De schat van Aartswoud
Door Niek Dekker
Eind 1949 wordt in Aartswoud, tijdens werkzaamheden op de plek van een verdwenen boerderij uit de 15de of 16de eeuw, een aardewerk pot gevonden met gouden en zilveren munten. De opwinding is maar even groot, er verschijnen in een paar kranten artikelen over de vondst. Daarna verdwijnt de gebeurtenis uit beeld. In mei 2017 houdt Frank Postma (vrijwilliger bij Archeologie West-Friesland o.a. voor het onderzoeken van munten) in Hoogkarspel een lezing over de zilverschat van Westwoud. Hierin noemt hij ook de muntvondst van Aartswoud. Hij laat daarbij prachtige foto’s zien die Fleur Schinning (in dienst van Archeologie West-Friesland) heeft gemaakt van een deel van de munten. Dit vormde de aanleiding tot dit artikel.
Plattegrond van de vindplaats.
Aan de westzijde van de Schoolstraat in Aartswoud (nu het blok van vier huizen met nummers 19, 21, 23 en 25) wordt in 1949 de langhuisstolp van D. Koorn gesloopt door Maarten van der Bel.
De firma P. de Geus en Zoon, een fruitkwekersbedrijf uit Heerhugowaard, wil er een fruittuin aanplanten. Sporen in de grond laten zien dat ten zuiden van de stolp een boerderij uit de 15de of 16de eeuw moet hebben gestaan. Tijdens de werkzaamheden wordt een oudaardewerk kannetje gevonden.
De eigenaar van de grond, de heer de Geus, maakt het schoon en ziet dat het kannetje een aantal munten bevat. Om precies te zijn, 16 gouden en 17 zilveren munten. De Geus verdeelt heel sociaal een deel van de munten onder zijn medewerkers.
Het is echter wettelijk voorschrift dat een dergelijke vondst moet worden gemeld bij de burgemeester van de gemeente waarin de vondst is gedaan. Het komt burgemeester Breebaart al snel ter ore, via de heer Lutjeharms. Deze is bestuurslid van het West-Fries Genootschap en hij is in Niedorp onderzoek aan het doen aan de oude kerk daar. Hij hoort van de vondst en licht Breebaart in. De burgemeester stuurt op 6 januari een brief aan de Geus met het dringende verzoek het kruikje en de munten aan hem te overhandigen. Deze komt langs met het kruikje en een deel van de munten. Hij heeft dan al informatie over die munten ingewonnen bij de heer Wortel, archivaris te Alkmaar en bij de heer Kerkmeijer uit Hoorn. Later neemt hij contact op met de secretaris van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. De overige munten heeft hij verdeeld onder zijn werknemers uit Sijbekarspel. P. Hoeksema krijgt 2 gouden en 5 zilveren munten, Jb. de Boer 2 gouden en 2 zilveren, P. Hiemstra 2 gouden en 3 zilveren, S. de Boer 3 gouden en 2 zilveren en Jb. Hollander 2 gouden en 3 zilveren.
De gesloopte langhuisstolp vanuit het noorden, met daarboven de plattegrond.
De heer Halbertsma van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (R.O.B.) schrijft op 18 januari een brief aan Breebaart waarin hij stelt, dat hij een dag eerder door Lutjeharms van de vondst op de hoogte is gebracht. Hij vindt dat de vinders een ‘ernstig verzuim hebben gemaakt’ door geen aangifte van de vondst te doen. Hij probeert alle munten op te sporen, zodat ze ter determinatie kunnen worden aangeboden aan de R.O.B. Op 22 februari laat hij Breebaart in een brief weten dat de muntbezitters uit Sijbekarspel hun munten al hebben verkocht aan de heer De Koning, melkventer uit hun woonplaats. De Koning blijkt nog in het bezit van slechts 8 zilveren munten. De rest heeft hij verkocht aan een antiquair aan de Heiligeweg in Amsterdam. Ook deze munten worden opgespoord en op het Koninklijk Penningkabinet onderzocht. Dat instituut koopt 6 munten uit de muntschat; 2 filipsguldens geslagen onder Filips de Schone in 1496 en 1499, 1 goudgulden geslagen onder Ruprecht van de Palts in 1463, 2 gouden angels geslagen onder Eduard IV in 1471 en 1480-1483 en 1 dubbele stuiver geslagen onder Filips de Schone in 1499. De overige munten worden weer teruggegeven aan de verschillende eigenaren.
