Stichting Hoochhoutwout biedt u het heden en het verleden van de (vroegere) gemeente Hoogwoud (Hoogwoud, Aartswoud, De Langereis, De Gouwe, De Weere). De Stichting Hoochhoutwout heeft als doelstelling om de (vroegere) gemeente Hoogwoud in al haar facetten te belichten.

Cultuurshock

Burgemeester Maat in Hoogwoud

Door Erik Mooij

Al langere tijd leefde bij mij de wens om de laatste burgemeester van de gemeente Hoogwoud te interviewen. Er is veel materiaal uit zijn ambtsperiode beschikbaar dat door bepaalde selecties een beeld schetst van de persoon van burgemeester Maat. Ik wilde hem graag vragen hoe hij na al die jaren terugkijkt op die periode. Hoe hij keek naar het dorp Hoogwoud en hoe hij er nu naar terugkijkt. In april van dit jaar was het zover dat ik hem mocht interviewen in zijn huidige woonplaats Eindhoven. Het werd een open gesprek waarin oud-burgemeester Maat met humor en de nodige zelfreflectie zijn beeld gaf. Ook memorabele momenten die in de pers breed zijn uitgemeten, en die ongetwijfeld in de toekomst nog eens zullen worden besproken, werden niet uit de weg gegaan. Staan blijft de conclusie dat het kruisen van de paden van Willem Maat en de gemeente Hoogwoud voor een cultuurshock zorgde voor zowel de persoon als de gemeente.

Willem Maat werd geboren op 11 november 1940 in Eindhoven. Zijn vader kwam van het Brabantse platteland en ging studeren in Delft. Hij kon dit echter niet afmaken omdat zijn ouders dat niet konden betalen. Vader Maat is vanuit het Brabantse land naar Eindhoven getrokken om te gaan werken bij Philips, net zoals 40.000 andere werknemers. Moeder kwam uit Zeeland, uit Terneuzen. Willem Maat kwam uit een Philipsgezin, wat een verschil was met de traditionele Eindhovense gezinnen. Ze waren Philips import. Vader was commercieel actief voor Philips. Hij was niet politiek actief, daar was geen tijd voor. Er moest hard worden gewerkt.

Willem ging na de lagere school naar het gymnasium in Eindhoven. De dag na zijn eindexamen, in 1960, zat hij in de trein naar Hare Majesteits dienst. Dit was twee jaar later dan de meeste anderen van zijn generatie. Dat kwam door zijn geboortedatum en de langere duur van de gymnasiumstudie van 6 jaar. Eind 1962, begin 1963 zwaaide hij af uit militaire dienst als reserve tweede luitenant bij de infanterie (zandhaas). Hij is nooit op herhaling geweest omdat dit onverenigbaar zou zijn met het burgemeesterschap (is bij wet geregeld). Na de militaire dienst woonde hij nog bij zijn ouders. Hij is gaan studeren aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Hij studeerde privaat- en publiekrecht. Hij studeerde af in 1968 en heeft daarna nog een studie europees recht gedaan waarin hij in 1969 is afgestudeerd. Hij is daarna op verzoek van een hoogleraar in Brussel gaan werken voor de EU (zijn salaris was toen al hoger dan later in Hoogwoud, bruto = netto als je werkt voor de EU). Na een jaar, in november 1970, is hij daar weggegaan op verzoek van zijn moeder in verband met het overlijden van zijn vader. Moeder vroeg hem te komen werken in Eindhoven. Maat: ‘Ik kon daar halve dagen aan de slag in de advocatuur. Ik heb dat met tegenzin gedaan, dat is geen vak voor mij. In Eindhoven ben ik toen ook in de politiek begonnen bij de KVP. Na een jaar werd ik uitgenodigd om te solliciteren naar het ambt van burgemeester. Ik dacht dat het een vergissing was, want ik was pas 30 en kende alleen maar oudere burgemeesters.’

