Trijntje van Dijk-Bos en de weegbrug van Aartswoud
Door Niek Dekker
In 1930 werd de Wieringermeer drooggelegd. De nieuwe polder bracht producten voort die op transport gingen naar andere delen van Nederland. Veel producten werden op gewicht verkocht en dus ontstond er behoefte aan de mogelijkheid om die producten te wegen. Op 23 november 1933 gaf het Hoogheemraadschap de Vier Noorder Koggen grond in erfpacht aan strohandelaar J. Schermerhorn en makelaar J. de Jong uit Hoorn. Deze overeenkomst was bedoeld voor het stichten en onderhouden van een weegbrug bij de uitgang van de Wieringermeer op de dijk bij Aartswoud. Een weegbrug is een inrichting waarmee het gewicht van de lading van voertuigen kan worden bepaald. De pacht was voor de duur van 30 jaar, tegen een erfpachtcanon van ƒ 15,- per jaar. In augustus 1934 werd de weegbrug geplaatst, in de bocht van de West-Friese dijk bij de ‘Turfhoek’. Vanaf het begin was Trijntje van Dijk-Bos degene die de weegbrug bediende.
1930. Trijntje Bos (voorgrond) op het strand van Aartswoud.
Een weegbrug bestaat uit een houten platform waarop men een wagen kan rijden. Beneden het platform bevindt zich een hefboommechanisme dat met een zware weeginrichting is verbonden. Het aflezen van het resultaat gebeurt in een huisje naast de brug. Het gewicht van de lading wordt bepaald door het voertuig tweemaal te wegen: eenmaal in onbeladen toestand en eenmaal in beladen toestand. De vrachtwagenchauffeur ontvangt beide keren een weegkaartje als bewijs van het laadgewicht. De eerste weegbruggen in Nederland dateren van het einde van de 19de eeuw. De weegbrug van Aartswoud werd geleverd door de Eerste Nederlandsche Fabriek van Weegwerktuigen Jan Molenschot en Zoon B.V. uit Breda.
Weegkaartje 1958.
De brug had een weegvermogen van 20 ton en was 10 meter lang en had ‘een mooie oprit’. De Rijksdienst zou iedere een à twee jaar de weegbrug komen ijken. De Hoornse ondernemers plaatsten op 8 augustus een advertentie, zie hieronder.
Advertentie Bekendmaking.
Turfhoek
Trijntje Bos werd geboren in 1913. Het gezin Bos woonde in de bocht van de West-Friese dijk bij Aartswoud. Die plek werd Turfhoek genoemd, omdat op dit punt van de dijk turfschepen uit Friesland aanmeerden om hun lading brandstof te lossen. Vanaf ongeveer 1950 gebeurde dat niet meer, omdat turf als brandstof nauwelijks meer werd gebruikt. Olie en gas waren de vervangers.
Wegwerkers asfalteren de dijk.
2e van links Jacob Bos, 3e van links Luit Bos.
Rechts is te zien hoe de dijk werd opgehoogd.
De vader van Trijntje, Luit Bos, was landbouwer van beroep. In 1916 werkte hij aan het herstel van de dijk na de watersnood in januari van dat jaar. In 1930 werd de Wieringermeer drooggelegd. Vanuit vooral de arme oostelijke provincies kwamen werkloze mannen hierheen om sloten en greppels te graven. De eerste werkers in de nieuwe polder kwamen in een groep van 140 mannen. Een van die mannen was Gerrit van Dijk geboren in 1905 in Vriezenveen in Overijssel. Hieronder de barakken waarin ze woonden. Deze stonden op de plek van de oude Aartswouder sluizen. Gerrit van Dijk kreeg verkering met Trijntje Bos. Ze trouwden in 1932. Ze kregen vier kinderen; Tinie (1932), Gert (1933) verongelukte in 1942 door een val van een wagen, Gert (1944) en Ben (1947).
Advertentie van Ieder het Zijne in de Medemblikker Courant.
De eerste tijd woonden ze in een huisje links van slager Van der Bel aan de Zuiderzeestraat. Toen Trijntje in 1934 de weegbrug ging bedienen, verhuisden ze naar het huisje in de Turfhoek, rechts naast dat van de ouders van Trijntje.
Barakken bij de Aartswouder sluizen.
Het huisje was, net als de weegbrug, eigendom van de twee Hoornse ondernemers. Het inkomen van Trijntje lag niet erg hoog. Zoals een advertentie uit 1938 voor de weegbrug van Wieringerwerf aangeeft, moest het wegen als bijverdienste worden beschouwd.
