Van smederij naar installatiebedrijf
1 mei 1907 – 100 jaar GROOT in Hoogwoud – 1 mei 2007
Door Fred Groot
Op 1 mei 1907 opende een jongeman van 28 jaar uit Volendam een zaak in Hoogwoud, in wat toen heette de Kerkelaan, nog later was het de Boekel en nu dus de Burgemeester Hoogenboomlaan. Het was Dirk Groot die een dorpssmederij begon. Geboren in 1879 als boerenzoon in de Purmer, heeft hij zijn hele jeugd doorgebracht op de dijk in Volendam, waar zijn vader het voormalige café van Diepen had gekocht. Zijn opleiding als smid heeft hij gevolgd in Houten, provincie Utrecht. Als leerling heeft hij meegewerkt om de koepel van de oude Bavokerk in Haarlem te voorzien van een koperen bekleding, waar hij trots over kon vertellen.
Hij wilde graag siersmid in Amsterdam worden, maar nadat hij zijn latere vrouw, Marijtje Kramer met wie hij in april 1907 trouwde, leerde kennen bleek dat niet haalbaar te zijn. Zij wilde, als geboren Ilpendamse, absoluut niet naar de grote stad dus werd er op het platteland gezocht en kwamen ze in Hoogwoud terecht. Het was hard werken in de smederij, de hoefijzers voor de paarden werden ’s morgens vroeg gemaakt en in de loop van de dag verwerkt. Ook werden landbouwwerktuigen gerepareerd en ieder voorjaar honderden maaimessen geslepen. Zij kregen een groot gezin waarin twaalf kinderen werden geboren, maar drie kinderen kort na de geboorte zijn overleden. Zoon Jan kwam na de lagere school als eerste in het bedrijf meewerken. Toen zoon Jaap van de lagere school kwam, vertrok Jan naar een collega in Zijdewind. Op zeventienjarige leeftijd vertrok Jaap voor een paar jaar naar een baas in de Rijp waar hij ook het elektravak leerde. Jan kwam die paar jaar weer thuis helpen. Daarna kocht zijn vader voor hem een smederij in het Zuid-Hollandse Schipluiden.
De vier smeden. V.l.n.r. zoon Jan, vader Dirk, zoon Jaap en kleinzooon Fred.
Ons gezin
Jaap Groot, mijn vader, leerde Geer de Vries uit Schermerhorn, mijn moeder, kennen doordat zij als medewerkster van de PTT tot taak had postagentschaphouders tijdens ziekte tijdelijk te vervangen. Zo ook in Hoogwoud, waar vroeger een postkantoor was tegenover de smederij in het huis waar nu Henk Kaijer woont. Door ziekte van buurman Koeman, de postagentschaphouder, kwam moeder hem een half jaar vervangen en daardoor ontstond het eerste contact. In 1945 trouwde Jaap met Geer en drie jaar later namen ze de zaak van vader over, die hierna nog vele jaren bleef meewerken. Vader en moeder kregen naast mij, Fred, een dochter Marijke en twee kinderen die kort na de geboorte zijn overleden. Marijke heeft vanaf haar schoolperiode tot haar huwelijk met Cees Duys thuis gewerkt. Daarna verhuisde ze naar Broekerhaven.
Glazen oog
Als kleine jongen heb ik samen met neef Sjaak Breed uren doorgebracht in de smederij. Eerst kijken naar opa hoe die van een recht stuk ijzer een hoefijzer, een schraper of een schoffel maakte. Als we dan vroegen wat het ging worden was het steevast: Een klink voor een ganzenkooi. Het vervangen van de hoefijzers van de paarden, wat een dagelijkse bezigheid was, vonden we heel bijzonder en dan vooral de geur die dat met zich meebracht. Ook andere kinderen stonden dan vaak in de deuropening te kijken. Opa heeft ook een bedrijfsongeval gehad. Tijdens het paarden beslaan raakte een splinter van een hoef in zijn oog. Dit was niet meer te redden en hij moest verder met een glazen oog. Voordat hij ging slapen haalde hij dat glazen oog er steeds uit. Als klein jochie vond ik het maar een eng gezicht dat dan op een schaaltje naast zijn bed te zien liggen.
De smederij zoals hij er in de jaren dertig uitzag.
IJzeren banden
Ook het maken van ijzeren banden om houten wagenwielen van een boerenkar, was een hele gebeurtenis. Theo Groenewoud, de wagenmaker, maakte een houten wiel met spaken en daar omheen kwam een ijzeren band. De band werd in het smidsvuur kersrood gestookt, waardoor deze flink uitzette. Dan namen opa en vader deze met tangen mee naar het houten wagenwiel dat op de grond lag in de smederij. De band moest zo snel mogelijk om het houten wiel worden aangebracht anders begon het hout in te branden. Als de band om het wiel zat moest deze zo snel mogelijk worden afgekoeld, waardoor hij door het krimpen zo strak mogelijk om het houten wiel kwam te zitten. Dat afkoelen gebeurde voor het huis. Er stonden dan een aantal teilen met koud water klaar. Het complete wiel ging dan van teil naar teil om de temperatuur van het ijzer zo snel mogelijk te laten dalen. Zelf smeden mochten we ook proberen, krammen maken was onze specialiteit.
