Hoechtwouder Vrou
Klederdrachtpaneeltjes uit het midden van de 16e eeuw
Door Co de Rijcke
De kennis omtrent de kledij in vroeger tijd - of het nu mode of klederdracht betreft - berust slechts voor een deel op de bewaarde paneeltjes. Textiel van hoge ouderdom is immers zeldzaam en verkeert bovendien vaak in een slechte staat, terwijl complete kostuums van streekdrachten slechts zeer spaarzaam zijn overgeleverd. Van meet af aan heeft men in musea en voor studiedoeleinden zijn kennis dan ook moeten verrijken door gebruik te maken van hetgeen oude schilderijen, prenten en tekeningen over de kleding van de betreffende periode aan het licht brengen.
Wellicht met het oog hierop, kocht het Rijksmuseum uit Amsterdam in 1889 op een verkoping te Amsterdam een reeks van twaalf paneeltjes aan, die vrouwen en maagden voorstellen, merendeels uit Noord-Holland. Elk paneeltje (hout 43,5 x 31,5 cm) droeg een vermelding van de plaats waar de voorgestelde persoon woonachtig was.
De documentaire betekenis ervan werd al vroeg, en meer dan eens, in het licht gesteld. Zo nam reeds in 1914 H. Brugmans een afbeelding van een paneeltje op met het onderschrift: Boerin uit Hoogwoud naar een 16e eeuws schilderij in ’t Rijksmuseum. Inderdaad gold het hier een serie anonieme paneeltjes en de datering in de zestiende eeuw klopt ongetwijfeld.
Misschien mag men die zelfs op omstreeks 1550 stellen, ondermeer op grond van de belettering en mogelijk op grond van het feit dat meer dan één afgebeelde vrouwelijke figuur, gezien de opschik van ontegenzeggelijk Rooms-katholieke oorsprong, geportretteerd moet zijn voor de Reformatie in Noord-Holland haar intrede deed.
De meeste vrouwen dragen geplooide grijze hoofddoeken al dan niet gesteven, die mede door kopspelden hun vorm kregen. Deze spelden zijn duidelijk te zien en heel mooi bij de vrouw uit Hoogwoud, die niet minder dan zes spelden gebruikte. Op de hoofddoeken zijn grijze of zwarte streken of banden te zien. De Hoogwoudse heeft vier strepen. Bij de Hoogwouder vrouw treffen we halve mouwen aan. Gelukkig kan vaak de kleur worden nagegaan, bij de Hoogwoudse bruin en zwart. Op het hemdboordje van een aantal vrouwen zien we duidelijk een versiering in de vorm van een zwart randje in kruissteektechniek waarmee de katholieke vroomheid wordt getoond. Het is interessant te zien dat de vrouwen met bepaalde attributen zijn weergegeven. Soms is er een duidelijk verband met het boerenbedrijf, waarin ook in de zestiende eeuw de vrouw een niet minder grote rol speelde dan de man. De kazen bij de boerinnen uit Benningbroek en Hoogwoud, de schapenschaar bij de vrouw uit Graft en gevogelte bij die uit Schagen en Oterleek.
Van de paneeltjes hebben we die van de mooie dame uit Hoogwoud eruit gelicht vanwege de cultuurhistorische waarde. De Noordhollandse dracht is in die tijd nergens zo gedetailleerd geschilderd. Er zijn zelfs een aantal kostuums nagemaakt. Daar zijn de vrouwen van de Schermer Dansers in gefotografeerd. Het zijn wel niet dezelfde stoffen, maar puur decoratief zien de kostuums er aardig authentiek uit.
Bron: Artikel van S.J. van der Molen in het tijdschrift Antiek van april 1973.