Stichting Hoochhoutwout biedt u het heden en het verleden van de (vroegere) gemeente Hoogwoud (Hoogwoud, Aartswoud, De Langereis, De Gouwe, De Weere). De Stichting Hoochhoutwout heeft als doelstelling om de (vroegere) gemeente Hoogwoud in al haar facetten te belichten.

Kolven in Hoogwoud

Door Jan Rood

De geschiedenis van het kolven gaat heel ver terug in de tijd. In oude boeken en op schilderijen vindt en ziet men dat er al gekolfd werd in de 13e en 14e eeuw. Het is een van de eerste sporten die met een bal werd gespeeld. In de winter speelde men zelfs op het ijs. Zeer populair was het maliënkolven, met een bal en in zo min mogelijk slagen een traject afleggen. De straatnaam Maliebaan, onder andere in Utrecht, verwijst daar nog naar. In Amsterdam waren er in de 17e eeuw meer dan 200 banen en ook in Noord-Holland lag bij elk café wel een kolfbaan. Dit artikel beschrijft de geschiedenis van de Hoogwouder kolfsociëteit ‘Niet Klappen’ vanaf de oprichting in 1889 tot heden, met de restrictie dat de oude notulenboeken weg zijn en dat er van de jaren vóór 1964 niet veel bekend is. De huidige kolfbaan van ‘Niet Klappen’ bevindt zich in café het ‘Huis van Egmond’ aan de Burgemeester Hoogenboomlaan 35 in Hoogwoud.

Kolven op ijs.

 

De kolfsociëteit ‘Niet Klappen’ werd opgericht in 1891, tenminste dat dachten wij. We zijn vanaf het 75-jarig bestaan in 1966 terug gaan rekenen en kwamen zodoende uit op 1891. Groot was mijn verbazing dan ook, toen ik onlangs tijdens een wedstrijd in de Wormer een kaartje kreeg dat een uitnodiging bleek te zijn voor het 60-jarig bestaan van ‘Niet Klappen’ in 1949. Het oprichtingsjaar was 1889, we zijn dus 2 jaar ouder dan gedacht. ‘Niet Klappen’ is van oudsher een sociëteit wat inhield dat men lid werd van de soos, men kon er kolven maar ook biljarten. Sommigen kozen ervoor om alleen te biljarten. Als de baan nog niet vrij was om te kolven ging men vaak kaarten. Men kon overigens niet zomaar lid worden, eerst moest men langs de ballotagecommissie en die bepaalde dan of iemand lid kon worden. In Hoogwoud had men op de hoek bij café ‘het Witte Huis’ een kolfbaan liggen, later stond daar de Rabobank. Ook waar nu de winkel van Kaijer is, lag een kolfbaan en dan had je het ‘Huis van Egmond’, vroeger café ‘de Hoop’, waar onze huidige kolfbaan ligt. Dit alles wordt uitvoerig beschreven in het jaarboek 2001 van Hoochhoutwout.

Uitnodiging 60-jarig bestaan.

 

Het Kolfspel

Het tegenwoordige kolfspel wordt gespeeld in een baan die ongeveer 16 meter lang is en 5 meter breed. De maten zijn soms afwijkend, onze baan is bijvoorbeeld maar 15 meter lang. In de baan staan twee palen op 2.30 meter uit de voor- en achterkant. De baan is ingedeeld in twaalf puntenvakken, zes grote en vijf kleine vakken achter de verste paal. De bedoeling van het spel is om in drie slagen, ook wel klappen genoemd, via de palen een zo hoog mogelijk puntenaantal te slaan. Met de eerste klap, de Uitklap, probeert men de achterpaal te raken, de tweede klap, de Opklap, slaat men via de achterpaal weer terug naar de voorpaal om zo gunstig mogelijk te liggen voor de derde klap, de Puntenklap. Dit doet men vijf keer en dat is dan de eerste serie. Het hoogste puntenaantal per klap is twaalf punten en het hoogste dat men in een serie kan slaan is dus zestig punten, wat niet vaak voorkomt. Men speelt met drie man, een korps genaamd, in de baan en na een serie wordt er gewisseld voor drie anderen. Er wordt gespeeld met gummiballen en sajetballen. Een sajetbal is gemaakt van sajettouw, heel strak gedraaid en van een leren huid voorzien, deze bal is kleiner dan de gummibal. Elke speler heeft zijn eigen kliek waarmee men slaat. Een kliek is een houten steel met aan de onderkant een metalen gedeelte waar men mee slaat. Er is verschil tussen een kliek voor de gummiballen en die voor de sajetballen. De kliek voor een gummibal is zwaarder van uitvoering dan een sajetkliek. Soms heeft een speler het hout van de kliek bekleedt met stof of leer voor een beter houvast. Verder heeft ieder zijn eigen bal of ballen om mee te spelen, want men moet wennen aan de bal. Bij het kolfspel zijn bij officiële wedstrijden markeurs (scheidsrechters) aanwezig die kijken of je de paal raakt, afstrepen op de vloer waar je bal blijft liggen en de geslagen punten bijhouden op een bord en tegenwoordig in de PC. In de baan is bij de voor- en achterpaal een markeur aanwezig en een schrijver houdt de score bij. Bij het kolven op de verenigingsavond kijkt een van de kolvers of je de paal raakt en houdt de stand bij op het bord.