Landbouwmechanisatie
Maar door de mechanisatie in de landbouw kwam er langzamerhand een grote verandering in de werkzaamheden. Vader Jaap koos steeds meer voor de aanleg van elektra- en water-leidinginstallaties. Die richting trok hem meer dan zich te specialiseren in de landbouwmechanisatie. De diploma’s werden door het volgen van avond-cursussen behaald. Het materiaal werd in die tijd met de fiets en fietskros naar de werkplek vervoerd. Vader Jaap behaalde op latere leeftijd zijn rijbewijs, wat toch wel een uitkomst was. De eerste auto heeft hij nog samen gekocht met zijn rij-instructeur Joh.Mooij bij Geerling en Winkelaar in Hoorn. Dat was toen een Ford Thames.
Fred in de zaak
In augustus 1969 kwam ik, zoon van vader Jaap en moeder Geer, in de zaak werken. Ik begon mijn elektra-opleiding, op advies van de heer Tolle, een medewerker van het PEN, op de BNS in Voorhout. Daarna werd de studie voortgezet op de UTS in Alkmaar en in de avonduren van het praktijkjaar werd ook het elektra-installateursdiploma behaald. In 1976 werd vader Jaap 65 jaar en verkocht hij de zaak aan mij, maar hij zou nog vele jaren in de zaak actief blijven. Twee jaar later trouwde ik met Truus Pronk uit de Lagehoek en we gingen bij de zaak wonen. Wij hebben drie dochters gekregen, Linda, Yvonne en Mieke.
De firma J.C. Groot in 2007.
Naast het vele burgerwerk installeerden we ook nieuwe huizen als onderaannemer van de Gebroeders De Boer uit Hoogwoud. De grootste elektra-werken werden echter uitgevoerd op het industrieterrein van Hoogwoud. Vele jaren is er gewerkt voor de toenmalige tapijtfabriek en meubel-fabriek Heesink. In de jaren tachtig kwamen er diverse aannemers bij als opdrachtgever en ook diverse bedrijven op het industrieterrein de Veken in Opmeer. Naast de elektra-werken werden ook gas- en waterleidingwerken uitgevoerd. De waterleidingwerkzaamheden werden uitgevoerd op naam van vader Jaap en de gasinstallaties op naam van collega Louw uit Aartswoud. Dit kon natuurlijk niet zo blijven dus werd er door mij in 1984 gestart met een cursus Middelbaar Installatietechnicus gas- en waterleiding-installaties. Na een intensieve cursus van drie jaar haalde ik in 1987 het felbegeerde diploma en kon ik alle soorten installaties in eigen beheer uitvoeren.
Winkel
Bijna veertig jaar is er bij de zaak een winkel geweest in huishoudelijke- en kadoartikelen. Eind jaren vijftig begon moeder Geer, op kleine schaal. Al snel werd de winkel vergroot en toen Truus de winkel overnam is deze ook nog tweemaal vergroot. Maar zoals in vele kleine dorpen ging het ook met deze winkel bergafwaarts en in 1999 besloten we te stoppen met de winkel. In die tijd verkochten en repareerden we ook wasmachines, droogtrommels etc. Hierna richtte ik me steeds meer op verwarmingsketels. Eerst diverse merken, zoals Vaillant, maar de laatste jaren alleen nog Nefit ketels. Ieder jaar wordt er wel een nieuw type uitgebracht, wat weer een trainingsdag in Deventer of Buinen, vestigingsplaatsen van Nefit, tot gevolg heeft.
Truus en Fred Groot.
Opnieuw studeren
Ook op elektra-gebied worden de installaties steeds uitgebreider. Vijf jaar terug werd domotica (samentrekking van domus (woning) en telematica) geïntroduceerd en had ik klanten die daarin geïnteresseerd waren. Toen heb ik samen met dochter Linda, wat toch wel heel bijzonder was, weer in de schoolbanken plaats genomen om ook dit soort installaties onder de knie te krijgen. De reden hiervoor was dat zij zich interesseerde voor de techniek en voor mij was het een steun in de rug waarop ik terug kon vallen. Maar Linda heeft na haar HBO opleiding technische bedrijfskunde in Alkmaar op de universiteit van Amsterdam ook sociale bedrijfskunde gestudeerd en in die branche een baan gevonden. Ook onze tweede dochters Yvonne en Mieke hebben het prima naar hun zin met datgene waar ze mee bezig zijn, het betekent wel dat er van een opvolging geen sprake meer is.
100 jarig bestaan
Toen eenmaal de 21-ste eeuw aanbrak kwam steeds meer de gedachte aan het 100-jarig bestaan naar voren. Echter in 2004 werd ik getroffen door een hartinfarct, maar door de medici ben ik zo goed hersteld, dat ik weer vele werkzaamheden kan verrichten. Daarom ook is het 100-jarig jubileum gevierd voor klanten, vrienden en familie met een receptie op 1 mei 2007 in het Huis van Egmond te Hoogwoud.