Burgemeester Willem Maat met zijn vrouw Mieke van de Kerkhof. 
Zij staan hier bij het monument bij het dorpshuis (tegenwoordig Op Stap) 
gemaakt door Bart v/d Weyer geïnspireerd op de ondergang van Graaf Willem II.

 

‘In Brussel had ik een proefschrift geschreven, genaamd: Vergelijkende studie van de regionalisering in de West-Europese landen. Het handelde over gewestvorming, samenvoeging en dergelijke. Het proefschrift is blijkbaar opgevallen, want ik werd uitgenodigd, blijkbaar met het doel het in de praktijk te brengen’. Er was juist een herindelingsgolf geweest onder andere in Zeeland, Limburg. De commissaris van de koningin zei: ‘Solliciteer eens in de gemeente Hoogwoud - ik had er nog nooit van gehoord - want die gaat op korte termijn samen met de gemeente Opmeer en Spanbroek. In de tweede fase komt ook Wognum erbij en in de derde golf gaat alles bij Hoorn.

Willem Maat was nog nooit in zijn leven boven het Noordzeekanaal geweest. Hoogwoud was een klein dorp waar een katholieke zuiderling kwam die nog maar 31 was. In een niet-katholieke enclave een katholiek, jong en onervaren iemand uit het zuiden benoemen was eigenlijk een gewaagd experiment. Maat: ‘Als ik was benoemd in een typisch katholiek Brabants dorp dan had ik de baan misschien leuk gevonden. Een stedeling naar een dorp, en wat voor dorp! Verschillende kernen die ook nog eens niet geheel samenwerkten. Katholieke, niet katholieke en niet gelovige enclaves. Dan ook nog het aparte stuk West-Friesland. Die volwassen mensen die me hebben benoemd namen eigenlijk een onverstandige beslissing. De minister heeft de benoeming zes maanden tegengehouden omdat er eerst getrouwd moest worden.’

Hij trouwde met Mieke van de Kerkhof. Zij mocht niet werken, ondanks dat zij een goede opleiding had gehad tot verpleegkundige.

Zou u kunnen omschrijven wat uw indruk was van de gemeente Hoogwoud zoals u die aantrof? Waarin verschilde wat u aantrof van uw verwachtingen?

“Ik was er een keer doorgereden nadat de commissaris had gezegd: ‘Ga er maar eens kijken’. Het was een rot end door die smalle weg (red: de A7, toen nog E10, was nog een tweebaansweg). Ik was nog verdwaald in Heerhugowaard. Het zag er niet uit, donker, klein gemeentehuisje. Ik kon nou niet zeggen dat ik er een kick van kreeg. Het was ook niks. Nu met alle nieuwe bebouwing etcetera ziet het er mooi uit. Als je vanaf de A.C. de Graafweg kwam was het allemaal weiland. Vanuit de burgemeesterswoning (Burgemeester Breebaartstraat nr 1) kon je met een verrekijker kijken, je zag alleen maar weiland. De wind gierde om het huis. Dan kom je uit een dynamische wereld als Brussel, geboren en opgegroeid in Eindhoven, gestudeerd in Nijmegen en je bent jong en je wilt wat. Als je een drukke baan hebt in de stad en je gaat naar je villa dan is dat heerlijk. Ik kreeg het omgekeerde leven en zocht mijn vrienden op in Eindhoven, Rotterdam en Amsterdam. Het was in Hoogwoud hartstikke stil.”

Burgemeester J. Breebaart, vader van de latere burgemeester Dirk Breebaart.


Burgemeester Dirk Breebaart.

