Inleiding op de “evacuatie uit Amersfoort”
10 mei 1940. De Nederlandse neutraliteit wordt geschonden en de Duitsers vallen ons land binnen. In het rustige landelijke Hoogwoud gaat het gewone leven aanvankelijk door. Het is voorjaar, dus veel werk op het land. Op het gemeentehuis komt het bericht binnen, met het verzoek of er voor 1750 Amersfoortse evacués onderdak kan worden geregeld. Deze mensen moesten hun stad verlaten, omdat dit gebied in de waterlinie lag; dit hele gebied werd ontruimd. In deze tijd van het jaar zijn de koeien al van stal, dus is er op de koegang in verschillende boerderijen ruimte voor grote groepen mensen. Maar ook bij particulieren trachtte men ze onder te brengen, wat in heel veel gevallen ook is gelukt.
Er bevond zich onder deze evacués ook het meisjesinternaat Onze Lieve Vrouw Ter Eem. Deze groep bestond uit 200 meisjes en 60 zusters. Zij werden ondergebracht in café “De Witte Valk” van de familie Breed, waar nu de winkel van Kayer staat, en in café “De Stompetoren” in Aartswoud. De gemeente had de opdracht gekregen om de mensen zo veel mogelijk onder te brengen in huizen van gelijke gezindte. In het geval van deze groep is dit maar ten dele gelukt. Maar de gastvrijheid die zij ondervonden, zal er niet minder om zijn geweest.
Om ze allemaal een slaapplaats te geven, kreeg Sieme Smit de opdracht houten britsen te maken en kreeg mevr. de weduwe Kayer het verzoek strozakken te naaien. Daar dit allemaal in een heel kort tijdsbestek moest worden gerealiseerd, werd er de gehele eerste Pinksterdag (12 mei) bij de familie Kayer door vele mensen aan gewerkt. Toen vrouwtje Kayer ’s avonds de rekening opmaakte verzuchtte ze: “Zo’n grote rekening heb ik nog nooit gehad en zal ik ook wel nooit meer krijgen.” De rekening was opgelopen tot NLG. 300,00. Burgemeester Hoogenboom betaalde de volgende dag meteen. Hij zei: “Ik weet ook niet hoe het gaat lopen; nu ben ik zelf nog baas, maar voor hoe lang?”
Op tweede Pinksterdag (13 mei) kwamen de mensen met bussen vanuit Alkmaar. Hoogwouders die toen al in het luxe bezit van een auto waren, kregen van de burgemeester de opdracht, zich bij het gemeentehuis te melden en vandaar de mensen te vervoeren die naar de Langereis of de Gouw moesten. Op 15 mei capituleerde Nederland. Burgemeester Hoogenboom vroeg de bevolking naar het gemeentehuis te komen. Hij heeft ze daar toegesproken en tot slot gevraagd nog eenmaal het Wilhelmus te zingen.
Op 21 mei verlieten de Amersfoortse evacués Hoogwoud weer; ze konden gelukkig weer naar hun eigen huis terugkeren. Als dank is er aan de gemeente Hoogwoud door de evacués een stoel en een ingelijste oorkonde geschonken, beide voorzien van de wapenschilden uit de gemeentewapens van Hoogwoud en Amersfoort (zonder de schild houdende adelaar en leeuwen). Beide zijn te bewonderen in de hal van het oude raadhuis van Hoogwoud.
Mevr. Mien Kayer is hier de beddezakken aan het naaien voor de Amersfoorters.