Kolfbaan en de drie slagen.

 

Notulen verdwenen

Het jammerlijke is dat we van vóór 1964 geen notulenboeken meer bezitten, deze zijn allemaal verdwenen. Van de beginjaren van ‘Niet Klappen’ is daarom weinig bekend. Ik ben in het archief van de kolfbond, dat in Hoorn ligt opgeslagen, gaan zoeken. De eerste persoon die ik regelmatig tegenkwam was notaris mr. H. de Boer uit Hoogwoud. Hij won in 1905 een tweede prijs met 144 punten bij een wedstrijd in Spanbroek en in 1912 kom ik hem weer tegen bij een wedstrijd in Alkmaar waar hij met 57 punten een serieprijs won. Maar dit alles deed hij als lid van kolfvereniging ‘de Vier Eenen’ uit Spanbroek. Deze vereniging was namelijk wel lid van de in 1885 door Dr. G.C. van Balen Blanken opgerichte Nederlandsche Kolfbond. Je had vroeger ook de Noord-Hollandse bond en mijn vermoeden is dat ‘Niet Klappen’ daar lid van was en dat men alleen naar wedstrijden ging van die bond. Want pas in 1942 kom ik het eerste korps tegen dat meedoet aan een nationale wedstrijd van de Nederlandsche Kolfbond in Noord-Scharwoude. Het korps bestond uit de heren K. Hoek, L.M. van Steenhoven en Jb. Schermer en zij behaalden 211 punten. Andere ingeschreven leden waren G.P. Rooker, Mr. H. de Boer, P. Zee, K. Koenis, R.N.C de Boer, C. Hoek, D. Bakker, G. Bos, P. de Boer en de junioren C. Benit, G. Rooker Jbzn. en C. Bakker. In 1945 kom ik twee nieuwe leden tegen namelijk Piet Donker en Dirk Ruiter.

De wedstrijden

Men organiseerde diverse wedstrijden voor de kolvers. Jaarlijks was er het Nederlands kampioenschap dat steeds in een andere baan werd gehouden en onder de vlag van de kolfbond door de bespelers van die baan werd georganiseerd. Men kon daar voor deelname inschrijven, zowel individueel als met een korps. Ook had men bijna iedere maand in een baan wel een vijftig-slagen-wedstrijd, dat is vijf series van tien slagen spelen. Dit werd door de kolfbond bijgehouden om te bepalen in welke klas je werd ingedeeld. Het kolfspel bestond toentertijd uit vijf klassen, je begon in de vijfde klas en naarmate je beter ging kolven, klom je op naar de eerste klasse. Tegenwoordig heb je vier klassen en een superklas. Er werd gespeeld om leuke prijzen en de kampioenen kregen bekers, lauwertakken en medailles. Men kon in alle klassen prijzen winnen.

Van links naar rechts: achter van Steenhoven, ??, misschien A. Schermer,
Klaas H, ??, Piet Lec, ??. In de baan: Cor Plak,
Gerard Deutekom, Cor Langedijk.

 

Eerste succes

In 1946 wordt het eerste grote succes geboekt. Het gummikorps wordt Nederlands kampioen in Spanbroek met 408 punten. Het korps bestond uit Mr. H. de Boer, Piet Zee en G.P. Rooker. Een aantal nieuwe leden staan weer vermeld onder andere A. Modder, G. Bos, C. Liefhebber - de caféhouder van het Huis van Egmond - C. Luiken, T. Oepkesz, P. Groen en junior O. Schermer. In 1947 meldt Jan Kreuk zich als nieuwe kolver en hij zal later uitgroeien tot een van de beste kolvers van ‘Niet Klappen’. Ook H. Blanken en de junioren D. Poot, Cees Schilder - vader van de huidige eigenaar van ‘het Huis van Egmond’ - en Gerard Kreuk doen voor het eerst mee aan het Nederlands kampioenschap van 1949.

60-jarig bestaan

In oktober 1949 vierde ‘Niet Klappen’ haar 60-jarig bestaan. De vereniging werd toen geleid door Mr. H. de Boer als voorzitter, Piet Zee was secretaris en P. Groen was penningmeester. Er werd gespeeld om prijzen in drie gummiklassen en een sajetklasse. Ook was er voor verenigingen die met zes man deelnamen een prijs te verdienen, als eerste prijs een beker, als tweede een lauwertak en als derde prijs een medaille. Het inleggeld per persoon bedroeg ƒ 1,10 en er werd een verloting gehouden met fraaie prijzen. In 1951 werd het korps tweede bij het Nederlands kampioenschap in Barsingerhorn met 444 punten. Het korps bestond uit de leden Jan Kreuk, mr. H. de Boer en Jb. Schermer. Cees Schilder pakte bij de individuele kolvers een eerste prijs voor de hoogste eerste serie in zijn klasse. Dirk Ruiter haalde met 104 punten een serieprijs in de tweede klas. Er werd wel tot drie uur ‘s nachts gekolfd, zo lees ik, en dat was vaak het geval in die jaren. Er werd ook door veel kolvers aan wedstrijden meegedaan. In dat jaar bestond ‘Houdt Maat’ uit Wognum 50 jaar. In 1952 werd het korps derde met 400 punten en Jan Kreuk sloeg in Krommenie een Nederlands record met 556 punten tijdens de 50-slagen-wedstrijd.

