75 Jaar Paardensportvereniging De Weere
Door Aris Appel en Cor de Haan
Het 75-jarig bestaan van Paardensportvereniging De Weere in 2011 was aanleiding om te onderzoeken wat er nog aan materiaal en kennis over de geschiedenis beschikbaar was. Gelukkig bleken alle notulenboeken nog aanwezig en hierin was het ontstaan en het verloop van de vereniging mooi na te lezen.
Op 21 juli 1936 had caféhouder Sijf Langedijk een aantal mensen uitgenodigd om eens te praten over een kortebaandraverij in De Weere. Deze bespreking is zeker goed verlopen, want voor de avond om was, was ook het eerste bestuur samengesteld. Sijf Langedijk werd zelf voorzitter, Arie Langedijk werd secretaris, Bram Kuijpers de penningmeester en Simon Koning, Roel op den Kelder en Jaap Ros werden de bestuursleden. De genoemde heren stelden zich bovendien garant voor een eventueel financieel verlies.
Bestuur harddraverijvereniging. Bovenste rij v.l.n.r. Klaas de Lange,
Cor de Haan, Klaas Langedijk, Frits Wagemaker, Cor Ros, Theo Berkhout,
Arie Schouten. Onderste rij v.l.n.r. Simon Koning, Jaap Schipper,
Jan Koopman, Roelof op de Kelder, Piet Schuit.
Bij de volgende vergadering op 11 augustus 1936 werden verschillende commissies benoemd en ook de begroting gepresenteerd, sluitend op 238 gulden. Hierbij viel het bedrag van 5 gulden op, dat betaald moest worden voor de aanwezigheid van de politie. Tegenwoordig vinden burgemeesters van grote steden dat de voetbalclubs moeten bijdragen voor de aanwezige politie, maar dat gebeurde in 1936 dus al bij ons in De Weere. Het eerste jaar werd afgesloten met een batig saldo, maar helaas is het bedrag in het eerste notulenboek niet meer leesbaar.
Tegenwind
Het ging dus goed en men besloot om in 1937 weer een draverij te houden en om zich aan te sluiten bij de Westfriese Bond voor Draverij op de Kortebaan. Ook moest eigenlijk het land van de gebroeders Langedijk, tegenover café Langedijk, waarop tegenwoordig Marco Langedijk (Driestedenweg 43) boert, ontdaan worden van oneffenheden. Het bestuur dacht daarvoor enkele werklozen te vragen, onduidelijk is of dat is gelukt. De voorspoed hield aan en in 1938 ging men over tot de aanschaf van palen en touw om de baan af te zetten. 1938 was ook het jaar dat de eerste bestuurswisseling plaatsvond, K. Braak kwam in het bestuur en werd direct voorzitter.
Ook toen had de paardensport echter wel eens last van tegenwind, want bij een brand in 1939 gingen touw en palen verloren. Nieuwe spullen werden gekocht bij Klaas op den Kelder. De tegenspoed bleef dat jaar, want op 28 augustus stonden twaalf rijders klaar, toen er een verbod kwam van de burgemeester. De draverij mocht niet doorgaan wegens algemene mobilisatie van leger en vloot. Alle rijders kregen een vergoeding voor gemaakte kosten van 2,50 gulden. In 1940 werd er weer gedraafd en iedereen die geen prijs reed, kreeg een gerookte paling. In 1941 werd er een eenvoudige broodmaaltijd aangeboden aan het bestuur door caféhouder, Sijf Langedijk. De periode ’40-’45 was in verband met de oorlog natuurlijk niet eenvoudig. In ’44 was er zelfs helemaal geen draverij vanwege de vele onderduikers in De Weere. Een evenement met zoveel bezoekers zou een gevaar inhouden voor de bewoners.
