De wagenmakerij aan het Zuideinde van Hoogwoud
Door Adrie Smit (†) en Kees Mooij
Vanaf zeker 1813 tot 1929 stond aan het Zuideinde, nu Herenweg, een wagenmakerij ter hoogte van wat we nu kennen als partycentrum Op Stap. Er is niet veel bekend over deze wagenmakerij, maar gelukkig zijn er wat foto’s in ons bezit die ons een blik gunnen op deze ‘vergeten’ wagenmakerij. Aangevuld met door Adrie Smit geleverde informatie kunnen we toch een redelijk compleet beeld schetsen van dit bedrijf.
Op deze ansichtkaart uit begin 1900/1910 vanaf het Zuideinde naar de viersprong zien we rechts de wagenmakerij.
Aan de linkerzijde staan de bakkerijen van Pranger en Klaver naast elkaar. Daarop volgt café De Witte Valk met de lindeboom.
Voorbij de kruising zien we café De Eendracht. Na de timmermanswerkplaats van Jaap Smit zien we het huis
van Jan Dam en op de hoek onder zwaar geboomte de woning van Jan Hinke.
De wagenmakerij stond aan het Zuideinde. Dat is het gedeelte tussen de RK-kerk en de Boekelweg, wat we nu kennen als de Herenweg tussen de Middelweg in Opmeer en de Oosterboekelweg. Vanaf de hoek van de Oosterboekelweg richting de kerk, was de wagenmakerij het vierde huis aan de oostelijke kant, nu Herenweg 56. De wagenmakerij stond op sectie D1055 en is beschreven als een woonhuis met schuur, groot 4 aren en 75 ca. Het stond rechts naast het dorpshuis (nu Op Stap) waar tot enkele jaren geleden de brandweergarage was.
De eerst bekende wagenmaker in Hoogwoud was Assuerus van Driel. Van hem is bekend dat hij zeker al in 1813 wagenmaker was in Hoogwoud. Zijn zoon Pieter van Driel was na hem wagenmaker in Hoogwoud. Hij was getrouwd met Cornelisje de Boer en samen hadden ze één kind, dochter Aaltje van Driel. Pieter van Driel overlijdt op 4 maart 1844. De wagenmakerij wordt dan voor de helft eigendom van zijn weduwe Cornelisje de Boer en voor de helft van hun enig kind Aaltje van Driel. Zij besluiten de wagenmakerij te verhuren.
In Dirk Smit wordt in 1845 een huurder voor de wagenmakerij gevonden. Bekend is dat hij er in elk geval op 1 augustus woont.
De vrouw van Dirk Smit had een winkeltje bij de wagenmakerij waar ze onder meer hullen, kant en kappen verkocht. Later werd dit deel van het huis de voorkamer.
Dirk Smit (geb 1828 - overl 1910) was wagenmaker te Hoogwoud.
Deze foto is genomen rond 1900 in de wagenmakerij (zie de houtkrullen op de vloer).
Klaasje Smit-van Munster (foto uit ongeveer 1890) was gehuwd met Dirk Smit.
De huur bedraagt in 1871 f 30,00 per jaar en in 1877 is dat al opgelopen tot f 80,00 per jaar. Weduwe Cornelisje de Boer is inmiddels hertrouwd met Cornelis Wester. Deze verkrijgt door ruil ook de helft van de wagenmakerij van Aaltje van Driel. Na het overlijden van Cornelis Wester verkoopt Cornelisje de Boer de wagenmakerij op 28 februari 1877 aan Jan Stoop (landman) en Jan Groenveld (landman).
Jacob Smit, geboren op 21 oktober 1854, volgde zijn vader Dirk Smit op. Jacob (Jaap) Smit was timmerman en wagenmaker. Hij trouwde op 5 februari 1886 met Grietje Schuit. Jacob Smit kocht de zaak op 18 mei 1892 voor f 1000,- van Jan Stoop en Jan Groenveld.
Jacob Smit (geb 21-10-1854 - overl 30-01-1910) woonde aan Herenweg 56 in
Hoogwoud en was getrouwd met Grietje Schuit op 05-02-1886.
Grietje Smit-Schuit (foto uit ongeveer 1930) trouwde op 05-02-1886 met Jacob Smit.
Dirk Smit overleed op 3 december 1909. Jacob Smit overleed 30 januari 1910, kort na z'n vader. De vrouw van Jacob Smit vertrekt na het overlijden van Jacob met de kinderen naar Broekerhaven en verkoopt het huis aan Frans Schotten op 12 mei 1910.
Frans Schotten was timmerman, geen wagenmaker. Het huis was een breed huis (zie foto), groot genoeg om in tweeën bewoond te worden. Cees Schipperijn heeft, waarschijnlijk in 1910, de wagenmakerij van Smit voortgezet en huurde vermoedelijk een deel van het huis van Frans Schotten.
Frans Schotten kocht ongeveer drie jaar later ook nog een zaak in Schagen. Hij is daar waarschijnlijk zelf gaan wonen, maar hij behield het huis met de werkplaats in Hoogwoud. Het timmerbedrijf in Hoogwoud werd ook aangehouden, in eerste instantie door Frans Schotten, later door (of met) zijn zoon Cees. We weten dat in 1929 het huis bewoond werd door links wagenmaker Cees Schipperijn en rechts door timmerman Cees Schotten. De werkplaats werd, in elk geval nog in 1929, ook door hen gedeeld.
Kort na 1929 zijn zowel Schipperijn als Schotten uit het huis gegaan en kwam P. Boots er wonen. Hij bleef er tot in 1934 slager Gert Breed het huis en de werkplaats kocht voor f 1434,78 van Frans Schotten. Gert Breed liet de panden slopen en er werd een nieuw woonhuis met winkel en slagerij gebouwd. Meer over deze slagerij kunt u vinden in onze uitgave van 2010 Maatwerk. In 1969 verkocht de weduwe van Gert Breed de zaak aan P.H. Bijwaard.
Wat er met de wagenmakerij is gebeurd na 1930 is ons niet duidelijk. Wel weten we dat Theo Groenewoud in 1941 naar Hoogwoud kwam en begon als zelfstandig wagenmaker en timmerman. Onduidelijk is of er in de tijd tussen Schipperijn en Groenewoud een wagenmakerij was in Hoogwoud.
Meer over Theo Groenewoud kunt u vinden in onze uitgave van 2007 Ondernemend volk.
Op deze foto, gemaakt vanaf de viersprong richting het Zuideinde, zien we links de wagenmakerij
en een wagen uit de tijd toen Schipperijn er de wagenmaker was.
1955 - Het Zuideinde wordt volledig opgeknapt. Hier ter hoogte van het Dorpshuis.