Brand in Wognum

In 1953 brandde café/kolfbaan ‘de Vier Heemskinderen’ in Wognum af en de vereniging ‘Houdt Maat’ koos ervoor om tijdelijk in Hoogwoud te gaan kolven. Omdat er geen nieuwe baan in Wognum kwam, bleven zij lid in Hoogwoud. Gerard Kreuk was de laatste die tot aan zijn overlijden bij ons bleef kolven. In 1953 sloeg het korps van Hoogwoud tijdens een wedstrijd in kolfbaan ‘de Vergulde Vos’ in Oostwoud 174 van de 180 te behalen punten in hun eerste serie. Zij werden uiteindelijk, na 15 slagen, tweede met 350 punten. In 1955 werd een derde prijs door het korps behaald met 407 punten. In 1956 werden weer nieuwe leden bijgeschreven namelijk: J. Veerman, K. Helder, J. Boes, C. Bras, C. Heddes en A. de Boer en in ’57 en ’58 meldden zich als junior J. Kieftenbelt - toen eigenaar van het ‘Huis van Egmond’ - Wim Rooker, Jaap Mulder en P. Breg.

75 jarig bestaan. Zittend vlnr: Piet Donker, Piet Zee, Cees Benit,
Rein Houter en Jan Kuijpers. Staand: Cor Feller en dhr Zwaan.

 

Nationale wedstrijd In 1960 was het groot feest in het ‘Huis van Egmond’ want de Nederlandsche Kolfbond bestond 75 jaar en dat werd in onze baan gevierd van 8 t/m 13 september. ‘Niet Klappen’ mocht voor het eerst de nationale wedstrijd organiseren. Omdat de zaal te klein was liet eigenaar de heer Duif naast het ‘Huis van Egmond’ een houten tent plaatsen. Op de folder werden de bustijden naar Hoogwoud vermeld. De laatste bus uit Hoogwoud vertrok om 21.58 uur vanaf het gemeentehuis naar Alkmaar. Bij dit kampioenschap werd het gummikorps met 451 punten, die werden geslagen door Jan Kreuk 158, Cees Schilder 138 en Cees Benit met 155 punten (een zeer hoog aantal), gedeeld tweede met Barsingerhorn. Het sajetkorps deed het nog beter want zij pakten de eerste prijs. Het korps werd gevormd door de heren Piet Zee, Piet Ruiter en Gerard Kreuk. Voor het hoofdbestuur van de Bond werd op 12 september een diner georganiseerd voor de prijs van ƒ 6.00 en daarvoor kreeg men groentesoep, aardappelen met diverse groenten, rosbief en ijs toe. Op de slotavond verzorgde de Edelweisskapel ‘Erika’ uit Hoorn de muziek. Dit feest werd georganiseerd door het bestuur bestaande uit voorzitter Cees Benit, secretaris Piet Zee,  penning-meester Cees Schilder en de twee commissarissen Dirk Ruiter en Simon Dekker.

Cees Benit.

 