De Vrije Alkmaarder 19 januari 1950.
Volgens gegevens van Archeologie West- Friesland hebben de aangekochte munten in het Koninklijk Penningkabinet in Leiden gelegen. Sinds 2004 bestaat dat instituut niet meer. Hun muntcollectie is deels overgebracht naar de kluizen van de Nederlandsche Bank. Op de website van de DNB treffen we slechts de afbeelding van één munt uit de vondst aan: Een gouden filipsgulden geslagen in Dordrecht tussen 1499 en 1506. Op ons verzoek zijn van nog twee munten afbeeldingen gemaakt; 1 goudgulden geslagen onder Ruprecht van Pfalz geslagen in Riel in 1463 en 1 angel, geslagen onder Edward IV in Londen in 1471. Drie andere filipsguldens en twaalf dubbele stuivers (zilver) worden zonder afbeelding beschreven in wat de NUMIS database heet. In totaal maken zes munten van de Aartswoudse vondst nu deel uit van de Nationale Numismatische Collectie die wordt beheerd door de Nederlandsche Bank.
De jongste munten uit de vondst komen uit 1512. Nederlandse munten die volgens de ordonnantie van 4 februari 1521 waren geslagen, ontbreken in de vondst. (Ordonnantie is een term in de numismatiek, het is een officieel document waarop een opdracht aan de muntmeester te lezen is en/of hoe een munt zich in waarde verhoudt tot andere munten). Dus zijn de munten waarschijnlijk tussen 1512 en 1521 in de grond gestopt.
De munten komen uit Nederland (Bourgondische Nederlanden), Duitsland, Italië en Engeland.
Uit Nederland:
1 Gouden leeuw uit 1454 (geslagen onder Filips de Goede).
4 Gouden filipsguldens uit 1496-499 (geslagen onder Filips de Schone). Waarvan één afbeelding met beschrijving.
Filipsgulden
Bourgondische Nederlanden; aartshertog Filips de Schone (1482-1506), 3,280 gram. Productieplaats Dordrecht, zonder jaartal (1499-1506).
Bezit Nationale Numismatische Collectie.
Voorzijde: Apostel Filippus (naamheilige van Filips de Schone) met een staf in de rechterhand en opengeslagen boek in de linkerhand. Vóór de apostel het gekroonde vijfdelige wapenschild van Filips de Schone.
Omschrift: SE PH INTCRCEDE PRO NOB. Voluit: SANCTE PHILIPPE INTERCEDE PRO NOBIS (Heilige Filippus, wees onze voorspraak). Interpunctie: lelie.
Keerzijde: Gebloemd kruis met in het hart een roos (het muntteken van Dordrecht). In de hoeken van het kruis staan afwisselend kroontjes en lelies.
Omschrift: PH’S DEI GRA ARCID AVS DVX BG C HOL. Voluit: PHILIPPVS DEI GRATIA ARCHIDVX AVSTRIE DUX BVRGVNDIE COMES HOLLANDIA
(Filips, bij de gratie Gods, aartshertog van Oostenrijk, hertog van Bourgondië en graaf van Holland). Interpunctie: lelie. Muntteken: roosje.
Opmerking: Op de voorzijde staat INTCRCEDE i.p.v. INTERCEDE.
Een E is waarschijnlijk per ongeluk vervangen door een C. Zulke spelfouten kwamen wel vaker voor.