“Op het gemeentehuis was ook geen reuring met die vijf ambtenaren. Mijn voorganger Breebaart was burgemeester, gemeentesecretaris en verantwoordelijk voor de afdeling algemene zaken en haalde zelf de post. Ik had in Brussel zelf een secretaresse en in Hoogwoud post ophalen dat weigerde ik. Ik moest de post zelf ook openmaken. Ik heb een professionaliseringsslag doorgevoerd. Mijn voorganger, Dirk Breebaart heeft, met alle respect, veel tegengehouden. Hij was zuinig en enveloppen werden zelfs opnieuw gebruikt door Breebaart. Hij betrachte die zuinigheid voor zichzelf en ook voor de gemeente. Het was meer een familiebedrijf, want voor burgemeester Hoogenboom zat de vader van Dirk Breebaart er al. Modern beleid kost geld en dat was er niet in Hoogwoud. Breebaart was nogal zuinig en ik was nogal uitgeverig. Ik weet niet wat het beste is voor een gemeente. Ik heb geprobeerd er swung in te brengen en dat is me niet altijd in dank afgenomen. Ik kan er nu wel om lachen.”

“Ik was benoemd in maart 1972 en kon pas in november in de ambtswoning, omdat Breebaart er niet uit wilde. We kregen ook geen huur van hem. Dat werd normaal ingehouden op zijn wedde maar die kreeg hij na pensionering van het ABP dus wij hadden er niets over te zeggen. Hij is vanuit de ambtswoning verhuisd naar een appartement in Hoorn. Ik moest al die tijd maar heen en weer pendelen tussen Eindhoven en Hoogwoud. In Hoogwoud was geen hotel en hotel de Keizerskroon in Hoorn vond de raad te duur. Ik kwam dus maar een dag of drie in de week, vooral in het weekend. Voor de dahliaclub, Con Zelo enzovoorts. Toen Breebaart uit de ambtswoning ging, was er veel achterstallig onderhoud. De wethouders vonden dat er onderhoud gepleegd moest worden. De zuinigheid met betrekking tot het onderhoud maakte dat er veel geld nodig was. Er moest 25.000 gulden via de raad worden gealloceerd. Ik had daardoor de nodige publiciteit aan mijn broek. De ambtswoning was in haar tijd het modernste pand van Noord-Holland. Ze noemden het de fabriek of het atelier. Het was een heel apart huis dat Breebaart had laten bouwen. Ik snap nu nog niet dat ze er zoveel geld voor uitgaven. Piet Schilder, als toenmalig wethouder, wilde er wel vanaf en liet het taxeren om het te verkopen aan ons. Het werd getaxeerd op 320.000 gulden en dat was voor ons onbetaalbaar. Wij waren wel blij met zo’n modern huis. Mijn kinderen zijn er geboren en dat gaf voor mijn vrouw ook een bijzondere band met dat huis.”

De burgemeesterswoning aan de Burgemeester Breebaartstraat.
Dit huis werd ontworpen door de bekende Bergense architect C. Noort en
in 1956 gebouwd in opdracht van burgemeester Dirk Breebaart.

 

“Het was al met al geen leuke start. Het valt niet mee iemand op te volgen wiens familie er al 60-70 jaar zit. Zij hebben een bijna adellijke status gekregen of eigenlijk voor zichzelf gecreëerd. Burgemeesters van vroeger hadden toch een geweldig leven. De mensen keken tegen hen op en ze hadden het rustig. Misschien hebben ze dat willen doorbreken met mijn benoeming, een jonge vent geeft reuring en dan verandert er ook iets. Het was een andere tijd. Het was een gesloten gemeenschap, dat gold voor heel West-Friesland. De oude bestuurders hielden zich bezig met molens, verenigingen en dergelijke. Wij gooiden de gemeenschap open, sommigen vonden dat fantastisch en anderen niet. Ik heb contacten gelegd met gemeenten in het buitenland voor Con Zelo en de Woudklappers. Ik heb wel eens tegen de Gaay Fortman gezegd dat ze geen energieke kerels moeten zetten op dit soort dorpen. In steden kun je die energie kwijt.”