Cees Benit

Met Cees Benit had de kolfvereniging een heel goede voorzitter in huis, die dat 22 jaar is gebleven tot zijn aftreden in 1981. Hij werd in 1965 ook nog voorzitter van de Nederlandse Kolfbond maar na 3 jaar moest hij daar op doktersadvies mee stoppen. In 1967 heeft Cees Benit, als voorzitter van de kolfbond, nog een kolfkliek en bal geschonken aan de heer de Jong van de NV Philips te Eindhoven naar aanleiding van een jubileum of een vertrek naar Spanje. In 1968, zo lees ik in de notulen van de bond, was niet vermeld in het jaarverslag, dat van Cees zijn auto twee wielen waren gestolen. Cees was een sterke kolver maar hij had er een hekel aan om in een finale te spelen. ‘Daar word ik altijd zenuwachtig van’, was steevast zijn opmerking. Cees is later door de vereniging gehuldigd voor zijn verdiensten en hij kreeg een gouden kolfspeld omdat hij 50 jaar lid was. Bij zijn 60-jarig huwelijksfeest kreeg hij een schilderij aangeboden door de vereniging en bij zijn afscheid als voorzitter werd hij gehuldigd als erelid en werd hem een boek in het Westfries, een plaid en een wandbord met inscriptie aangeboden. Hij werd als voorzitter opgevolgd door Gerard Kreuk. Cees bleef nog tot op hoge leeftijd kolven of kwam gewoon even langs, achter zijn rollator, om te kijken of een praatje te maken. Hij werd na afloop dan vaak door een van de leden naar huis gebracht en dat werd regelmatig beloond met een zakje geschilde appelen. Cees sleet zijn laatste jaren in Zandhove waar hij op 21 september 2008 is overleden. In de vijftiger jaren werden er in Wormer en in Andijk nog weer twee banen geopend dus het kolven zat toen nog in de lift. In 1959 werd zelfs voor het eerst in een TV-uitzending van de VARA aandacht aan het kolven geschonken. In die jaren was het vooral Jan Kreuk, een super kolver, die veelvuldig in de prijzen kolfde. In 1961 werd hij tweede bij het Nederlands kampioenschap in Wijdenes met 159 punten in 3 series geslagen. Ook in het korps gummi stond hij zijn mannetje. Het sajetkorps deed het in die jaren ook goed want in 1962 werden zij derde met 425 punten en een jaar later weer derde. Het korps bestond uit de heren Piet Zee, Dirk Ruiter en broer Piet Ruiter, een van de kolvers uit Wognum. In 1963 was Leo Bakker eigenaar van het ‘Huis van Egmond’ en Piet Zee, de secretaris, schrijft in de notulen, over de 50 slagen in de eigen baan, van dat jaar: ‘Bakker, er zijn veel klachten van kolvers, de baan is koud het was rommelig en je kon zowat niets krijgen, dit staat je niet te prijzen. Je had veel meer geld kunnen verdienen, je zit hier toch niet te vlooien vangen en of je er nou bijzit of niet ik zet het in de notulen.’ In 1964 namen Jan Ligthart en Ant Ligthart-Groot het café over en werd een tijdje ‘gesoost’ in café ‘De Witte Valk’. Jan en Ant hadden tot dat moment daar hun café, op de hoek van de Herenweg en de Burgemeester Hoogenboomlaan omdat de baan werd opgeknapt.

Opknappen kolfbaan

De kolfbaan is in de loop der tijden verschillende keren opgeknapt. In de periode 1938 - 1943 waren Douwe Bakker en zijn vrouw Betje Bakker-Kos de eigenaren. Zij lieten de kolfbaan opknappen nadat ze eerst de doorloopstal hadden verwijderd en het woongedeelte hadden verbeterd. Dat opknappen kon maar door één man worden gedaan en dat was Hannes de Boer, aannemer uit Hoogwoud. Het probleem was dat Hannes nogal graag diep in het glaasje keek en een kolfbaan moet wel precies waterpas liggen. Douwe maakte de afspraak met Hannes: ‘Jij krijgt deze klus maar je drinkt geen druppel voordat de vloer erin ligt. Ben je klaar dan mag je op mijn kosten zoveel drinken als je wilt.’ Het resultaat was een zuiver waterpas liggende vloer en Hannes liet zich de neutjes goed smaken. Jan Ligthart liet het café en de kolfbaan in 1964 ook opknappen en dat gebeurde in 1981 nogmaals, nu door de gebroeders de Boer, zonen van Hannes. Er werd ongeveer tien centimeter beton over de baan aangebracht zodat hij hoger kwam te liggen en er werden houten beunen gemaakt die in de baan werden gelegd zodat er een vlakke vloer ontstond voor een makkelijker gebruik van de zaal. De volgende verbouwing in 1984 was een grote. Ans Groot zat in de zaak en zij liet op de plaats van het toneel een grote achterzaal maken met een eigen bar. De laatste verbouwing is van 2002 toen Louis Schilder de biljarts op de plaats van de kolfbaan zette en een nieuwe baan aanbracht achter in de zaal. Deze is door veel zelfwerkzaamheid van leden geplaatst. Hij werd gelijkvloers gemaakt en voorzien van een kunststofvloer met een omranding van balken. Alles is nu gelijkvloers, er hoeft niet meer met beunen te worden gesjouwd. Voor de zijkanten van de baan moeten alleen wat balken worden aangebracht.

Heropening Kolfbaan bij Douwe Bakker in 1938.
Kolver is notaris de Boer. Vlnr Douwe Bakker, Piet Zee, Jan Bos,
Cor Bakker, meester Oepkes, Gerrit Bos, Leen van Steenhoven,
Gerard Rooker, H. de Boer en Rees de Boer.

