Stichting Hoochhoutwout biedt u het heden en het verleden van de (vroegere) gemeente Hoogwoud (Hoogwoud, Aartswoud, De Langereis, De Gouwe, De Weere). De Stichting Hoochhoutwout heeft als doelstelling om de (vroegere) gemeente Hoogwoud in al haar facetten te belichten.

Jan Koeten:

Herinneringen aan Aartswoud – Deel 5

Door Cees Modder (†)

Enkele jaren geleden mocht ik een verhaal kopiëren van Jan Koeten. Hij had het geschreven in 1940 over alles wat hij had beleefd en nog wist van Aartswoud vanaf 1880 tot 1940. Er waren meer mensen die dat deden, denk aan Dirk Pijper uit Opmeer die niet alleen verzen en gedichten maakte, maar ook over Opmeer het een en ander opschreef. Aan Pieter Bossen die toen de kronieken schreef over de dorpen Aartswoud en Hoogwoud en natuurlijk aan Olfert Schermer met zijn kroniek over Hoogwoud.

Deel 1 van Koetens herinneringen publiceerden we in onze uitgave van 2013 Groot Werk, deel 2 in de uitgave van 2014 Oude Rechten, deel 3 in de uitgave van 2016 Water, Lust en Last en deel 4 in de uitgave van 2018 Effies Trugkoike.

 

Hoofdstuk IX

Het Onderwijs

Er bestond één school n.l. een Openbare Lagere School. Hoofdonderwijzer was D. Tates, bijgestaan door de onderwijzer W. Groot in de wandeling meester Tates en meester Groot genaamd.

Volgens overlevering stond de school voorheen achter de kerk. In 1865 werd een nieuwe school gebouwd op de tegenwoordige plaats. De eerste steen hiervoor werd gelegd door Cornelis Pluister Dz. en Trijntje Koorn Ddr.

 

Meester Tates

Vele herinneringen staan mij nog helder voor de geest o.a. dat wij met zijn zessen in een bank zaten, dat iedere dag begon met zingen bij meester Groot het welbekende, ‘wat vraag ik toch naar geld en goed’, en bij meester Tates, het door hem zelfgemaakte boekje, Vaderlandsche Mopjes voor school, voor huis en straat gedrukt bij G. Half te Nieuwe Niedorp. Zelfs de beruchte el was aanwezig. Tot hun eer mag gezegd worden dat het onderwijs niet op lager peil stond dan op de dorpen in den omtrek.

 

Voor vele dorpsbewoners was meester Tates een vraagbaak, ook al door zijn vele bijbaantjes, waardoor hij met veel burgers in aanraking kwam. Dat die bijbaantjes nodig waren bewijst wel het salaris dat meester Tates genoot namelijk ƒ925.- met vrije woning.

Leerlingen van de OLS Aartswoud met links meester van Ree (ca 1920).

 

De school uit 1865.

 

D. Tates die van 1862 tot 1891 hier als hoofd heeft gestaan werd opgevolgd door H. van Ree. Toen was er een onderwijzeres aan de school verbonden en alzoo een driemansschool.

Van toen af ging het onderwijs met reuze schreden vooruit. Daar meester van Ree tevens in ’t bezit was van een landbouwakte, zijn er in ons dorp en omgeving zeer velen door hem opgeleid tot uitstekende landbouwers.

Aan het gewone dorpsverenigingsleven nam van Ree geen deel. Het onderwijs was voor hem alles.

Meester van Ree

 

Is het te verwonderen dat zeer velen nu hij in Alkmaar woont nog steeds met hem in contact staan. Ook de naam van de dames van Wijk die vele jaren hier de jeugd hebben opgeleid, hebben hier nog een goede klank.

 

In het jaar 1933 is hier op dezelfde plaats een nieuwe school met woonhuis gebouwd, geheel in moderne stijl hetwelk een sieraad van ons dorp genoemd mag worden. Het is een school met drie lokalen met voorhal en kantoor voorzien van centrale verwarming en douche inrichting. De inventaris alsmede alle leermiddelen zijn nieuw aangeschaft geheel naar de eischen des tijds. Er is een prachtige speelplaats geheel betegeld, terwijl er ook een rijwielbergplaats aanwezig is.

