De familie Niele uit de Weere
Door Bep de Haan-Appel, bewerkt door Niek Dekker
Tussen 1786 en 1957 hebben er leden van de familie Niele in De Weere gewoond. Dankzij het onderzoekswerk van Johan J.A. van Klaveren weten we heel wat van de familie en haar voorgeschiedenis. Onderstaand verhaal is op zijn informatie gebaseerd. We volgen de familie via de mannelijke lijn, van voorvader Dirk Nielsz. tot en met Manus Niele. Hij was de laatste Niele die in De Weere woonde.
Voorouders
De eerste voorvader die is achterhaald, heette Dirk Nielsz. Nielsz is een patroniem, dat wil zeggen een achternaam die bestaat uit de voornaam van de vader met de toevoeging z voor zoon. Dirk was dus de zoon van Niels. Door verbastering is hieruit later de naam Niele ontstaan. De Niele’s zijn afkomstig uit Assendelft, waar zij stukken land bezaten. Van oudsher zijn het dus Noord-Hollanders, die tot de boerenstand behoorden. De laatste Niele die in Assendelft woonde was Engel. We weten dat omdat hij daar stukken land kocht, waarvan aktes bewaard zijn gebleven.
Zijn zoon Pieter vertrok uit Assendelft en waagde de reis naar het Noorden, naar Hoogwoud. Mogelijk had zijn vertrek naar de kop van Noord-Holland te maken met het feit dat de erfenis van zijn vader, voor een groot deel, vóór zijn geboorte was vermaakt aan zijn halfbroers- en zusters bij het overlijden van Jannetje Knegt, de eerste vrouw van Engel.
De naam Niele-Nielen wordt pas in de zevende generatie vermeld. Bij het verschijnen van die naam verdwenen de bezittingen. Misschien omdat zij Rooms bleven en daardoor niet meer in aanmerking kwamen voor overheidsfuncties, die over het algemeen goede neveninkomsten garandeerden.
Reislustige Pieter Niele trouwde op 22 januari 1786 in Hoogwoud met Divertje Leek. Ze kregen in 1795 een zoon die ze Klaas noemden en die boerenknecht zou worden. Zoon Klaas trouwde later met Maartje Floris en zij kregen ook een zoon, Maarten geheten.
Maarten Niele trouwde op 28 april 1865 met Marijtje Rood. Maarten had een schoenmakerij in De Weere en was tevens koster, Marijtje had een winkeltje. Maarten en Marijtje kregen drie kinderen, twee dochters en een zoon. Zoon Klaas werd in 1872 geboren.
Tegenover de ingang van de Noord (Tropweere) staat het
woonhuis annex de schoenmakerij van schoenmaker Klaas Niele.
Klaas Niele en Antje Tuinman
Klaas koos hetzelfde beroep als zijn vader. Om het vak van schoen- en zadelmaker te leren, vertrok hij als gezel naar Naaldwijk en daarna naar de Langestraat in Noord-Brabant. Dat was in zijn tijd hetzelfde als wanneer je nu naar het buitenland zou vertrekken. Maar hij voelde zich toch het beste thuis in West-Friesland en ging zijn beroep uitoefenen in De Weere. Bij het ophalen van ‘werk’ bij een van zijn klanten, ontmoette hij Antje Tuinman. Het was echt liefde op het eerste gezicht tussen die twee, ze kregen verkering. Antje was zes jaar ouder dan Klaas en vader Maarten zou nog vlak voor zijn dood gevraagd hebben: ‘Wat moet je met zo`n ouwe kol?’. Klaas wist het echter zeker, hij wilde Antje.
Het stel trouwde op 17 mei 1894 en ging wonen in De Weere. In 1898 betrokken zij het huis dat stond aan het begin van De Noord. Het huis kreeg in 1948 het huisnummer H 17 en is in 1993 gesloopt. Antje Tuinman heeft er tot 1956 in gewoond. Het huis fungeerde 45 jaar lang als bodehuis voor de dokter. Naast het huis van Klaas stond een houten schuurtje waarin de brandspuit stond. Men noemde dat het brandspuitboetje. Klaas was de beheerder van het boetje en had de sleutel in zijn bezit. Naar alle waarschijnlijkheid kreeg hij er een kleine vergoeding voor. Naast het brandspuitboetje stond de geitenboet. Klaas was voorzitter van de geitenfokvereniging ‘Sint Genoveva’.
Klaas en Antje Niele-Tuinman.
De zadelmakerij, waar voornamelijk tuigen werden gemaakt, was een hard beroep. Om het leer voor bewerking klaar te maken moest het op de knie soepel worden geklopt. Het touw waar het leer mee genaaid werd moest met pekdraad worden gestreken. Er was altijd een tonnetje pek in voorraad. Je kon daaruit voor een cent pek kopen om als kauwgom te gebruiken. Het werd voor je in een stukje krant gerold. Klaas was overigens niet de enige schoenmaker in De Weere, Cees Bos dreef er ook een schoenmakerij.