“Nu vind ik het Noord-Hollandse landschap prachtig. Voor ons is Noord-Holland een echte vakantieprovincie geworden. Jammer dat er zoveel landbouwgrond wordt opgeofferd aan industrieterreinen. Er was altijd competitie tussen burgemeesters over industrie en havenschap in de VNG. Ik hield wel van bouwen, je was jong en hield van dynamiek. Nu ben ik omgekeerd en ben van het milieu beschermen. Het milieu wordt zo makkelijk opgeofferd aan stenen en asfalt. Waar zijn ze toch mee bezig, vraag ik me dan af, blijkbaar het gevolg van de ouderdom.”

Opdracht

“We zaten tot het begin van de jaren zeventig nog met het regentendom, het was toch vooral de burgemeester die bepaalde. Ik kreeg de taakopdracht mee om de gemeentelijke herindeling voor te bereiden. Het moest binnen een jaar klaar zijn, maar na een paar maanden werd de opdracht ingetrokken. Er was een democratiseringsgolf op gang gekomen, waardoor er meer inspraak kwam en de raden meer konden meepraten en ook meebepalen. Dat was een goede zaak. Maar na het intrekken van mijn taakopdracht ben ik op hoge poten naar de minister gegaan met het verzoek om mijn functie in te trekken. Die herindeling was tenslotte ook mijn drijfveer om naar Hoogwoud te gaan. Toen dat niet werd gehonoreerd ben ik ook mijn houding gaan aanpassen. Ik heb aangegeven dat ik er na de volgende herindeling weg wilde. Er was wel de mogelijkheid om door te gaan, maar ik wilde dat niet. Misschien had het wel de oppositie gegeven, maar als je er goed opstond bij de commissaris en die benoemde je dan kon de raad daar niets meer aan veranderen. Dat is nu wel anders. Wim de Leeuw kwam. Mijn taak was volbracht. Ik heb dat met frisse tegenzin gedaan. Ook de tegenwind, een beetje gefrustreerd door de taakopdracht. Wel een leuke tijd gehad, maar meer buiten het dorp.”

De opening van het Jeugd en jongerencentrum aan de Herenweg 4 in Hoogwoud.
Op de voorgrond zien we vlnr mevrouw Maat,
burgemeester Maat van Hoogwoud, wethouder Cor Does en
burgemeester Wim de Leeuw van Opmeer/Spanbroek.

 

Waarop bent u het meest trots?

“Ja trots? De overloop, maar dat moest ook van de provincie, of je nu voor of tegen was je moest gewoon bouwen. Wij hebben wel heel wat plannen gemaakt waardoor de scholen en de tennisbanen er zijn gekomen, maar het hoort er allemaal bij. Ik durf echt niet te zeggen waar ik het meest trots op ben. Doordat ik in de raad van Europese gemeenten zat, kon ik ook uitwisseling stimuleren met andere dorpen in Europa voor de sport en de muziek. Jammer dat er raadsleden waren die hier ook door de politieke bril naar bleven kijken. Zo waren er op een reis in Duitsland raadsleden die naar huis wilden omdat de burgemeester van het betreffende dorp van de CDU was. De PvdA fractie was aan het politiek bedrijven terwijl wij eigenlijk alleen voor de sport kwamen.”

“We hadden geen tandarts op Hoogwoud. Piet Schilder vroeg of ik daarvoor wilde zorgen. Ik belde naar de Koninklijke maatschappij voor tandheelkunde. Ik heb Cremers gestrikt door het financieel aantrekkelijk te maken. Ik heb ook wel eens complimenten gehad van een oud raadslid. Die vond dat ik hard werkte en ik dacht dat hij me belazerde. Maar hij gaf aan dat hij in de ambtswoning nog licht had zien branden om half vier ‘s nachts en hij zei: ‘Dat je nog aan het werk was!’. Terwijl wij met vrienden aan het drinken waren.”

Wat is u het meest bijgebleven van uw ambtsperiode?

