1929. Dokter Pool Sr. steekt per auto de bevroren Zuiderzee over.
Door Niek Dekker
Rens Pool was een enthousiast amateurfotograaf. In de strenge winter van 1929 stak zijn vader Johan Pool Sr. op 1 maart met zijn auto het ijs van de Zuiderzee over. De rit ging van Enkhuizen naar Urk. Rens maakte de rit mee en maakte er een serie foto’s van. De andere passagiers waren hoogstwaarschijnlijk de huishoudster van Pool Sr. en notaris Henk de Boer met zijn vrouw Reinoutje Haringhuizen. Pool en De Boer waren met elkaar bevriend, maar tevens was Reinoutje een nichtje van Pool. Voor de tekst bij de foto’s is, met toestemming van de uitgever, gebruik gemaakt van het boek ‘Extreem weer!’ van Jan Buisman.
De auto van dokter Pool rijdt op het Zuiderzee-ijs.
Van 11 tot 19 februari 1929 is het zó gruwelijk koud dat nauwelijks iemand maar het puntje van zijn neus buiten de deur durft te steken. Nacht aan nacht vriest het 15 graden of meer. De statistici duiken in hun oude cijfermateriaal en moeten wel honderd jaar terug, ver voorbij de barre winter van 1891. De laatste dertig jaar viel het met de winters wel mee (een weldaad voor arme mensen die hun zuurverdiende centen nu niet kwijt waren aan kolen, turf en hout en in rook zien opgaan). Sinds de barre winter van negentig heeft de kou niet helemaal verstek laten gaan. In februari 1895 was het flink koud, in 1908 viel de bittere kou juist met Kerstmis en met Oud en Nieuw. De Oorlogswinter van 1917 staat nog in veler geheugen gegrift. In 1925 was Sinterklaas ijzig koud en ook december 1927 mocht er zijn. Maar februari 1929 slaat ze allemaal met afstand. In januari 1929 kwakkelt het met enkele keren ijzel; op de 18e vriest het in Wijster in Drenthe al 18 graden. Begin februari is de luchtdruk hoog in Noord-, Oost- en Centraal-Europa; het vriest dan rond de Oostzee al 30 à 40 graden. Op 8 februari ligt er een lagedrukgebied bij IJsland met een uitloper naar de Britse eilanden en voor ons land (waar het licht tot matig vriest) is de dooi binnen handbereik. Dan gebeurt er iets onverwachts: het laag zakt snel weg naar de Golf van Biskaje, waardoor de weg vrijkomt voor de ijzig koude lucht die prompt heel West-Europa overspoelt.
Op de 10de februari bereikt verse, extreem koude lucht ons land. In Groningen zakt de thermometer ’s avonds om zeven uur bij stormachtige oostzuidoostenwind en heldere hemel al tot -13 graden. Daarna liggen de etmaalgemiddelden gedurende bijna een week beneden -10 graden. In De Bilt is de gemiddelde temperatuur van de tweede februaridecade -9,7 graden. Van 11 tot 17 februari liggen de minima te De Bilt onder -15 graden, met als dieptepunt -18,9 graden op de 14de. Te Winterswijk vriest het van 11 tot 17 februari, zeven dagen lang, nacht op nacht rond de 20 graden. Op de grimmige 14de zelfs midden op de dag nog -13,8 graden, de Belgen spreken van een ijzige Valentijnsochtend. In Oostende vriest het 19 graden; het is de laagste temperatuur van de eeuw aan de kust. In Leopoldsburg vriest het 22,9 graden. Daarna wordt de vorst getemperd, hoewel het op 20 en 21 februari wederom streng vriest. De Maas ligt begaanbaar dicht en op het zeestrand komen veel mensen kijken naar de manshoge ijsbanken.
Begin februari wordt een Elfstedentocht mogelijk en die wordt dankzij de aanhoudende koude op de 12de verreden. Bij ongeveer 18 graden vorst is dat geen sinecure. Van de 303 gestarte deelnemers halen er maar 155 de finish, onder wie enkelen met bevroren ledematen. Van de winnaar Karst Leemburg moet de helft van zijn teen, die bevroren is, worden geamputeerd. Die krijgt (geconserveerd) een plaats in de prijzenkast. Door de geringe sneeuwval (pas op de 14de februari valt er sneeuw van betekenis) is het ijs hard als staal. De firma Nooitgedagt te IJlst verkoopt binnen enkele weken 50.000 paar schaatsen. Wat de luchtdruksituatie betreft: op de 10de februari ligt er een uitdiepend laag boven de Middellandse Zee, terwijl hoge druk zich handhaaft boven Scandinavië en Noord-Rusland, een situatie die geruime tijd voortduurt. Terwijl bij ons weinig sneeuw ligt, is dat wel het geval in grote delen van Noord- en Midden-Europa zodat de zeer koude, van Nova Zembla afkomstige, lucht ons in snel tempo en over een gesloten sneeuwdek kan bereiken.