Klaas Niele was een gedreven geitenhouder. Het benodigde gras en hooi haalde hij van wegbermen. Naast al het werk dat hij deed, bezat hij ook nog een stukje bouwland. Volgens overlevering is de hele Weere een keer uitgelopen omdat Klaas Niele een nieuw product had geteeld. Daarnaast had hij ook nog een agentschap van een verzekeringsmaatschappij.
Al dit werk belette hem niet zich ook voor de gemeenschap in te zetten. Zo was hij Broedermeester van de West-Friese bedevaart naar Heiloo. Op latere leeftijd werd hij kerkmeester, heel plichtsgetrouw bezocht hij de parochianen en collecteerde in de kerk. Als de bisschop voor het Heilig Vormsel naar de kerk kwam moesten Klaas en Antje Niele optreden als Peter en Meter. Antje vond dat maar eng, zo dicht bij de bisschop. Klaas was goed kwaad te krijgen. De schoolkinderen wisten dat en lokten hem uit zijn huis door voor zijn raam het volgende lied te zingen:
Klaasie klik Klaasie klak, Klaasie haver in de zak
Klaasie hooi in de mond, Klaasie peerdestront.
Dan vloog hij naar buiten, maar de jeugd was hem natuurlijk altijd te snel af.
Hij was beslist een man met ondernemersbloed. Begonnen met een hondenkar kwam er vervolgens een kettekar (een ket is een klein paardje) om de schoenen op te halen. Toen er transportfietsen kwamen, kocht hij er een. Met een grote mand voorop haalde hij in het begin van de week schoenen op om ze zaterdags weer hersteld en gepoetst terug te brengen. Dat poetsen van de schoenen kwam altijd voor rekening van zijn vrouw. Tijdens het rijden met zijn hondenkar is Klaas op een dag in een sloot terechtgekomen. Hij reed met de kar en twee honden door De Weere, toen er plotseling een kat overstak. De honden waren niet meer te houden, de kat ontkwam, maar Klaas belandde te water met zijn hele handel.
Met dit type auto verkreeg Klaas Niele status in het dorp.
Na jaren hard werken kon hij zich een auto veroorloven, een Ford met een opvouwbare motorkap. De claxon was een hoorn met een soort ballon er aan. De richtingaanwijzer klapte naar buiten om richting aan te geven. De auto had hoge spaakwielen en om te starten moest je de motor aanslingeren. Klaas Niele kreeg door die auto wel een bepaalde status in het dorp.
Een foto van Antje Niele-Tuinman
op jongere leeftijd.
Klaas overleed op 11 maart 1950 en is begraven op het R.K. kerkhof van De Weere. Zijn vrouw Antje overleefde hem nog vele jaren en toen zij op 10 april 1956 haar 90ste verjaardag hoopte te vieren schonk het Noord-Hollands Dagblad daar in de editie van 4 april aandacht aan en kwam zij met foto en verhaal in de krant. Zij was op dat moment de oudste inwoonster van De Weere. Antje Tuinman overleed op 15 september 1964 in Obdam en ligt ook begraven op het R.K. kerkhof in de Weere.
De woning van het echtpaar Niele-Jol aan de Tropweere.
Klaas en Antje kregen zeven kinderen, vier jongens en drie meisjes. De twee jongste jongens zetten het ambacht van hun vader voort. De oudste zoon was aanvankelijk ook schoenmaker maar werkte zich, na een baan bij een verzekeringsbedrijf, op tot burgemeester van de Egmonden. Wij vervolgen ons verhaal met het tweede kind, Manus. Hij was de laatste Niele die in De Weere woonde.
Manus Niele en Agnes Jol
Manus werd geboren op 31 mei 1897. In 1923 trouwde hij met Agnes Jol. Zijn vader liet voor hen, op twee bunder land, een huis bouwen aan de doodlopende weg, de Tropweere. Het was niet eenvoudig om op twee bunder land je brood te verdienen. Manus ging dan ook, als aanvulling op zijn inkomen, oberen bij café de Vriendschap van Sijfert Langedijk. Hij trad dan ook op als toezichthouder.
Voor het huis van café De Vriendschap in De Weere. Vermoedelijk met
een kermis genomen. Staande v.l.n.r. Guurtje Glas, Cor Koppes, Dirk
Knijn, Kees Knijn (muzikant), Cornelia Koppes, Agie van Diepen, twee
muzikanten en Dirk en Klaas op de Kelder.
Zittende v.l.n.r. Manus Niele, Truus Langedijk Koppes, Sijvert Langedijk,
Huub Koppes, Berta Koppes en Jacob Langedijk.