 

Biljartclub

Toen Jan Ligthart in 1964 in de zaak kwam, nam hij na het slopen van zijn café ‘De Witte Valk’, op de hoek van de Herenweg en de Burgemeester Hoogenboomlaan, ook een biljartclub mee. Toen die club wat kleiner werd, is hij opgegaan in de kolfvereniging, want zij waren tenslotte een sociëteit wat inhield dat er ook gebiljart en gekaart werd. Bekende namen waren Willem Mens, Jaap Blauw, Willem en Joop Rood, Arie van Duin en Jaap Mulder. Majoor Jaap, de beheerder van de BB hallen aan de Westerboekelweg, werd later ook lid. Sociëteit ‘Niet Klappen’ had toen wel 35 leden. De biljarters hadden vaak wedstrijden met de clubs van café Andringa en café Jan Stam uit Spanbroek. Op 21 april 1964 werd de baan na het opknappen weer officieel geopend en dat het een baan was geworden waar makkelijk 60 punten konden worden geslagen blijkt in de notulen. Bij de jubileumwedstrijden van het 75-jarig bestaan van ‘Niet Klappen’ werd er door elf personen een serie van 60 geslagen. Aan die wedstrijd werd door 251 kolvers mee gedaan. De wedstrijden werden gespeeld in drie dagen. Nu had de baan ook een klein voordeel in de vakken 10 t/m 12 aan de rechtervoorkant, want als de bal daar terugkwam van het achterschot en hij rolde naar de 10 dan lag hij even stil en ging daarna weer terug naar de 12, dit deden alleen de gummiballen en ervaren kolvers hadden dat direct door, dus er werd vaak naar de rechterkant gespeeld. Piet Zee scheef in zijn notulen voor dit jubileumfeest: ‘Als Jan Ligthart niet chagrijnig is en Ant niet stoetelig, dan kan het een mooi feest worden.’ Nieuwe leden die zich in 1965 aanmeldden, waren Theo van Duin en Cees Kuiper later in 69/70 gevolgd door Simon Visser, Henk Niele, Simon Kreuk, Jan Rood en Jack Groenewoud, een heel stel jeugdige kolvers. In 1965 behaalde het sajetkorps op de sajetdag de eerste plaats en Dirk Ruiter werd sajetkampioen met 164 punten. In 1967 werd Gerard Kreuk sajetkampioen in Berkhout. Men kolfde in die jaren op de woensdagavond maar als er Europacupwedstrijden op de TV waren, en dat gebeurde toen regelmatig, dan werd er op de donderdag gespeeld.

Gerard Kreuk die door een bondslid gehuldigd wordt.

 

Contributie

Men betaalde in die jaren ƒ 6.00 contributie per jaar en als je aanwezig was op de kolfavond betaalde je ƒ 0.50 cent in de pot. Dit geld werd door een lid geïnd en genoteerd, want ieder jaar werd er een potverteringsdag gehouden. Die dag werd op de jaarvergadering vastgesteld en dat was meestal in het begin van het jaar. Men ging op die dag kolven om het baankampioenschap en om de ‘mevrouw de Boer kandelaar’. De biljarters streden tegelijkertijd om hun kampioenschap. Als er genoeg geld in de pot zat, mochten ‘s avonds de vrouwen ook komen en dan werden er spelletjes gespeeld. Alleen in 1970 zat er te weinig geld in de pot, dus de dames konden niet komen. Er werd in 1967 een verhoging van de contributie aangenomen naar ƒ 24,00 en werd de ƒ 0,50 per kolfavond afgeschaft zodat iedereen evenveel betaalde. Men mocht de contributie in drie termijnen betalen. Van de contributie moest ook een afdracht aan de kolfbond worden betaald. In 1968 werd Gerard Kreuk weer sajetkampioen, ditmaal in Grootebroek. Dirk Ruiter werd aangesteld als penningmeester, hij ging er op toezien dat de contributie op tijd werd betaald en hij hield de pot bij. Het sajetkorps werd in 1969 tijdens de Nationale wedstrijd met 442 punten kampioen, een mooie prestatie. Ook was er in 1969 een aanvaring van Piet Zee, de secretaris, met de zaalhouder en dat kon niet uitgepraat worden. Piet stopte bij de vereniging zodat er dat jaar geen notulen werden gemaakt. Jan Kreuk nam zijn taak over en zoon Gerard werd in het bestuur gekozen voor Simon Dekker. In 1970 werd er op de jaarvergadering gediscussieerd over naamsverandering, maar de leden bleven er toch voor om de naam ‘Niet Klappen’ te behouden. Op 21 april dat jaar sloeg Gerard Kreuk een serie van 120 punten op een soosavond, een geweldige prestatie. Jan Kreuk werd dat jaar derde tijdens het Nederlands Kampioenschap en Gerard Kreuk sloeg dat jaar zes keer 60 punten Hij herhaalde de serie van 120 op 9 maart 1971 nog een keer en in Krommenie werd hij eerste in de Superklas met 164 punten. Hij won daar wel drie bekers. Jan Kreuk werd tijdens de ‘gouden tientjes wedstrijd’ in Krommenie eerste en won een zilveren molen als wisselprijs. In 1971 kwamen de kolvers van Berkhout tijdelijk kolven in Hoogwoud omdat hun kolfbaan was afgebrand. Zij kolfden op een aparte avond.