Na het vertrek van H. van Ree die in 1931 met pensioen ging, kregen we als hoofdonderwijzer K. May, terwijl juffrouw P.S.M. van Wijk nog als onderwijzeres gebleven was, doch die ook kort daarna met pensioen ging. Nadat K. May in 1937 naar Haarlem was vertrokken volgde de heer D.F. Noë hem op tot heden en onderwijzeres is G. Dell, die thans tot volle tevredenheid de jeugd opvoeden.

 

We hebben hier ook nog eenige jaren een Naai- en Breischool gehad welke door de Diaconie, daartoe in staat gesteld door een legaat van een overleden dorpsgenoot, was gesticht. De meisjes ontvingen daar onderricht in naaien en breien. Dit is later jammer genoeg teniet gegaan, door gebrek aan belangstelling en ook doordat het te luxueus was opgezet.

 

Hier volgt een overzicht van de hoofdonder- wijzers

D. Tates                 1862 - 1891 gepensioneerd

H. van Ree          1891 - 1931 gepensioneerd

K. May                 1932 - 1937 vertrokken

en thans D.F. Noë.

 

Boven: De school uit 1933.

Onder: Naai- en breischool.

 

Hoofdstuk X

Genees- Heel en Verloskunde

Volgens overlevering was er vroeger op ons dorp een meester de Vries geweest die de praktijk van dokter uitoefende. In 1880 toen schrijver dezes begonnen is met zijn memoires was er op ons dorp geen dokter en dit is zoo gebleven ten huidige dage.

We waren toen aangewezen op Hoogwoud, waar meester van Zelm P.G. en meester Immink R.K. de praktijk uitoefenden. Dit was bij nacht en ontij soms lastig en hachelijk.

Dokter Zelm

Dokter Immink

 

Iedere dag gingen zij met hun welbekende rijtuigen, bespannen met een paard, de omtrek rond om hun diverse patiënten te bezoeken en de lijdende menschheid te helpen.

Beiden hadden, zooals nog in de dorpen gebruikelijk is, een apotheek. De vaste welbekende kruidenloper kwam ’s avonds te voet rond om de medicijnen (elk uur een lepel) rond te brengen door weer en wind.

 

Dokter Johannes Pool Sr en zijn vrouw Maartje Stammes.

 

Hoewel beide dokters de verloskunde uitoefenden, werd door arbeiders en kleine middenstanders in hoofdzaak gebruik gemaakt van de vroedvrouw. Die woonde notabene te Nieuwe Niedorp en heette in de volksmond Marijtje de Vroemer. Dat men deze prefereerde was in hoofdzaak omdat het goedkoper was, doch ook wel omdat men liever door een vrouw geholpen werd. Jarenlang, tot in hoogen ouderdom heeft zij daar de praktijk waargenomen.

Men haalde haar als het noodig was met paard en wagen, hondenkar of per slede, al naar gelang het voorkwam. Het is zelfs voorgekomen dat zij per voet met laarzen aan door vaak onbegaanbare wegen door sneeuw en ijs kwam om haar plicht te vervullen.

Gelukkig waren er gewoonlijk in de buurt wel een paar gehaaide vrouwen, die in tijden van nood, de eerste hulp vervulden. Daar er toentertijd meer kinderen werden geboren dan thans, gebeurde het vele malen, dat het kind reeds ter wereld was eer verloskundige hulp aanwezig was.

Schommelwieg

De verzorging der kinderen was gansch anders dan thans. Het kind werd stevig in een pak met deken gepakt, ’s morgens en ’s avonds bij een z.g. vuurmand voorzien van een steenen confoor met vuur geroosterd, van voedsel, v.n. moedermelk, voorzien en daarna met rozijnen en suiker in de mond gegeven in de wieg gelegd.

Deze wieg was van tenen gemaakt en op een houten schamel geplaatst, waardoor het gemakkelijk kon schommelen. Bijna alle kinderen werden op jeugdige leeftijd in de kerk gedoopt.

 

In 1902 vestigde dokter Pool zich te Hoogwoud.

 Website designed and build by

deanluma logo shade xsmall