“Dat de zaak gedemocratiseerd is. De boel opengegooid is en het benauwde karakter er af is gegaan. Niet iedereen zag dat zo. Dat de wethouders ook veel meer hun eigen portefeuilles kregen, met verantwoordelijkheid. Tot die tijd bepaalde de burgemeester. Denk aan het beeld zoals we dat kennen vanuit de Swiebertje serie. Onder het gemeente huis de gevangenis. Nu zie ik daar pas de charme van in, maar dat is ook de romantiek van het verleden.”

“Een keer met storm heeft de brandweer een overspanning gemaakt over het dak van onze ambtswoning. Het dak lekte en we hadden emmertjes in huis staan. De ratelpopulieren aan de slootkant kwam met een rukwind bijna op het huis af. Dat was eng. Mijn vrouw pakte ons pasgeboren kind uit de wieg en wilde weg. Mensen boden aan om bij hen boven te komen wonen. Nadat de storm is gaan liggen hebben we veel bomen laten weghalen.”

“Bijzonder boos heb ik mij ook gemaakt over het grote aantal nevenfuncties die ik kreeg omdat ik burgemeester was. Ik kon van veel dingen niet ontdekken wat die te maken hadden met de gemeente. Vicevoorzitter van het ziekenhuis in Alkmaar, de MTS en het Noord-Hollands Philharmonisch Orkest. Het bleek dat Hoogwoud geld leende aan deze instellingen. Hoogwoud was een rijke gemeente.”

“Op het spreekuur kwamen Amsterdammers klagen over de wagens van Aurora of dat een boer had gegierd en dat het stonk. Ik adviseerde hen om het huis te verkopen en weer terug te gaan naar Amsterdam.”

Het hooofdbureau van de Rijkspolitie in Hoogwoud 
zoals het begin jaren 50 werd opgeleverd.

 

“Ik was als burgemeester ook hoofd van de Rijkspolitie waarvan het hoofdbureau voor het gebied in Hoogwoud stond. Ik kan me herinneren dat ik één keer persoonlijk heb ingegrepen. De politie vroeg mij mee te gaan naar een woning. De man des huizes werkte in Amsterdam, de vrouw werkte niet en verveelde zich. Hij kwam thuis uit Amsterdam door de file, zijn vrouw wilde snel eten en dan uit naar Amsterdam. Hij werd gek en sloeg haar met een strijkijzer op haar hoofd. Ook de keer dat de korpsleiding van de Rijkspolitie hem informeerde dat er van vrijdag tot maandag geen politie was omdat ze moesten werken aan het strand in verband met het toeristenseizoen. Wij hadden het hoofdkantoor en dus geen politie van het gehele verzorgingsgebied. Maar er gebeurde gelukkig ook niets in het gebied.”

Het laatste college van de gemeente Hoogwoud in 1979.
Vlnr Wethouder Hulskemper, gemeentesecretaris Smit, burgemeester Maat
en wethouder Van Gaalen.

 

“Ik kan me ook nog goed herinneren die keer dat ik vanuit Haarlem met grote spoed terug ging naar Hoogwoud omdat ik een afspraak had met iemand om ongeveer 15.00 uur. Ik was ondanks alles een minuut of tien te laat en mocht mijn kamer niet in. Mijn kamer was namelijk tevens raads- en trouwzaal. Er was een trouwerij bezig, men was vergeten dat aan mij te vertellen.”

Wat zou u graag anders hebben gedaan?

“Ik had me wat meer moeten aanpassen en mijn mond wat meer moeten houden. Maar ik barstte van de energie en was een Brabander die hield van gezelligheid. De relaties zijn wel blijven bestaan, maar dan wel met de echte Westfriezen en niet met de import. Ook met de raadsleden en andere heb ik wel een leuke relatie gehad. Ik ben ook met twee oud-wethouders op wintersport geweest, dus het is niet allemaal slecht geweest. De relaties verwateren uiteindelijk ook door de afstand. Wat me ook te binnen schiet is dat men me had moeten waarschuwen voor het feit dat als je van alles twee hebt, dat je dan altijd last hebt van achterdocht. Er waren twee pastoors, twee toneelverenigingen, twee muziekkorpsen etc. Als je bij de een wel kwam of vaker dan bij de ander dan was er direct weer gemopper en het gevoel van te kort worden gedaan. Dat betekent dat je eigenlijk veel formeler moest zijn want anders krijg je praat. Daar heb je in een grotere gemeenschap toch minder last van. Het was klein hoor.”