Uitwisseling met Nieuwe Niedorp

Met de sociëteit van Nieuwe Niedorp was er in die jaren twee keer per jaar een uitwisseling. Men ging dan met kolvers en biljarters tegen elkaar strijden, maar het is Hoogwoud niet vaak gelukt om de Niedorpers te verslaan. Met biljarten lukte het nog wel eens, maar Niedorp had een heel stel goeie kolvers en die maakten dan weer het verschil. Deze wedstrijden zijn later gestopt wegens tijdgebrek en de jonge kolvers konden zich overdag niet vrijmaken. In 1971 kreeg ‘Niet Klappen’ het eerste vrouwelijk lid, Marie Mulder-Stam. Zij was vaak op de sociëteitsavonden aanwezig en wilde graag lid worden. Tijdens de jaarvergadering werd zij met algemene stemmen lid. Marie mocht graag een kaartje leggen en dat deden veel leden. In 1972 vierde ‘Niet Klappen’ het 80-jarig bestaan van 12 t/m 15 mei. Voor het eerst werd er ook een wedstrijd voor dames georganiseerd, want er werd in de provincie al op veel plaatsen ook door dames gekolfd. 67 Dames deden aan de wedstrijden mee en 130 heren meldden zich aan. Deze wedstrijden leverden de vereniging een verlies op van ƒ 80.00 en de oorzaak werd gezocht in Moederdag. In de jaren ‘70 schommelde het aantal leden rond de 35. Nieuwe leden werden Piet Bakker, Piet Visser, Jaap Groot - de smid -, Cees van Berkel, Jan Biever en Piet Maas. De jongere kolvers begonnen ook prijsjes te pakken in hun klasse. Simon Kreuk meldde zich nadrukkelijk als een goede kolver, hij won in 1974 de wisselbeker op de Soosdag. Theo van Duin sloeg op 31 juli van dat jaar voor het eerst 60 punten. De contributie werd verhoogd naar ƒ 45.00 voor kolvers en de niet-kolvers betaalden ƒ 40,00. Ans Groot schreef de kwitanties uit en inde het geld. In Zuid-Scharwoude brandde weer een café met kolfbaan af en op de betonnen baan die achterbleef werd op 1 juni in de open lucht een wedstrijd georganiseerd, Gerard Kreuk werd daar eerste.

Dameskolven

In 1975 werd de dameskolfclub ‘Klap An’ opgericht, zij gingen op de woensdagavond kolven. Cees Schilder bracht de dames de fijne kneepjes van het kolfspel bij en zette de dames goed neer voor elke slag. Jan Rood werd in het bestuur gekozen en nam het secretariaat over van Jan Kreuk. Op 20 mei 1976 overleed plotseling bestuurslid Dirk Ruiter, dat was kort voor het Nederlands Kampioenschap dat in onze baan werd gehouden. Wij organiseerden dit samen met kolfsociëteit ‘de Vier Eenen’ uit Spanbroek. Er werd een comité gevormd van de beide besturen en Burgemeester Maat werd verzocht de officiële opening te houden door de eerste klap te geven. Voor Piet Bakker werd het een succes want hij werd juniorenkampioen. De wedstrijden duurden veertien dagen en waren voor dames en heren. Na afloop werd de opbrengst verdeeld tussen de beide verenigingen, een kwart was voor Spanbroek en driekwart voor Hoogwoud. Er werd dat jaar met hulp van ‘Niet Klappen’ een nieuw biljart aangeschaft voor de biljarters. De jonge kolvers Jan Rood en Piet Bakker werden bij de 50-slagen-wedstrijd in eigen baan allebei eerste in de derde en de vierde klas met 457 en 439 punten. Er deden 242 kolvers aan de wedstrijd mee. In 1977 werd Theo van Duin in het bestuur gekozen.

Jaap Groot, clubkampioen.

 

