kamer kon beschikken als ze op bezoek was. Tevens eiste ze achter het raadhuis een eigen secreet (toilet).
Deze acties maken het aannemelijk dat het grote Herenhuis tussen 1710 en 1741 (1731?) in verval is geraakt en/of is afgebroken.
Bewerkt detail van kadastrale kaart (sectie D, 2e blad) uit 1826
met daarop de in de tekst genoemde namen.
Een andere vondst in het genoemde belastingkohier was die van een stuk land genaamd de ‘Noorder Hofweide’ wat in eigendom van Jan Cornelis Keesoom was. Hieruit blijkt dat het land dat bij het kasteel hoorde al in 1710 in andere handen was overgegaan. In 1832 was dit land nog steeds eigendom van de erfgenamen van Jan Cornelis Keesoom en het was precies de helft van drie morgen groot. Hoewel de ‘Zuider Hofweide’ niet in het genoemde kohier als zodanig werd vermeld kon ik er rustig vanuit gaan dat dit ten zuiden aan de ‘Noorder Hofweide’ moet hebben gelegen. De Hofweide’ die in de 16e eeuw werd verhuurd door de heren van Egmond aan de schout van Hoogwoud was blijkbaar voor 1710 in tweeën gesplitst. Aan de hand van het kadaster wist ik nu precies waar de ‘Hofweide’ had gelegen. Inmiddels was ik bij toeval in het Westfries archief een kopie van een oude akte uit 1493 tegengekomen. Uit de gegevens die daarin stonden kon wederom worden opgemaakt dat het middeleeuwse kasteel veel noordelijker dan het Herenhuis had gelegen. Alles wees erop dat het oorspronkelijke Huis Hoogwoud op de ‘Hofweide’ had gestaan. Hoogwoud heeft een kasteel en een Herenhuis gehad!
Voorlopig is aan de speurtocht een einde gekomen. Bodemonderzoek zal moeten uitwijzen of het onderzoek in de archieven en het interpreteren van de gegevens naar de juiste locatie hebben geleid. Toch is de weg naar een completer beeld van het Huis Hoogwoud nog lang niet bewandeld. Er zijn nog veel bekende archiefstukken welke nader onderzoek behoeven. En nog steeds komen er zaken boven water die tot dusver onbekend waren. Een onderzoek als deze is te vergelijken met een enorme puzzel waarvan veel stukjes ontbreken, en vaak roept de vondst van een stukje meer vragen op dan dat het beantwoordt. Maar dat is juist zo boeiend aan historisch onderzoek en dat zal ik zeker voortzetten!