De Wadweere; van Bonifatiusweg tot Blôtebienepad
Door Bernd Ooijevaar
Op de plek waar in de prehistorie mensen leefden van de jacht, visvangst en akkerbouw, fiets je tegenwoordig over het Blôte Bienepad door een rustiek stukje buitengebied in de gemeente Opmeer. Kijk je daar nu rond dan zie je weiden en akkerland. Zo’n 500 jaar geleden was je hier waterplassen, riet en bos tegengekomen. Het nieuwe fietspad bij Aartswoud, dat is aangelegd tussen de Braakpolder en de Tropweere, loopt dwars door een gebied dat vroeger bekend stond onder de naam Wadweere.
De Wadweere dankt haar naam zeer waarschijnlijk aan het feit dat zij was gelegen in de uitengouwe, het gebied dat zich uitstrekt tussen de Gouwe en de dorpsas vanLambertschaag en Abbekerk. De Buitengouwe werd ook wel de Weere genoemd; oorspronkelijk is de Weere dan ook geen dorpsnaam maar een gebiedsnaam[1]. ‘Wad’ verwijst ongetwijfeld naar de natte gesteldheid van het gebied. De Wadweere werd ten westen begrensd door de Molen- of Veersloot en de Braak(-polder); ten noorden door de Veersloot met daarboven de Molenkolk; ten noordoosten door de Oosterkolk (later de Kolk van Dussen[2]) en ten zuiden door de voormalige bannegrens met Hoogwoud. De Wadweere kende een uiterst gevarieerd landschap, er was water en er waren rietlanden, hooilanden en weiland. Gezien een aantal veldnamen moet er in ieder geval in de 16e eeuw ook bos zijn geweest.
Het blôtebienepad
Opbrengsten
De eerste maal dat we de Wadweere als naam tegenkomen is in 1423 bij een geschil tussen Willem Simonsz en de kerkmeesters van Aartswoud[3]. Wellicht betreft het hier een geschil in de opbrengsten uit de verpachting van de landerijen in de Wadweere. In 1537 brachten de landerijen ruim 233 pond op waarvan ruim 9 pond ten goede kwam aan de pastoor en de koster van Aartswoud. Het restant werd verdeeld onder de heer van Hoogwoud en de kerk van Aartswoud. Vervolgens ontvingen de kerkmeesters van Aartswoud een paar laarzen van de heer omdat zij het toezicht hadden op de pachters van de Wadweere[4]. Veel veldnamen die we in de 16e eeuw in de rekeningen van onder andere de Wadweere tegenkomen, zijn eeuwenlang gangbaar gebleven. In het kohier van de verponding van de landerijen onder Aartswoud uit 1783[5], vinden we de oude namen terug. Met behulp van de eerste kadastrale gegevens uit 1832 konden de veldnamen grotendeels worden gereconstrueerd. Dit was voor ondergetekende van groot belang aangezien er blijkens een rekening van 1 juli 1562 een oude weg door de Wadweere liep die kort daarna is verdwenen.
Op een detail van een kadastrale minuut (1826) zijn de gevonden percelen gereconstrueerd.
Bonifatiusweg
Deze weg heette de Bonifatiusweg en liep volgens de rekening door een perceel met de naam Ellen Kuil[6]. Hoewel één en ander nog wel wat studie behoeft, lijkt het er sterk op dat de Bonifatiusweg in het verlengde van de Tropweere heeft gelopen. Verder zuidwaarts sluit de Tropweere naadloos aan op de Duikelgouwe, in vroeger tijden de Kleine Gouwe genaamd. Merkwaardig genoeg blijkt de nog bestaande boerderij ‘De Kerkeplaats’ op het perceel ‘Ellen Kuil’ te liggen. Bovendien ligt de Kerkeplaats op dezelfde lijn van de verkaveling als de huidige kerk van Aartswoud, die vanouds aan Bonifatius was gewijd. Tot in de vorige eeuw waren de meeste landerijen in de Wadweere in eigendom van de kerk van Aartswoud. De boerderij De Kerkeplaats is zeer lange tijd eigendom geweest van de kerk te Aartswoud. In de loop der eeuwen zijn de percelen in de Wadweere, door een steeds betere waterbeheersing, hun gevarieerde karakter kwijt geraakt. Bos is gerooid, water en rietlanden werden tot weiland gemaakt en zijn ‘opgeschoven’ tot aan de voormalige zeedijk. Daar krijgen we nog wel een impressie van hoe de Wadweere er ooit heeft uitgezien.
Knipoog
’t Blôte Bienepad is een naam met een ‘knipoog’ en een hoog folkloristisch gehalte waarvan de oorsprong (waarschijnlijk) niet te achterhalen is. De naam verwijst naar de spotnaam ‘Blôte Bieneland’ voor het dorp Aartswoud. Sommigen zien de natte gesteldheid van de landen rond Aartswoud als oorzaak van de spotnaam, anderen denken aan zichtbare damesbenen. De naam zou ontstaan zijn in een tijd waarin de jurk al korter werd, voor de meer behoudende Westfries was dit tamelijk schandalig. Waren de Aartswouder dames gewoonweg modern?
[1] P. Noordeloos, Heerlijkheden in Westfriesland. In: WFON 26 (1959), blz. 96: (1537) Buyten Gouwe off de Weeren. De Weere als gebiedsnaam vinden we ook veel terug in o.a. Waterland, mn. in de omgeving van Edam en Monnikendam
[2] Vernoemd naar Eduard Jacot van Axel, heer van Dussen. Op zijn initiatief werd de Oosterkolk grotendeels ingepolderd in de jaren ‘30 van de 17e eeuw
[3] Nationaal Archief Den Haag, LRK 170, Fol.120
[4] Zie voetnoot 1, blz. 95-97
[5] Westfries Archief Hoorn
[6] Zie voetnoot 1, blz. 96: “Dat rietlandt van Ellen Cuyl, daer Bonifatiuswech deur gaet…..”