Stichting Hoochhoutwout biedt u het heden en het verleden van de (vroegere) gemeente Hoogwoud (Hoogwoud, Aartswoud, De Langereis, De Gouwe, De Weere). De Stichting Hoochhoutwout heeft als doelstelling om de (vroegere) gemeente Hoogwoud in al haar facetten te belichten.

Straatnamen in Hoogwoud

De Albrecht van Beierenstraat

Door Niek Dekker

Na de Burgemeester Heijmansstraat (2011) en de Radboudstraat (2012), beschrijven we nu de oorsprong van de naam Albrecht van Beierenstraat. Albrecht was de graaf die van Den Haag een echte grafelijke residentie maakte en ook opdracht gaf tot de bouw van slot Schagen. Hij gaf door de feesten in zijn residentie, zijn begunstiging van de kunst en zijn bouwactiviteit (Binnenhof in Den Haag) voor het eerst glans aan het hofleven in de Lage Landen.

 

Albrecht van Beierenstraat.

 

Albrecht van Beieren werd op 25 juli 1336 in München geboren als derde zoon van hertog Lodewijk IV van Beieren en Margaretha, gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. Zij waren van 1328 tot 1347 keizer en keizerin van het Duitse rijk. Na de dood van zijn vader werd Albrecht in 1347 hertog van Beieren-Straubing. Op 28 juli 1353 trouwde hij met Margaretha van Brieg. Zij kregen zeven kinderen, drie zonen en vier dochters. Johanna (1356 - 1386), Catharina (1361-1400), Margaretha (1363 - 1424), Willem (1364 - 1417), Albrecht II (1368 - 1397), Johanna (1373 - 1410) en Jan (1374 - 1425).

Albrecht van Beieren.

Naast zijn drie wettige zonen, kreeg Albrecht nog zeven bastaardzonen. Eén van deze bastaardzonen, geboren uit de relatie met Maria van Bronckhorst, was Willem ‘de Bastaard’ van Holland. Deze zoon had veel aanzien en verkreeg van Albrecht de heerlijkheid van Schagen. Jacoba van Beieren zette dit bezit in 1430 om in een erfleen. Daarnaast had hij een bastaarddochter Margrite, deze trouwde met Dirk van Zandhorst, waarna deze in 1414 benoemd werd tot kastelein en schout van kasteel Radboud te Medemblik.

In 1358 kwam Albrecht aan de macht in de graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen, nadat zijn broer graaf Willem V op een feestavond krankzinnig werd en een van zijn vazallen doodstak. Hij werd naar Holland geroepen door gravin Machteld, de vrouw van Willem V en een groep Hoekse edelen, om als plaatsvervanger (ruwaard) van Willem te fungeren. Hij liet zijn broer opsluiten in het grafelijk kasteel van Le Quesnoy in Henegouwen (Noord-Frankrijk). Pas in 1389, na de dood van Willem, werd Albrecht officieel graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen.

Albrecht woonde een groot deel van zijn leven in Den Haag, hoewel hij in Beieren ook een groot slot bezat. Hij zorgde ervoor dat Den Haag een echte grafelijke residentie werd. Hij liet de Hofvijver, die toen nog een duinmeertje was, rechthoekig maken.

 

De Hofvijver.

Rond de vijver kwamen veel nieuwe gebouwen. Den Haag had geen stadsrechten, omdat Leiden en Delft daarvoor geen toestemming gaven. Albrecht bezorgde het dorp echter de nodige voorrechten. Hij gaf vrijstelling van tolheffing aan iedereen die zich er vestigde en nodigde veel dichters, musici en andere artiesten uit aan zijn hof. Ook benoemde hij een eigen bestuur en gezaghandhavers. Het aantal inwoners steeg en er kwam nieuwe welvaart naar Den Haag.

Via de huwelijken van zijn kinderen probeerde Albrecht zijn macht te vergroten. Beroemd is het ‘Dubbelhuwelijk van Kamerijk’ in 1385. Albrecht liet zijn zoon en opvolger Willem en zijn dochter Margaretha beide trouwen met kinderen van Filips de Stoute, hertog van Bourgondië. Nadat Albrechts vrouw Margaretha in 1386 was overleden, kreeg hij met verschillende edelvrouwen een relatie. Aleid van Poelgeest was na 1388 zijn uitverkoren minnares, zij en meesterknaap Willem Cuser werden echter in 1392 vermoord tijdens een wandeling bij de Gevangenpoort.

 

De moord op Aleid van Poelgeest.

Het motief voor de moord is nooit duidelijk geworden, maar politieke tegenstanders van de graaf (Hoekse edelen) werden als schuldigen aangewezen. Er werd vermoed dat zoon Willem de opdrachtgever was (In een andere lezing liet Albrecht zelf Aleid vermoorden, omdat ze een verhouding zou hebben met Willem Cuser). Albrecht liet uit wraak kastelen van edelen, die de Hoekse kant hadden gekozen, veroveren en afbreken. Hij veroverde de stad Delft, die ook voor de Hoeken had gekozen. Hij liet er de stadsmuur afbreken en versterkte met de stenen, de muren rond het Binnenhof. In 1390 werd in zijn opdracht het kasteel van Schagen gebouwd. In eerste instantie was het een groot woonhuis voor de heer van Schagen, maar in 1440 werd het tot een echt kasteel verbouwd door zijn bastaardzoon Willem. Van dit laatmiddeleeuwse kasteel zijn tegenwoordig nog maar twee torens over.

Het Slot te Schagen in 1660.

In 1394 trouwde Albrecht voor de tweede keer, nu met Margaretha van Kleef. Zij kregen geen kinderen. In de periode 1396 tot 1401 ondernam Albrecht drie grote veldtochten en een kleinere expeditie naar Friesland. Uiteindelijk kwam het in 1401 tot een wapenstilstand met de Friezen. Voor zijn tijdgenoten was Albrecht een echte vertegenwoordiger van de ridderschap (strijd tegen de Moren, deelname aan toernooien). De feesten in zijn residentie, zijn begunstiging van de kunst en zijn bouwactiviteit (Binnenhof in Den Haag) gaven voor het eerst glans aan het hofleven in de Lage Landen. Albrechts opvattingen van vorstelijkheid en verantwoording in het bestuur hebben een voedingsbodem gelegd voor verdere ontplooiing onder de latere Bourgondische vorsten. Albrecht van Beieren stierf op 16 december 1404 in Den Haag. Hij werd in de Hofkapel op het Binnenhof bijgezet in het graf van zijn eerste vrouw Margaretha van Brieg. Zijn zoon Willem volgde hem op als graaf Willem VI. De naam Albrecht van Beierenstraat werd, bij raadsbesluit, op 19 januari 1970 officieel vastgesteld.

Bronnen:

Wikipedia.

Historiek.

Haagse tijden

Genealogieonline

 

 Website designed and build by

deanluma logo shade xsmall