Nederlands Kampioen

In 1978 beleefde de vereniging een sportief hoogtepunt, want Gerard Kreuk werd in de nieuwe kolfbaan van Zuid-Scharwoude Nederlands kampioen met een totaal van 163 punten in 15 klappen. Gerard is tot heden de enige kolver van ‘Niet Klappen’ die dat gelukt is. Hij werd door de vereniging gehuldigd en in de bloemen gezet. Jaap Mulder opperde tijdens de jaarvergadering in 1978 om een staatslot te kopen, nu de kas goed was gevuld kon dat wel volgens Jaap, maar de vergadering ging niet akkoord. Tijdens de 50-slagen-wedstrijd in onze baan werden er wederom 11 series van 60 door diverse kolvers geslagen, onze baan liet zich gelden als een echte puntenbaan. Op 2 november overleed oud-bestuurslid Piet Zee. In 1979 begonnen we voor het eerst met de dames van ‘Klap An’ aan de soosdag en sindsdien vieren wij deze dag samen. Tijdens de broodmaaltijd van de soosdag wordt altijd de clubkampioen van het afgelopen jaar bekend gemaakt en dat zijn vaak verschillende leden omdat er met voorgift wordt gekolfd. Men kolft in verschillende klassen en om de kolvers uit de lagere klassen gelijke kansen te geven om ook hoog te eindigen krijgen deze kolvers punten toe, dat wordt voorgift genoemd. Kolvers uit de 4e klasse krijgen 12 punten, uit de 3e klas 9 punten, de 2e klas 6 punten en de 1e klas 3 punten tot maximaal 53 punten. Slaat een 4e klasser bijvoorbeeld 44 echte punten dan word dit aangevuld tot 53, slaat hij bijvoorbeeld 38 punten dan krijgt hij er 12 bij en krijgt dan 50 punten. Deze voorgift is in de loop der jaren bijgesteld naar 52 en sinds 2 jaar is het maximaal 51 punten. Door voorgift werd in 1980 Jaap Groot - de smid - als clubkampioen gehuldigd en hij merkte op: “Dit had ik nooit verwacht en maak ik ook nooit meer mee, ik geef gelijk een rondje.” In 1981 stopte Cees Benit als voorzitter, nam Gerard Kreuk zijn plaats in en kwam Jan Biever het bestuur versterken. Theo van Duin werd de nieuwe penningmeester, zodat het bestuur weer compleet was. Gerard Kreuk had ook al zitting in het bestuur van de kolfbond, waar hij secretaris werd. In 1983 verliet Cees Schilder het bestuur, hij werd opgevolgd door Piet Bakker die nu nog bestuurslid is. Dat jaar, 1981, werd de baan opgeknapt en Simon Kreuk was de eerste die weer een serie van 60 punten sloeg. Met Simon Kreuk noemen we een kolver die in de jaren ‘80 en ‘90 op alle banen in Noord-Holland zeer veel prijzen sloeg. De keren dat hij tijdens de 50-slagen-wedstrijden ruim boven de 500 punten sloeg, zijn niet te tellen. In 1982 sloeg hij in Wijdenes 558 punten en evenaarde daarmee zijn vader Jan Kreuk die met 558 het Nederlands record in handen had. Die 558 punten sloeg hij ook in 1995 in Oudkarspel met daarin een serie van 120 punten. In Hoogwoud bezit Simon het baanrecord in de oude baan met 557 punten en in Nieuwe Niedorp sloeg hij tijdens 50-slagen-wedstrijden liefst drie series van 60 punten. Hij presteerde het om - overmoedig - een wedstrijd met één hand te kolven en toch dik boven de 500 te slaan. In 1983 werd Simon in eigen baan kampioen van de sajetkolvers en in 1987 en 1991 werd hij dat weer in Zuid-Scharwoude. De verwachting was dat Simon wel een keer Nederlands kampioen zou worden. In de baan van St. Maartensbrug, die in de kelder onder het dorpshuis is gelegen, stond hij in 1989 dik bovenaan met 116 punten - van de te behalen 120 - geslagen in de voorwedstrijd. De finale was op dinsdagmiddag, Simon had zijn gezin laten komen, hij werd geïnterviewd door Radio Noord-Holland en de andere favorieten hadden al geslagen en gefaald, dus dat zat goed. Maar Simon begon te gehaast en sloeg vier maal een vijf en weg was het kampioenschap. Dat is nou kolven, zeggen de kenners. Maar hij kan toch bogen op veel goede prestaties want een maand later werd hij kampioen van de Wormer en dat herhaalde hij in 1994. In die kelder, in 1989, werd ons nieuwe lid Jaap Laan dat jaar juniorenkampioen. Dat kun je worden als je voor het eerst aan het kampioenschap deelneemt. De vereniging had dat jaar een uitje naar Limburg. Daar was een groot restaurant neergezet met in de kelder drie kolfbanen. De eigenaar wilde het kolfspel in die regio promoten en nodigde clubs uit Noord-Holland uit om te strijden om het Limburgs kampioenschap. Het werd voor de vereniging een heel gezellig uitje en Jan Rood werd in de eerste klas kampioen van Sevenum. Ook in 1989 werd het ‘Huis van Egmond’ door Ans Groot, nadat zij haar 25-jarig zakenjubileum had gevierd, overgedaan aan Rina en Arend de Leeuw.

Simon Kreuk in actie.

Sajetkorps: Jan Rood, Simon Kreuk en Theo van Duin.

 

Sajetkorps

In de jaren 80/90 liet het sajetkorps van ‘Niet Klappen’ zich gelden. Werden zij in 1985 en 1988 nog tweede tijdens het Nederlands kampioenschap, in 1991 in Wormer stonden zij voor het eerst op de eerste plaats. Dat herhaalden zij tot 1996 nog vier keer, een waarlijk grootse prestatie. Het korps werd gevormd door de kolvers Simon Kreuk, Jan Rood en Theo van Duin. In ‘98 en ‘99 werden zij weer tweede. En dat die sajetters ook individueel sterk waren blijkt uit de volgende resultaten, van Simon hebben we ze al genoemd, Jan werd in 1999 sajet en eerste klas kampioen en Theo in 1998 Wormer kampioen en in 2002 sajet-kampioen. In die jaren kwamen er weer kolvers bij, onder andere Ome Dirk Groot die komend uit Zwitserland zich meteen aanmeldde als lid. Hij werd gevolgd door heren uit het ‘Noordend’: Nico Groot, Wim Groot en Cees Ursem. Zij kolven nog steeds, ondanks hun gevorderde leeftijd. Wim Groot werd op 72-jarige leeftijd in Nieuwe Niedorp juniorenkampioen.