Tijdens uw ambtsperiode haalde u ook de pers, hoe kwam dat volgens u en hoe heeft u dat ervaren?

“Ik moest dat vak leren en maakte ook fouten, als ik vijftien jaar ouder was geweest en kinderen had opgevoed was het anders gelopen. Ik kon wel mijn gang gaan, want de commissaris van de koningin heeft mij nooit ter verantwoording geroepen. Als de commissaris je mocht, werd je benoemd, wat de raad ook wilde. Dat is nu totaal anders. Daarnaast kreeg ik te maken met Kreukniet. Hij had gesolliciteerd als burgemeester en was het niet geworden. Daar heb ik de hele raadsperiode last van gehad. Journalisten zeiden ook wel eens tegen mij: ‘Bij Maat is altijd wat, bij andere burgemeesters was niets te doen’. Bijvoorbeeld zelfs het feit dat we Europese gemeente werden hield anderen bezig die dat niet zagen zitten en de pers sprong er weer bovenop.”

Wat bent u gaan doen na uw burgemeesterschap van Hoogwoud?

“Het burgemeesterschap trok me niet meer. Ik heb nog wel een keer formeel gesolliciteerd in verband met verplichtingen die samenhangen met de wachtgeldregeling. Ik ben toen adviseur geworden bij het directoraat van het Europees parlement bij de ambtelijke structuur. Advieswerk voor gemeentes in Brussel op het gebied van lobby en subsidies. Ik heb college gegeven in Utrecht, geschiedenis van de staatsinstellingen en de wet op de ruimtelijke ordening aan doctoraal studenten. Nu heb je veel meer wetten dan toen. Toen ik burgemeester was in Hoogwoud gaf ik les op zaterdagmorgen. Dat was toen parttime en later heb ik dat uitgebreid. Ik heb elf jaar lesgegeven. Ben ermee opgehouden doordat de reistijd me opbrak. Voor twee uur lesgeven was je twee uur heen en weer twee uur terug kwijt aan reistijd. De steeds toenemende drukte breekt je dan op. Het is het beste als je naast je werk woont. Ik heb ook nu nog een groot aantal bestuursfuncties in Eindhoven.”

Burgemeester Maat bezig met zijn laatste rede tijdens de
opheffingsceremonie van de gemeente Hoogwoud in 1979.

 

Ik wil toch nog twee andere dingen van u weten. Ten eerste hoe zat het volgens u met de filmzaal die u in uw ambtswoning liet inbouwen?

“Vader zat voor Philips in het filmbedrijf en uit zijn nalatenschap heb ik twee 35 mm projectoren gekregen. Ik heb in de kelder een witte plaat laten timmeren waarop ik de beelden kon projecteren. Twee stenen werden uit de muur gehaald waardoor de projectoren konden schijnen. De projectoren stonden in de garage, de auto kon er nog net in. Ik liet er tapijt in leggen en een snoertje naar de luidspreker. Dat was alles. Je woonde letterlijk in een glazen huis, alles werd in de gaten gehouden.”

Hoe kijkt u nu naar de zwembadaffaire?