12 Zilveren dubbele stuivers 1496-1502 (geslagen onder Filips de Schone).
1 Gouden filipsgulden (geslagen onder Karel V).
3 Brabantse dubbele stuivers 1499-1512 (geslagen onder Karel V).
Uit het Duitse Rijk
5 Goudguldens 1463-1505 .
Waarvan 4 met afbeelding en beschrijving.
Goudgulden 1
Brandenburg-Ansbach, Friedrich von Ansbach en Sigismund von Kulmbach (1486-1492), 3,15 gram, 23 mm. Productieplaats Swabach, zonder jaartal.
Voorzijde: Sint Johannes. Omschrift: FRID Z SIGIM MARCH BRAND (Friedrich en Sigismund markgraaf van Brandenburg-Ansbach). Muntteken: hondje.
Keerzijde: Gebloemd kruis met 4 wapens. Omschrift: MONETA NOVA AVR SWOBACH (nieuwe gouden munt van Schwabach).
Foto Fleur Schinning.
Goudgulden 2
Brandenburg-Ansbach, Friedrich (1495-1515) 3,28 gram, 23 mm.
Productieplaats Swabach, 1499.
Voorzijde: Sint Johannes.
Omschrift: FRIDRICI D G MARCH BRAN (Friedrich, bij de gratie Gods, markgraaf van Brandenburg-Ansbach). Muntteken hondje.
Keerzijde: Gebloemd kruis met 4 wapens. Omschrift: MONE NOVA AVR SWOBACH
1499 (nieuwe gouden munt van Schwabach 1499).
Foto Fleur Schinning.
Goudgulden 3
Aartsbisdom Keulen,
Ruprecht von der Pfalz (1463-1480). Productieplaats Riel, zonder jaartal, ca 1463.
Voorzijde: Sint Pieter met sleutel en bijbel, wapenschild van Pfalz en Beieren.
Omschrift: (roosje) ROPERT ELEC’ECL’CO’. Voluit: ROPERT ELECTI ARCHIEPISCOPI ACCLESIAE COLONIENSIS (Ruprecht, aartsbisschop van Keulen).
Bezit Nationale Numismatische Collectie.
Keerzijde: Wapenschild op lang gevoet kruis (2x Keulen, Pfalz en Beieren).
Omschrift: MONE NOVA AVREA RIL. Voluit: MONETA NOVA AVREA RILENSIS (nieuwe gouden munt van Riel).
Goudgulden 4
Aartsbisdom Keulen, Hermann IV von Hessen (1480-1508) 3,32 gram 23 mm. Productieplaats Bonn, zonder jaartal.
Foto Fleur Schinning.
Voorzijde: Sint Pieter met sleutel en bijbel, wapenschild van Ziegenhain en Hessen. Omschrift: H’MAI’ ELCTI ECCLE’ COLON’. Voluit: HERMANNI ELECTI ARCHIEPISCOPI ECCLESSIAE COLONIENSIS (Hermann aartsbisschop van Keulen).
Keerzijde: Wapenschild op lang gevoet kruis Omschrift: MONE NOVA AVRE BONNE. Voluit: MONETA NOVA AUREA BONNENSIS (nieuwe gouden munt uit Bonn).
1 Zilveren stuiver omstreeks 1485 (geslagen in Luik onder Jan van Hoorne).
Uit Italië
1 Zilveren Grossette 1464-1471 (geslagen te Rome onder Paus Paulus II).
Uit Engeland
1 Gouden Nobel 1413-1422 (geslagen onder Hendrik V).
1 Gouden halve Nobel 1413-1422 (geslagen onder Hendrik V).
2 Gouden Angels van 1471 en 1480-1483 (geslagen onder Edward IV).
Hieronder met afbeelding en beschrijving.
Gouden Angel 1
Engeland, Edward IV (1471-1483) tweede regeerperiode, 5,03 gram 27 mm.
Productieplaats Londen, 1480-1483.
Foto Fleur Schinning.
Voorzijde: Aartsengel Michael doodt een draak.
Omschrift: EDWARD’ DEI GRA (REX) ANG(L) FRANC. Voluit: EDWARDVS DEI GRATIA REX ANGLIE ET FRANCIE
(Edward bij de gratie Gods, koning van Engeland en Frankrijk). Muntteken heraldisch vijfblad.