Zoals elke winter ontbreken branden niet. Op de dag van de Elfstedentocht rijdt bij Deventer de eerste vrachtwagen over de IJssel en brandt het Leidse stadhuis af. Heel spectaculair is de Leidse brand, het bluswater stolt onmiddellijk en op foto’s ziet men een surrealistisch ijspaleis. Te Amsterdam gaat het theater Flora in vlammen op, in Dalfsen een cichoreifabriek, in Winschoten een autoremise, in Veenendaal een zuivelfabriek (die men bij gebrek aan water met melk blust, met als resultaat een reusachtige ijswafel) en in Gouda de brandweerkazerne. In Roermond vriezen bij de eiermijn 15.000 eieren stuk en op de Gelderse eierveiling zijn dat er een half miljoen. In Steenderen vriest de melkrijder op zijn wagen dood, hij heeft de leidsels nog in de hand. Te Bergentheim wordt het kind van een woonwagenbewoner slachtoffer. Ook te Apeldoorn, Emmen, Barneveld, Borne en andere plaatsen vriezen mensen dood. Een jeugdige Leeuwardenaar (18) loopt op zijn gympen over het Zuiderzee-ijs naar Enkhuizen, maar komt met bevroren oren, handen en voeten aan; beide voeten moeten worden geamputeerd. Uit Roermond wordt gemeld dat er een rij fraaie bomen door de vorst is opengebarsten. Te Venlo zitten wilde eenden hulpeloos vastgevroren in de ijsschotsen en drijven zó de Maas af. Uit verscheidene plaatsen komen berichten over dode hazen en konijnen die men langs de wegen ziet liggen.
Ofschoon de crisisjaren nog niet begonnen zijn, is de ellende er onder het arme volk niet minder om. Van vele kanten komt gelukkig hulp. De gemeente Amsterdam verstrekt warme maaltijden, waar de eerste dag al 1.409 personen gebruik van maken. De kosten zijn 5 cent, wat grote verontwaardiging oproept in de Jordaan, waar men vindt dat dergelijke maaltijden gratis behoren te zijn. Op de bitterkoude 14de februari deelt het Leger des Heils 3.000 koppen koffie uit en ook worden op één dag 2.700 borden gemeentesnert uitgereikt. De regering laat met spoed 4.000 warme dekens naar de arme veenkoloniën zenden. De gemeente Den Haag legt vuren aan waar taxichauffeurs en passanten hun verkleumde ledematen kunnen warmen. In Brussel krijgen de trekpaarden grove jutezakken om hun hoeven gebonden bij wijze van sneeuwbanden.
De rivieren liggen onder dik ijs. Ik herinner mij nog hoe je in Culemborg niet meer met de pont de Lek overstak, maar langs een zandpad. Trouwens, alle veerdiensten zijn uitgevallen en op vele plaatsen steken auto’s, beladen vrachtwagens en bussen het ijs over (Nederland telt overigens nog maar weinig auto’s). In de belangrijkste waterwegen probeert de genie de vaarroutes open te houden, wat de grootste moeite kost. Op 27 en 28 februari vriest het te De Bilt weer 12 à 13 graden. En wat wordt er gefietst. Teunus Keuter en Albert van Urk zijn de eersten die van Urk naar Enkhuizen fietsen, weldra gevolgd door honderden anderen. Onder al die wielerfanaten zijn – zo vernemen we – tot veler verbazing ook verscheidene dames.
De eerste die met zijn auto over de Waddenzee naar Ameland rijdt, is J. Heeringa uit Minnertsga bij Franeker. De heer M.J. Zeilma bereikt als eerste met zijn auto Schiermonnikoog. Twee anderen, Duys en Hak, fietsen van Terschelling naar de Friese kust. Het ijs in de Waddenzee is 30 à 35 cm dik. Op 13 februari zijn op het Schildmeer 4.000 mensen samengestroomd om naar wedstrijden met paarden en arrensleden te kijken, de ijsdikte is daar 55 cm.
Ook in het buitenland is de winter huiveringwekkend koud. Op de 11de en 12de februari is het overal in Midden- en West-Europa extreem koud: in Zuid-Duitsland vriest het rond 30 graden, in Noord-Duitsland, ook langs de Oostzee, circa 25 graden. Op 1 maart zakt het kwik in Delft weer tot -11 graden en in Winterswijk tot -14,5 graden. Maar in de middag stijgt het tot boven nul. De auto-ijsweg van Enkhuizen naar Urk en de oversteekplaatsen aan de rivieren zijn overigens nog in uitstekende conditie. Op 21 maart slaagt de postboot er door het drijfijs niet in van Urk naar Enkhuizen te varen. Een T-Ford zakt door het ijs, staat jarenlang geparkeerd op de zeebodem en komt later in de Flevopolder weer boven water. De middagtemperaturen gaan nu allengs omhoog, op 8 en 9 maart is het al 11 à 12 graden en op 18 en 22 bijna 18 graden. Maart is extreem droog en die droogte houdt bijna heel 1929 aan.
‘Extreem weer!’ van Jan Buisman.
(2011, Uitgeverij van Wijnen Franeker, ISBN 9789051943580)
Bovenste foto.Vlnr: Dokter Pool Sr, waarschijnlijk de huishoudster, notaris Henk de Boer en
zijn vrouw Reinoutje de Boer-Haringhuizen.
Foto's genomen door Rens Pool in de haven van Urk.