Polderjongens, 2e van rechts Gerrit van Dijk.
In 1951 bedroeg het salaris van Trijntje een derde van de weeggelden. Toch wist ze in 1953 in zes weken tijd genoeg geld te verdienen om hun huisje te kunnen kopen. In dat jaar werd de Hondsbossche Zeewering met basaltstenen bekleed. Die stenen werden over het IJsselmeer aangevoerd naar Medemblik. Daar werden ze op vrachtauto’s geladen. Die auto’s werden allemaal gewogen op de weegbrug van Aartswoud. Een heel drukke tijd, maar met zeer goede verdiensten.
Auto rolt van de dijk.
In 1954 werd het salaris van Trijntje 40% van de weeggelden. Vakantiegeld heeft Trijntje nooit gekregen. De wegers van ‘Ieder het Zijne’ konden wel in de maanden mei en juni vakantie nemen. Toen zijn werk in de Wieringermeer was gedaan, trad Gerrit van Dijk in dienst van de Vier Noorder Koggen en werd hij kantonnier van de West-Friese Dijk.
1954. Werken aan de Hondsbossche Zeewering.
Bij de weegbruggen ging er wel eens wat mis. In 1937 rolde een wagen van de dijk bij het verlaten van de weegbrug.
Gezin van Dijk; Vader Gerrit, Ben, Tinie, Gert en moeder Trijntje.
In januari 1938 werd van de weegbrug in Lambertschaag de balans met schuifgewicht gestolen. In november van datzelfde jaar bericht de krant over een oplichter die door te pendelen tussen de weegbruggen van Aartswoud en Winkel en te sjoemelen met de weegkaartjes zijn lading bieten te zwaar liet wegen. Deze heer V. uit Heerhugowaard werd gesnapt en ‘zal den langsten tijd wel bieten gewogen hebben op deze manier!’ Het materiaal, hout en ijzer werd onderhouden met koolteer. Ene heer Kemper deed die klus een keer, hij teerde echter ook het tegenblok (contragewicht). Trijntje was woedend, omdat hierdoor het evenwicht niet meer precies was.
De Turfhoek, in het huisje links woonde Luit Bos,
in het huisje rechts woonde de familie van Dijk.
Ieder het Zijne
In juli 1941 werd de brug gekocht door de Coöperatieve Weegbrug Vereeniging ‘Ieder het Zijne’ G.A. (gedeeltelijke aansprakelijkheid) uit de Wieringermeer. Daarmee kwam het aantal bruggen van die coöperatie op vijf. De vraagprijs van Schermerhorn was ƒ 3500,- voor de weegbrug en ƒ 1200,- voor het huisje. In de notulen van 18 april 1941 wordt opgemerkt dat het weeghuisje geheel onderheid is en een betonnen dak heeft. ‘Het raam is wel wat klein en hoog aangebracht’. Over de woning wordt vermeld: ‘Oud en klein, maar goed onderhouden en netjes in de verf.’ Tegen de dijk liep een houten trap, waarvoor jaarlijks iets aan het waterschap moest worden betaald. Het bestuur wil de brug kopen, ook als de algemene vergadering ertegen is.
1938. Schager Courant.
Het bedienen van de weegbrug was een baan voor zeven dagen per week. Zelfs op zondag moest er soms gewogen worden.
Annonce aankoop weegbrug.
Ziek zijn kon dus eigenlijk niet. Van dokter Pool kreeg Trijntje het volgende advies: ‘Trek nooit een jas aan als je naar de weegbrug gaat. Dan kun je hem niet vergeten en zal je je nooit ziek worden.’ Als iemand zich meldde op de weegbrug, moest Trijntje snel de dijk op, over een trap van 23 treden. Een van de gebruikers merkte eens op: ‘Als je al die treden aan elkaar zou doen, was je allang in de hemel vrouw van Dijk.’ Tussen 1945 en 1951 hielp dochter Tinie regelmatig haar moeder met het werk op de weegbrug.
De eerste weegbrug in 1937. Foto van K. van Dok uit Andijk.