Hemdenrace
Na de oorlog ging men in 1946 weer van start en dit werd beloond met maar liefst 950 betalende bezoekers à 1,50 gulden en 180 kinderen voor 0,50 gulden. De 400 programmaboekjes waren te snel uitverkocht. Bij de prijsuitreiking dat jaar kregen alle deelnemers van de voorzitter K. Braak een pond paling, omdat de paardensportvereniging 10 jaar bestond. Na het succes van 1946 kwam de paardensportvereniging in een moeilijke periode terecht. De spelregels van de Nederlandse Draf en Rensport waren voor een kleine vereniging niet uitvoerbaar. Er moest een kapitaal zijn van 1200 gulden en dat was voor De Weere te veel. Na twee jaar geen draverij, werd in 1949 een zogenaamde ‘hemdenrace’ georganiseerd. Die was toen populair in West-Friesland. De race werd verreden over ongeveer 200 meter met het paard ‘onder de man’. Het was niet geheel zonder risico; halverwege de baan stond een helper om het paard vast te houden. De ruiter moest daar van zijn paard om een groot hemd aan te trekken, zo vlug mogelijk op het paard springen en dan door naar het einde van de baan. Daar moest om een paal worden gereden, op de terugweg bij de helper moest het hemd weer uit en dan door naar de finish. Er werd gereden volgens een zogenaamd afvalsysteem; van elke rit ging de winnaar door naar de volgende ronde. Bekende ruiters uit de regio waren: Cor Ros, Pé Roskam, Jan Hartog, Piet Koomen, Evert Nieuwboer en Piet Schuit. Het rijden van deze races was een succes voor de vereniging, want het leverde een flink voordelig saldo op. Het bestuur ging daarvan in 1950 naar de ijsrevue in Amsterdam met ‘De Valk Trips’. De plaatsen kosten 3 gulden 20 voor het middenbalkon en de bus 2 gulden 20 per persoon.
30 juli 1950 Hemdenrace.
Een deelnemer worstelt met zijn hemd, terwijl een helper zijn paard vasthoudt.
Piet Koomen (1924-1981) op zijn paard Janus.
Ponywedstrijd
In 1951 bij het 15-jarig bestaan kwam de suggestie om een revue op te voeren met als titel ‘Er hangt een paardenhoofdstel aan de muur’. Door verschillende oorzaken is men nooit verder gekomen dan het verzinnen van een titel. Ook in die jaren had men af en toe te kampen met slecht weer, hierdoor is er in 1954 twee keer een draverij geweest. De eerste op 25 juli werd gestaakt vanwege de vele regen. Bij de tweede keer op 8 augustus draafde men met paarden uit de regio. Met de financiën ging het toen niet zo geweldig, omdat in die tijd de belangstelling voor paarden terugliep. In de bestuursvergadering van 1955 stelde caféhouder Sijvert Langedijk zich garant voor het halve verlies van de volgende draverij als de overige bestuursleden de andere helft voor hun rekening zouden nemen. Toch besloot men in 1956 om de vereniging ‘op rust’ te zetten wegens afnemende belangstelling, dus geen draverij meer. In 1960, bij het 25-jarig bestaan, had men onderhand de zaak weer op orde en werd er, naast een draverij, voor de kinderen uit De Weere een ballonnenwedstrijd gehouden met als eerste prijs een autoped. Toch bleef het allemaal wat moeilijk in die tijd. In 1961 stelden de bestuursleden en de nieuwe caféhouder Klaas de Lange zich elk voor 50 gulden garant bij een eventueel verlies. Ook werd in die tijd de locatie veranderd en werd café de Lange het centrale punt, men draafde toen op het land van Cor de Haan.
Evert Nieuwboer (1915-1992) met zijn
zoon Meindert op het paard Sidonius.
Vanwege de verbouwing van café de Lange was er in 1961 geen draverij, daarom bood Klaas de Lange bij de doorstart in 1962 het bestuur een broodmaaltijd aan. Klaas Braak trad, na 27 jaar voorzitterschap, in 1964 af en werd benoemd tot erelid. Jan Koopman uit Nibbixwoud werd zijn opvolger. Bij het 30-jarig bestaan in 1966 werd er naast de draverij ook een ponywedstrijd georganiseerd, voor pony’s met een maximale stokmaat van 1,15 meter. Een van de deelnemers was de latere motorcoureur Wil Hartog uit Abbekerk. Door zijn toen al snelle start, heeft Wil in De Weere zijn eerste racegeld gewonnen.