Manus en Agnes kregen acht kinderen, drie jongens en vijf meisjes. In de jaren dertig was er grote economische malaise in Nederland. Ondanks het harde werken van Manus en Agnes moest worden uitgekeken naar bijverdiensten. Manus vond werk in de wegenbouw bij de Provinciale Waterstaat van Noord-Holland. Op een handgeschreven papier van 26 maart 1936 staat vermeld dat de heer Niele tien maanden werkzaam is geweest bij het uitzetten van het traject Niedorpen-Verlaat-Aartswoud en dat de heer Niele ook goed is in het ritsen van sloten en zelfstandig kan werken.
Het gezin van Manus met staande: Nico, Riet, Tiny, Gerard, Ans, Jo, Siena.
Zittend Vader, Moeder en Martien.
Op 16 mei 1940 werd Manus door N.S.B. burgemeester Jan de Vries aangesteld als veldwachter in tijdelijke dienst van de gemeente Hoogwoud. Manus had een hekel aan Duitsers. Hij leverde nooit iets in als de Duitsers goederen vorderden. Zijn radio hield hij verborgen in een hooikist in de kippenschuur. Daar luisterde hij naar radio Oranje. Als veldwachter moest hij controle uitoefenen op het voldoen aan de zogenaamde scheurplicht. De boeren werd ook opgedragen welk deel van hun oogst ze aan de Duitsers moesten afstaan. Manus heeft in deze functie aan veel boeren opgelegd voedsel af te staan voor onderduikers, joden en arme mensen. Voldeden ze er niet aan, dan kregen ze een rapport wegens niet of niet voldoende leveren aan de bezetter. Als het voedsel voor het goede doel wel werd geleverd, rapporteerde Manus aan de bezetter, dat de oogst van deze mensen was mislukt. Op deze manier heeft hij veel goede Nederlanders aan eten kunnen helpen. Samen met Adriaan Wegdam, Meester Gerard Tulp, Cor van Vliet en politieman Fiks zorgde Manus ook voor onderduikadressen. Eens heeft hij met anderen ingebroken en bonkaarten gestolen uit het gemeentehuis, toen de burgemeester afwezig was.
V.l.n.r. staand Manus Niele, Jacob Berkhout, Kees van Diepen, Jan van Diepen, Kees Langedijk.
Rij 2 Jan Besseling, Sijfert Langedijk C z Piet Langedijk Jb.z, Wullem Molenaar.
Rij 3 Jo v. Diepen, Cor Bos, Jan Groen, onbekend, Kees Klaver.
Deze foto is genomen bij fotograaf Ris in Alkmaar ter
gelegenheid van het 25 jarige huwelijk in 1948.
Men ging dan met het hele gezin naar de fotostudio in Alkmaar.
V.l.n.r. staande: Jo, Ans en Nico.
Rij 2: Riet, Siena, Gerard, Martien en Tiny.
Vooraan: vader en moeder.
Manus was een echte verenigingsman, hij was lid van de fanfare ‘Crescendo’ en van het Wognums mannenkoor en was lid van deze club.
Manus Niele en Agnes Niele-Jol verhuisden in 1957 uit De Weere naar Heiloo. Manus was toen al enige jaren de hulppostbesteller van post-kantoorhouder Piet Groot in De Weere. Vanuit deze functie kon hij in Heiloo een aanstelling als postbesteller krijgen. En daarmee verdween de naam Niele na 27 februari 1957 uit De Weere. Spijt hebben Manus en Agnes nooit gehad van hun besluit om te verhuizen, het was goed zo.
Manus Niele in dienst van de P.T.T. nog in het oude uniform,
zou hij de cape ook nog hebben gedragen?
Bij het overlijden van Manus (27-12-1982) wordt door zijn kinderen op het gedachtenis prentje geschreven: ‘Aan het devies Ora et Labora (Bid en Werk) heeft hij, daarin gesteund door zijn vrouw, gedurende zijn lange leven gestalte gegeven door zijn zorg voor zijn gezin: door zijn inzet als verzetsstrijder gedurende de jaren 40-45, waarbij hij, met gevaar voor eigen leven en dat van zijn gezin vele levens heeft gered. Ook heeft hij, zelf al op hoge leeftijd, geijverd voor de belangen van ouderen en was behulpzaam bij het jaarlijkse ziekentridium rond de Kapel van O.L.Vrouw ter Nood in Heiloo.’
Bij het overlijden van Agnes (29-4-1993) wordt geschreven: ‘Nooit was haar iets teveel. Wij weten dat na een zorgzaam en liefdevol leven hier op aarde je wens in vervulling is gegaan, je bent nu weer samen met Pa. Bedankt lieve moeder.’