Weddenschappen
Wat werd er zoal gewogen op de weegbrug? Auto’s vanwege de lading meestal. Maar ook auto’s zonder lading. Als er een auto uit het buitenland ingevoerd was, moest hij officieel gewogen worden. Uit Hoogwoud kwam dan een ambtenaar (commies) om te controleren. Het vastgestelde gewicht werd op het kenteken bijgeschreven. De KI in Sijbekarspel kwam langs als er stieren waren verkocht. Hun gewicht werd dan op de brug bepaald. Kippenslachter Thaam Dam woog zijn kippen in Aartswoud. Het vangen van de dieren moest in het donker gebeuren. Hij liet dan ’s nachts ergens tussen 3 en 6 uur zijn lege wagen wegen. Daarna ging hij kippen laden, bijvoorbeeld bij Ruijg aan de West-Friese dijk. Vervolgens werd de wagen opnieuw gewogen. Het gezin at daarna veel kip. Gerrit stelde het niet erg op prijs dat zijn vrouw midden in de nacht ‘kippenwagens’ ging wegen. Loodgieter Willem Mens liet zijn oude zink door de opkoper wegen in Aartswoud. Een van zijn kinderen moest dan ter controle mee. Uit Friesland kwamen soms vrachtwagens met metselstenen op de brug, die door de politie van de weg waren gehaald omdat ze te zwaarbeladen leken te zijn. De politiemannen wedden dan weleens om een reep met Trijntje of de wagen wel of niet boven het maximaal toegestane gewicht zat. De vrachtrijders moesten bij overbelasting een bekeuring betalen en een deel van de lading lossen. Meestal won Trijntje die weddenschappen. Ze zat er wel een keer naast bij een grote trailer met afgekeurde blikjes vis. Om de twee jaar kwam de firma Molenschot langs met een vrachtwagen geladen met 6 à 8 ijzeren blokken van duizend kilo om het weegapparaat te laten ijken.
De trap naar de weegbrug.
Zeer regelmatig kwamen er strorijders langs. Bekende namen: Paul Knijn uit Opmeer, Piet Loos uit Spanbroek, Piet Boots uit Hoogwoud en Rein Tensen uit Abbekerk. Ook Grasdrogerij Avenhorn liet zijn wagens vaak in Aartswoud wegen. Het wegen van auto’s met eetbare lading had extra voordelen. Als er witte kool was gewogen, kon moeder daarna zelf een voorraadje zuurkool maken. Bij wagens met gekookte aardappelen haalden de kinderen er weleens wat af. De aardappelen waren nog warm, en je kon de schil er zo aftrekken. De kippen noemden we al. In 1942 vinden we in de notulen van Ieder het Zijne de eerste vermelding van het aantal in Aartswoud gewogen kilo’s. Dat zijn er in dat jaar 6.462.492 en in 1943 7.819.431 kg. Van oktober 1943 tot maart 1947 is geen informatie te vinden. De coöperatie hield in die periode blijkbaar geen algemene vergadering. Wellicht is in deze periode het nieuwe weeghuisje gebouwd. Onderstaande foto laat een ander huisje zien dan er eerst stond.
Bordje met de firmanaam, dat op het weeghuisje werd bevestigd.
Accuratesse
Na maart 1947 valt uit de notulen de gang van zaken weer te volgen. In dat jaar wordt gemeld, dat in de Wieringermeer drie weegbruggen zijn vernield door de onderwaterzetting door de Duitsers in 1945. In 1948 wordt in Aartswoud maar liefst 17.025.958 kg gewogen. In 1949 roemt de heer Feitsma de capaciteit en accuratesse van de weegster van Aartswoud. ‘Zij zet bijvoorbeeld het nummer van een auto op het kaartje, waardoor een goede controle mogelijk is’. De andere wegers zullen worden verzocht om dit ook te doen. 1948 was kennelijk een topjaar, want in 1949 wordt 10.586.238 kg gewogen, in 1950 weer wat meer: 14.947.908 kg. In de vergadering vraagt de heer Zadelhof naar ‘handeltjes’ van de wegers; is dit toelaatbaar? Het bestuur blijkt hiervan al op de hoogte ‘en heeft dit reeds verboden’. In 1951 wordt het salaris van de wegers gesteld op een derde van de weeggelden. In 1953 wil Gerrit van Dijk het woonhuisje kopen voor ƒ 750,-. ‘Het huisje komt in slechten staat en moet nodig hersteld worden’ laten de notulen weten. De vergadering gaat akkoord. In 1957 wordt het loon van de wegers gesteld op 40% van de weeggelden. De weegbrug blijkt te smal voor nieuwe bredere auto’s. Trijntje lost dit op door blokken onder de wielen te leggen. Men gaat dit bekijken ‘om hierin verbetering te brengen’. In januari 1961 stormt het flink. De weegbrug loopt schade op. Er moeten een nieuwe deur en nieuwe ramen in; kosten ƒ 2000,-. Er komt tevens een nieuw brugdek voor ƒ 2000,-. In 1963 komt er elektrische verwarming in het gebouwtje op de dijk.
