Hooghtwoudts Lof
Door Bernd Ooijevaar en Niek Dekker
Deze lofzang op het dorp Hoogwoud is, handgeschreven, aangetroffen in een Resolutieboek van de gemeente Hooghtwout ende Aertswoudt. Het gedicht is gedateerd op 11 september 1668. Het boek bevatte Resoluties vanaf 1592, die in 1654 in het betreffende boek zijn overgeschreven. Het gedicht is door J.S. Magnin op basis van handschrift en spelling toegeschreven aan Adriaen Gerritsz Blaumolen, die vanaf 1666 secretaris was van de Heerlijkheid Hoochtwoudt ende Aertswoudt. Het gedicht zou zijn geschreven ter ere van de toenmalige heer van Hoogwoud, Charles de Zoete van Laecke de Houlteyn. Zowel het dorp als de nieuwe heer worden in het gedicht grotelijks opgehemeld. Het gedicht is opgenomen in het Nieuwe Hoornse Speelwerck uit 1732. Onder het gedicht staat de naam C.G. Kleyn. Waarschijnlijk heeft Kleyn het gedicht voor de bundel aangeleverd, maar niet zelf geschreven.