100-jarig bestaan: Voorste rij vlnr: Cees van Berkel, Dirk Groot,
Gerard Kreuk, Jaap Groot, Cees Benit, Maarten Wijdenes, Puck Stam en
Cees Kuijper. 2de rij: Martien Niele, Theo van Duin, Piet Ursem,
Loet Laan, Nico Groot, Wim Groot, Wim van Leeuwen, Piet Bakker en
Jack van der Woude. 3de rij: Cees Ursem, Jan Neefjes,
Sjoerd Brandenburg, Jaap Croes, Jan Biever en Jan Rood.
Achterste rij: Jack Groenewoud, Piet Visser, Jaap Laan en Simon Kreuk.

 

Niet Klappen 100 jaar

In 1991 vierde ‘Niet Klappen’ zijn honderdjarig bestaan met een jubileumwedstrijd en een receptie die door veel verenigingen werd bezocht. Speciale gast tijdens de finalewedstrijden was radioverslaggever Dick van Rijn. Bij deze finale waren het Simon Kreuk en Jaap Groot die in hun klas met de hoogste eer gingen strijken. Voor Jaap was er een groot spandoek in de zaal van zijn broertje Dirk. In 1991 overleed Piet Donker, een markante figuur bij de kolvers, bekend met sigaar in de mond en altijd vol lof over zijn schapen. Piet was meer dan 50 jaar lid, net als Willem Rooker die in 1999 op 98-jarige leeftijd overleed en samen met Cees Benit tot op hoge leeftijd bleef kolven.

Opmeers Kampioenschap

In 1988 werd na overleg met de vereniging ‘de Vier Eenen’ uit Spanbroek/Opmeer voor het eerst gestreden om het kampioenschap van Opmeer. De eerste wedstrijd in Hoogwoud leverde voor Simon Kreuk direct de eerste plaats op en hij mocht uit handen van wethouder Cor Does de eerste, door de gemeente Opmeer beschikbaar gestelde, beker in ontvangst nemen. Dit toernooi wordt nog steeds ieder jaar gehouden en veel leden van ‘Niet Klappen’ hebben de beker al thuis gehad. Koploper is Jan Rood met drie keer, gevolgd door Simon Kreuk, Piet Visser en Martien Niele met twee keer, maar ook Wim Groot, Cees Kuiper, Piet Bakker en Jack Groenewoud pakten de beker. Jack deed dat in 2007 in Opmeer samen met zijn vrouw Ina, die bij de dames voor de derde keer de sterkste was.

Uit ’t Lood

In 2000 is een groep jongeren onder leiding van zaaleigenaar Louis Schilder gaan kolven. De vereniging was daar ontzettend blij mee, want jong bloed kunnen we gebruiken om de kolfsport in stand te houden. Zij gingen onder de naam ‘Uit ’t Lood’ kolven en werden als eersten voorzien van wedstrijdkleding, een initiatief dat nu door veel verenigingen is nagevolgd. Dat zij aanleg voor het spelletje hadden, bleek al gauw, want ieder jaar gingen zij een klas omhoog en zij belandden in de eerste en zelfs twee man in de Superklas. Van hen was het Louis Schilder, die in 2005 na barrage met Simon Kreuk, sajetkampioen werd en Wouter Kuiper miste op een haar na in 2004 het kampioenschap van Wormer. Van deze jongeren zijn er al weer verscheidene afgevallen en dat is jammer. In 2000 overleed voorzitter Gerard Kreuk en werd Jan Rood voorzitter/secretaris en gingen we verder met een bestuur van drie man. In 2004 werd door ‘Niet Klappen’ weer het Nederlands kampioenschap georganiseerd in een geheel vernieuwde baan. Deze baan is heel ‘eerlijk’, want om 60 punten te slaan, moeten alle ballen goed aan zijn. Het was Piet Visser die dat in 2004 als eerste presteerde en na hem zijn er al weer enigen die dat ook is gelukt. In die baan miste Theo van Duin op een haar na het Nederlands kampioenschap. Hij moest zich in de laatste klap gewonnen geven en werd tweede op één punt achter de winnaar. Met Theo kom ik bij een zwarte bladzijde van de vereniging want tijdens de voorwedstrijden om het Nederlands Kampioenschap 2007 in Venhuizen werd Theo onwel en overleed in het ziekenhuis. Een zware klap voor de club want in hem verloren we een puike penningmeester en een goede kolver. In onze nieuwe baan hoopt de vereniging nog vele jaren te kunnen kolven al zullen we daarvoor wel leden moeten houden die dit spel blijven beoefenen. Dat baart ons zorgen, maar hopelijk melden zich weer wat mensen aan om dit prachtige spel te spelen. Een sport met zoveel historie - in 2014 bestaan we 125 jaar - moet voor Hoogwoud behouden blijven.

Interieur kolfbaan.

 

 Website designed and build by

deanluma logo shade xsmall