Trijntje wordt ziek en moet in 1964 haar loopbaan als weegster beëindigen. Ze heeft hartklachten, suikerziekte en last van haar schildklier. Gré de Beurs, de vrouw van zoon Gert, neemt het werk een maandje over. Daarna wordt Rina Buis uit Kolhorn de vaste weegster. Ze maakt het seizoen 1964 af en is ook de weegster gedurende het seizoen in 1965 en 1966. In augustus vooral wagens met stro, in september en tot half oktober met bietenblad. Gerrit van Dijk overlijdt in 1973, hij is dan 67 jaar oud,
Trijntje verhuist daarna naar het Slothuys in Spanbroek. Ze woont daar tot haar dood in 1990, ze is 77 jaar oud geworden. In 1965 wordt het weegloon gesteld op 50% van het weeggeld. Op de vraag van het Hoogheemraadschap of de erfpacht met 30 jaar verlengd moet worden, valt in november van dat jaar een positief besluit. De pacht bedraagt voortaan ƒ 50,- per jaar.
Weegbrug met Piet Raa, Therese en Willem Deutekom.
Waarschijnlijk 1945, foto genomen door moeder Deutekom.
Men ziet er kennelijk nog brood in: In de zomer en de herfst wordt er nog veel gewogen ‘tijdens oogst en bietencampagne’. De brug is in 1966 13 weken open geweest. De onkosten kunnen nog steeds uit de weeggelden worden betaald. In oktober 1967 wordt vastgesteld dat er te weinig wordt gewogen in Aartswoud. Alleen stro en bietenblad komt nog redelijk vaak op de brug. De onkosten komen er echter niet meer uit. Men wil toch blijven wegen. Er zal naar een automatisch sleutelkastje worden geïnformeerd, zoals in Winkel in gebruik is. Er is een aanvraag geweest om de weegbrug te kopen, maar men wil niet verkopen. In de kantlijn van deze notulen staat: ‘Mevrouw van Dijk te Aartswoud ontvangt ƒ 111,- per maand invaliditeit’.
Vrachtwagen op een weegbrug.
Verzakking
In oktober 1968 vraagt de secretaris van het bestuur zich af, of de weegbrug nog te onderhouden of te verkopen is, omdat die praktisch geen dienst meer doet. Het bestuur is nog steeds tegen verkoop, tenzij er ‘een goed bedrag geboden wordt’. Korte tijd later komt verkoop weer ter sprake. Enkele leden van de CV, bij monde van de heer Hartmans, zouden het echter zeer op prijs stellen als de weegbrug voor in de buurt wonende leden beschikbaar blijft, desnoods tegen een hoger tarief. Na een uitvoerige discussie besluit men de brug voor een jaar te verhuren aan een groep belangstellenden, voor de somma van ƒ 250,- per jaar. In november 1969 vraagt de secretaris opnieuw wat te doen met de weegbrug. Laten liggen of verkopen? Het weeghuisje ‘is weer aangereden en er zijn twee scheuren aan voor- en achterkant’. De weegbrug is solide, maar de put heeft afwijkingen. Wegers of weegsters zijn in de buurt niet te vinden. In deze staat wordt de weegbrug over enkele jaren afgekeurd en zal het heel wat kosten om de brug weer goedgekeurd te krijgen. Mocht er een koper zijn voor ƒ 2500,- of ƒ 2000,- dan zal het bestuur aan de algemene vergadering toestemming vragen om de brug te verkopen, graag met verplaatsing van het geheel. De berichten worden steeds somberder. In november 1970 constateert men dat de brug echt niet rendabel meer is. Een 20-tons brug is te klein voor grote vrachtwagens en de put komt steeds schuiner te liggen door verzakking. Mijnheer Hartmans pleit opnieuw voor behoud, desnoods met weer een verhoging van het weeggeld. Maar uiteindelijk wordt besloten de brug te verkopen. ƒ 1000,- lijkt nu een redelijke vraagprijs. In november 1971 valt het doek definitief. Het bestuur is van mening dat de weegbrug gesloopt moet worden. Hierna komt de weegbrug van Aartswoud niet meer aan de orde in de notulen van de Coöperatie. Het huis van de familie van Dijk staat er nog. Het is verbouwd en groter geworden. Het huisje van Luit Bos is verdwenen en op de dijk is geen spoor van de weegbrug meer te vinden.
Interieur van een weegbrughuisje.
Bronnen
- Notulen ‘Ieder het Zijne’, met dank aan het Historisch Genootschap Wieringermeer.
- Gert en Ben van Dijk.
- Precia-Molen Industriële weegtechniek Breda.