Ringsteken
De periode na dit jubileum was rustig met elk jaar een draverij. De federatie van organiserende draverijverenigingen begon zich echter steeds meer met het verloop te bemoeien en meer spelregels te bepalen. Dat zorgde bij de bestuursleden van De Weere voor irritatie. In gedachten was men echter al bezig met het 40-jarig jubileum. Het idee was om een tweedaags evenement te organiseren, met op zaterdag ringsteken en op zondag de draverij,. Zo werd het ook uitgevoerd, met als extra attractie op zaterdagmiddag vier parachutisten die uit een marinehelikopter sprongen, een spektakel van formaat. Als beloning mochten deze mannen meerijden op de rijtuigen bij het ringsteken.
Familie Blokdijk uit Hoorn, bij het ringsteken in 1983.
Links Thaam Dam met Wachtel P, rechts Wil Blaauw met Trabant (1963).
Na het geslaagde 40-jarig jubileum, was het wat moeilijk om weer op gang te komen. Er ontstond een haat-liefdeverhouding met de organisatie van de Harddravers. Het ene jaar moest het dagelijks bestuur op het matje komen bij de federatie, omdat De Weere te zuinig was met prijzen en premies, het volgende jaar kregen ze alle mogelijke complimenten over hun organisatie. Een jaar later volgde er weer een aanmerking, omdat de finishpalen niet recht stonden. Dit alles maakte dat secretaris Jb. Schipper op de vergadering opmerkte: “De federatie zie ik het liefst vertrekken.” Daar gingen echter nog enkele jaren overheen. Men probeerde de draverijen voor het publiek wat aantrekkelijker te maken door er touwtrekwedstrijden bij te organiseren. Maar dit kostte nogal wat, want er ontstond hierdoor een nadelig saldo van ruim 500 gulden.
1980 was het eerste jaar met Jac. Hart als caféhouder en als gastheer bij de activiteiten na afloop. Twee jaar later hield men als versiering van de draverij een behendigheidswedstrijd voor brommers. 1983 was het jaar dat er voor het eerst geen draverij was in De Weere, maar een ringsteekrijderij. Dit was direct een succes en zo werd de traditie geboren: verzamelen bij de kerk en dan met de fanfare voorop door het dorp. Dit werd elk jaar weer de feestelijke start van het evenement. Na twee jaar wikken en wegen gingen de wielen van het bestuur definitief ‘aarsom’ en koos men voor het ringsteken. Dit was een ingrijpend besluit, want men ging dit doen op de openbare weg en er werd geen entreegeld meer gevraagd. De verloting, de adverteerders in het ‘boekje’ en de sponsors moesten toen de onkosten gaan dekken.
Doorgaan
Bij het 50-jarig bestaan in 1986 werd het Westfries Kampioenschap ringsteken in De Weere gewonnen door Tom Klaver met z’n dochter Lydia als steekster. Ter gelegenheid van dit jubileum speelde er ook een draaiorgel. Enkele jaren later in 1989 waren Richard en Anja op ’t Veld voor de eerste keer gastheer en gastvrouw. Deze ‘verkering’ is nog steeds aan. Café ‘t Centrum is het middelpunt van de activiteiten. Het besluit om op straat te gaan ringsteken is achteraf gezien een goede beslissing geweest, omdat men hierdoor minder afhankelijk werd van de weergoden. Het duurde een paar jaar, maar in 1991 kwam de winnaar van het ringsteken uit De Weere. Het waren Jack en Yvonne Berkhout met het paard van vader Theo! Omdat er al jaren geen draverijen meer werden gehouden is in 1993 de naam Draverijvereniging veranderd in Paardensportvereniging.
1983 Ringsteken, John den Hollander uit Abbekerk.
In de afgelopen 75 jaar zijn er ook donkere dagen geweest. Een hiervan was het overlijden van Cor Ros, nadat hij 24 jaar voorzitter was. Het was heel vreemd om zonder hem verder te moeten gaan, maar zijn advies was: “Doorgaan en blijf positief”. Gerard Klaver heeft zijn plaats ingenomen en dat was niet gemakkelijk. Cor was naast voorzitter namelijk ook presentator van het evenement. De adviezen van Cor Ros zijn door het bestuur echter goed begrepen, daarom kunnen ze nu stilstaan bij het 75-jarig bestaan.
Cor Ros als omroeper in 1995.