Keerzijde: Schip met kruisvormige mast. E links en roos rechts van de mast.
Omschrift: PER CRVCEM TVA’ SALVA NOS XPC’ REDEMPT. Voluit: PER CRVCEM TVAM SALVA NOS CHRISTE REDEMPTOR (Red ons door Uw kruis, Christus Verlosser).
Gouden Angel 2
Engeland Edward IV (1471-1483) tweede regeerperiode, 5,056 gram Productieplaats Londen, 1471.
Voorzijde: Aartsengel Michael doodt een draak
Omschrift: EDWARD’ DEI GRA’REX (ANGL) FRANC. Voluit: EDWARDVS DEI GRATIA REX ANGLIE ET FRANCIE (Edward, bij de gratie Gods, koning van Engeland en Frankrijk). Muntteken annulet (o).
Keerzijde: Schip met kruisvormige mast. E links en roos rechts van de mast Omschrift: PER CRVCE’ TVA’ SALVA NOS XPC’ REDEMPTEM’. Voluit: PER CRVCEM TVAM SALVA NOS CHRISTE REDEMPTOR (Red ons door Uw kruis, Christus Verlosser).
Bezit Nationale Numismatische Collectie.
1 Gouden Angel van 1509 (geslagen onder Hendrik VIII).
Op één na komen de zilverstukken uit de toenmalige Nederlanden. De gouden munten uit Duitsland en Engeland zijn in die tijd veelvuldig in Nederland in omloop, door de ordonnantie van 1499 worden ze als geldige munt erkend. De nominale waarde van de muntvondst bedraagt volgens die ordonnantie in totaal 34 gulden en 3 stuivers. Dit lijkt een gering bedrag, maar in die tijd kost een morgen (iets minder dan een hectare) land 25 gulden, een paar schoenen 4 stuiver, een jaar schoolgeld voor de Latijnse school in Alkmaar 1 gulden en 16 stuiver en een jaar kostgeld voor een student 10 gulden.
De jaren voorafgaande aan 1521, het jaar waarin een grote oorlog uitbrak tussen Karel V en de koning Frans I van Frankrijk, zijn vol oorlogen en geruchten van oorlogen.
Grote Pier
In Friesland is een sterke partij op de hand van de Gelderse hertog Karel van Gelre, een tegenstander van Karel V. De Zuiderzee is onveilig voor Hollandse schepen en in juni 1517 landen ‘de Gelderse Friezen’ bij Medemblik, plunderen de stad, vermoorden de meeste inwoners en steken tenslotte de stad in brand. Daarna doen ze hetzelfde met Twisk en Opperdoes en plunderen tenslotte Alkmaar. Die Zwarte Hoop onder aanvoering van de beruchte Grote Pier heeft de schrik er goed ingebracht en daarmee is wellicht te verklaren, dat men in die tijd in Aartswoud, een niet onbelangrijke havenplaats aan de Zuiderzee, zijn kapitaal in de grond verstopt.
Bronnen:
- Informatieblad Stichting Historisch Niedorp (1-12-1990): Een muntvondst in Aartswoud door J. Smit en J.L. Lutjeharms.
- Het Streekpunt.nl: Lezing (19-5-2017): ‘De zilverschat van Westwoud’, door Frank Postma
- WFON 1950: Archivering: Tijdens de verslagjaren 1948 - 1949 (13/16)
- West-Fries Archief: Gemeentebestuur Hoogwoud: Stukken betreffende de muntvondst Aartswoud 1950; Gemeentebestuur Sijbekarspel: Brief van de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek vondst oude munten Aartswoud
- Jaarboek 1950 Koninklijk Genootschap voor Munt en Penningkunde
- Nationale Numismatische Collectie Nederlandsche Bank
- Muntbeschrijvingen door Frank Postma
- Informatie Willem Deutekom
De aarden kruik met enkele munten.