Gesprek met mevrouw M. Wegdam
In een gesprek met mevr. Gre Wegdam (voor de Hoogwouders beter bekend als Juffrouw Wegdam), vernam ik (Bep de Haan) van haar, dat zij voor haar broer Adriaan verschillende malen "boodschappen" moest overbrengen, die met de (door het corrupte gezag zo genoemde) illegalitelt hadden te maken. Adriaan heeft voor veel mensen een schuiladres gezocht, maar niet alle "loges" waren altijd tevreden en vonden dat zij tekort werden gedaan. Zo kwamen op een zondagmiddag Joodse onderduikers vanuit De Weere naar Hoogwoud gelopen. Ze belden aan en vroegen mijnheer Van Dam (red.: schuilnaam Adriaan Wegdam) te spreken. De familie Wegdam zei natuurlijk dat zij die persoon niet kende. De wandelaars vertelden, dat ze een onderkomen in De Weere hadden en dat mijnheer Van Dam daarvoor had gezorgd. Maar ze vonden, dat ze veel te weinig vlees kregen van hun gastheer en daarover kwamen ze klagen. "Wij hebben toch ook onze vleesbonnen" en ze waren van mening dat hun veel meer toekwam. Adriaan is ze later wel even-goed aan het verstand gaan brengen, dat ze dergelijke dingen nooit meer mochten uithalen.
Gre vertelde mij ook, dat haar broer voor Trijnie Louw ook een onderdak heeft moeten zoeken. Trijnie werkte op het gemeentehuis in Hoogwoud onder burgemeester Hoogenboom. Dat was een prettige samenwerking. Later werd de N.S.B.-burgemeester Jan de Vries haar baas en met hem was die samenwerking wel wat anders. Door de ondergrondse werd gevraagd om valse paspoorten. Politie Fix was daar oak bij betrokken. Maar toen iemand met een vals persoonsbewijs op zak werd opgepakt, welke was gemaakt in Hoogwoud, begon men zich wel zorgen te maken. Op een zondagavond kwam poli-
tie Fix bij moeder Louw in Aartswoud en vertelde dat het beter was, als haar dochter ging onderduiken. "Want", zei hij, "als de S.D. haar ging ondervragen, lopen er heel veel mensen gevaar hier in Hoogwoud. Want ze weten je heel goed aan het praten te krijgen".
De volgende morgen moest ze heel vroeg op de fiets naar Obdam gaan. Adriaan Wegdam zou zich dan daar bij haar voegen en haar naar Soest brengen. Voor Trijnie was dit alles natuurlijk best een hele ondememing. Bijna, nog nooit weggeweest van Aartswoud en dan naar zo'n onbekende familie toe, dat is niet niks. Haar moeder had er ook heel veel zorgen over, haar enigste dochter te laten gaan. Maar alles is gelukkig tot een goed einde gekomen. In Obdam moest ze haar fiets bij een bepaald huis neerzetten, de fiets werd later door Gre Wegdam weer opgehaald. Adriaan kwam ook naar het station in Obdam en zei Trijnie, in de trein te stappen, maar niet in dezeIfde coupe als waar hij in ging zitten. In Amsterdam moest worden overstapt en moest ze goed kijken in welke trein hij stapte en zo moest ze hem dan volgen. Soest was hun eindbestemming, ze gingen lopende naar het onderduikadres. Maar ook nu weer moest Trijnie achter hem blijven lopen. Men mocht beslist niet merken, dat ze bij elkaar hoorden. Je wist maar nooit, of je werd gevolgd. Op het onderduikadres werd Trijnie hartelijk ontvangen. Het was een katholiek gezin en dat was voor haar iets, waar zij toen niet erg vertrouwd mee was. In die jaren lag de scheiding tussen "Rooms" en 'Protestants" nog heel scherp. Maar zij heeft het daar gelukkig erg naar haar zin gehad. Tegen de kinderen daar werd gezegd dat ze "mamma" kwam helpen. Trijnie kon goed naaien, dus zij kon zich daar goed dienstbaar maken. "Maar maak a.u.b. geen held van mij" , vroeg ze mij, schrijfster dezes, via de telefoon. "Wat ik gedaan heb, zou ieder ander ook hebben gedaan". Lang heeft Trijnie nog contact gehad met Bea Hoogenboom, de dochter van burgemeester Hoogenboom. Op de school in Aartswoud waren ze vriendinnen. En dat is zo gebleven tot aan het overlijden van Bea.
Gré heeft op een avond, in opdracht van haar broer Adriaan, pistolen moeten wegbrengen naar politie Koning. Deze man woonde toen tijdelijk in het huis van burgemeester Keizer van Spanbroek (Door het verzet was de familie Koning gevraagd in het huis van burgemeester Keizer te gaan wonen. Deze was namelijk ondergedoken en het huis stond dus leeg. Het verzet was bang dat de Duitsers het huis zouden vorderen). Koning was daar agent van de gemeentepolitie. De volgende dag hoorde zij, dat deze man was gearresteerd door de S.D.