“Ik heb met Piet Schilder altijd een goede verhouding gehad, alleen niet tijdens de zwembad affaire. Jansma was een moeilijke man en gemeentesecretaris. Jansma was eerste ambtenaar en omdat ik geen secretaris wilde zijn, zoals Breebaart dat wel was, kreeg Jansma de functie van gemeentesecretaris. Jansma kwam met het dossier, hij belde aan en zei: ‘Burgemeester er zijn hier twee heren van de rijksrecherche’. Er was fraude geconstateerd op het zwembad. Tibboel was de verantwoordelijke badmeester en de portefeuille sport viel onder de verantwoordelijkheid van Piet Schilder als wethouder. Het ging om een paar duizend gulden. Met gemeenschapsgeld was een diepvriezer gekocht en die was nooit aangekomen bij het zwembad. Door de melding aan mij was ik ook verantwoordelijk. Ik vroeg aan de commissaris wat ik moest doen. Die zij: ‘Daar moet je je niet druk over maken. In de wet staat dat je het aan de politie moet melden. Schakel de officier van Justitie in. Hoofdofficier Abspoel moet het maar oplossen’. Abspoel zei: ‘Ik stuur wel een officier van Justitie, een jong mannetje en die moet het maar opknappen’. Ik heb Piet gebeld en gevraagd direct te komen. Die kwam en ik heb het verteld. Piet zei dat hij het niet had gedaan. Dat klopte ook, maar de vriezer was met een karretje van hem opgehaald. Piet ging naar huis. Piet wilde zijn verhaal kwijt aan de raad en daar kreeg de pers lucht van. De zwembadaffaire was geboren. Met name de Neutrale Kies Vereniging (NKV thans Gemeentebelangen) klopte dit verhaal op, zij zaten in de oppositie.”

Burgemeester Maat overhandigt Piet Schilder de gemeentetegel van
Hoogwoud. Een blijk van waardering van de man die Piet Schilder
nog altijd hoog heeft.

 

Ten slotte

Zijn twee zoons werden geboren in 1973 en 1975 in Hoorn, tijdens de ambtsperiode van burgemeester Maat. Zij zijn dus Westfriezen. Maat: “Die hebben al vaak meegemaakt op wintersport of tijdens hockeytoernooien dat mensen vragen: ‘Waar ben je geboren?’ Hoorn, Hoogwoud, nooit gehoord dat iemand zei dat ze er van gehoord hadden. De jongens kunnen zich er ook niets van herinneren. Ze zijn nog wel eens met hun verkering naar Hoogwoud gegaan om te laten zien waar ze vandaan kwamen.”

Aan het einde van het interview komt mevrouw Maat-van de Kerkhof binnen. Zij was een jonge vrouw van 22 toen ze als burgemeestersvrouw in Hoogwoud kwam. In het dorp wordt meestal positiever over haar gesproken dan over burgemeester Maat. Als ik hem hiermee confronteer, zegt hij: “Zij heeft een heel andere instelling. Ze maakt makkelijk contact en is benaderbaar.” Mevrouw Maat werkt nu nog twee dagen per week in het ziekenhuis in Eindhoven op de afdeling gynaecologie. Kindertjes helpen geboren te worden. Ze is verpleegkundige en doet het met veel plezier. Ze stopt dit jaar.

Weglopend na ons interview vraagt oud-burgemeester Maat mij om een positief stuk te schrijven, een beetje rehabilitatie. Of dat gelukt is, laat ik over aan de beoordeling van de lezer. Ik ben in elk geval blij dat we ook de andere kant van de medaille hebben kunnen laten zien. Het heeft mij in elk geval nogmaals bewust gemaakt van de enorme veranderingen die vanuit de jaren ’60 in de jaren ’70 ook Hoogwoud raakten. Burgemeester Maat zat er midden in en kreeg te maken met en veroorzaakte een cultuurshock. Zoals hij tegen me zei: “Het leek wel of er nog een Willem moest sneuvelen in Hoogwoud.”

Mevrouw Maat-van de Kerkhof en oud burgemeester Maat in 2010.
Zittend op de bank van hun appartement in Eindhoven kijken ze
naar de gemeentetegel van Hoogwoud.

 

 Website designed and build by

deanluma logo shade xsmall