Kruidenier C. Commandeur, vermoord 23 april 1945
De moord op kruidenier Commandeur op 23 april 1945 houdt geen onmiddellijk verband met het gebeuren bij Vlaar.
Toen Kees Commandeur op 23 april 1945 zijn dochter Jans hielp, om haar evacue(e)s een goed onderdak te geven, heeft hij niet vermoed, dat hij die klus niet af zou maken. De Wieringermeer was op 17 april onder water gezet en zo waren veel mensen naar Hoogwoud gekomen om daar woonruimte te zoeken. Bij W.A.J. Mens kwam een klant, afkomstig uit de Wieringermeer, die tot dat moment tijdelijk in een varkensboet zat. Deze zag de grote zolder bij de familie Mens-Commandeur en vroeg, of men niet op die zolder mocht wonen. De zaak van Mens was toen gevestigd in het pand, waarin nu de kapperszaak "Clips" is. De familie Mens vond het goed, dat men op de zolder ging wonen. Maar de vader van mevrouw Commandeur zei: "Die zolder is veel te zwak; ik haal wel wat planken thuis, dan kunnen daar de ledikanten staan, anders zakken de poten door de zolder heen". Hij ging lopende naar zijn huis, dat op de plaats stond waar nu de firma Kayer haar zaak heeft.
Kees Commandeur had een kruidenierszaak en om wat extra inkomen te hebben, ging hij melken bij boeren, of te bakkerij schrobben bij Bakker De Haan. Er waren bij hem ook twee mannen ondergedoken, die bij de ondergrondse waren, en zijn dochter Marie was "koerierster". Het was voor een ieder in Hoogwoud een bekend gegeven, dat de twee loges bij Commandeur altijd gewapend rondliepen en lid van de K.P. (= Knokploeg) waren.
Dit bleef natuurlijk ook voor de Duitse bezetter niet verborgen. Op 23 april kwam dan ook een groep Landwachters onder leiding van de heer Van der Spek naar het gemeentehuis van Hoogwoud om daar te informeren waar de heer C. Commandeur woonde. Jan de Vries, de toenmalige N.S.B.-burgemeester, verstrekte hun dit adres. Kees Commandeur moet ze zijn tegengekomen, toen hij naar zijn huis ging om de planken te halen. Wat in zijn huis is gebeurd, is niet exact bekend. Er was op dat moment niemand thuis, maar de feiten spreken voor zich. Op het moment dat Commandeur het hout bij elkaar aan het zoeken was, moeten de Landwachters het huis zijn binnengedrongen. Kees Commandeur is meegenomen omdat men in zijn huis belastend materiaal gevonden had. Het ging om ondergoed van een piloot. Deze piloot was door zijn dochter Marie naar een schuiladres gebracht maar zijn ondergoed moest nog worden gewassen.
Hij is geslagen met een stuk hout. Buiten op straat werden op dat moment jongens en mannen, die zich daar toevallig bevonden, gedwongen met de handen omhoog tegen de muur te gaan staan. Hun is verder niets overkomen, maar Commandeur werd gedwongen zijn fiets te pakken en met de "heren" mee te gaan naar Hoorn.
Commandeur moet hebben vermoed dat het niet goed met hem zou aflopen want hij heeft nog snel zijn trouwring afgedaan, deze is later in het magazijn gevonden. En zo vertrok de "colonne" richting Spanbroek. Commandeur op de transportfiets en "De Landwacht" achter hem aan. Op 't Wuiver in Spanbroek zeiden ze hem, dat hij bij de kruising met de Spanbroekerweg rechtsaf moest gaan. Dit bevel is op zichzelf heel vreemd daar de Landwacht was gestationeerd in Hoorn en dus moet je bij die kruising linksaf. Maar het vermoeden bestaat dat ze bang waren te worden opgewacht door de ondergrondse. Op het moment dat Commandeur rechtsaf ging, schoten ze hem neer. "Op de vlucht neergeschoten" zoals dan werd gemeld. Vluchten - vergeet het maar. Een oude man, op een transportfiets, en allemaal jonge kerels achter hem aan, dan had je toch geen schijn van kans. Maar nu hoefden ze hem niet mee te nemen naar Hoorn.
's Middags is hij met de bakwagen van de familie P. Deken opgehaald en bij zijn dochter Jans gebracht. Hij is op 26 april 's middags begraven, waarbij de leden van de ondergrondse saluutschoten hebben afgevuurd als eerbetoon. De volgende morgen 27 april is de Requiemmis gehouden; uit veiligheidsoverweging vond men het beter de uitvaart en de begrafenis niet gelijktijdig te doen plaatsvinden. Het vermoeden bestond toen, dat er een overval zou kunnen komen. Maar dat is gelukkig niet het geval geweest. En toen ..... toen dit alles achter de rug was, waren we nog maar 8 dagen van de algehele capitulatie De familie Mens vertelde mij, dat burgemeester Jan de Vries nog het lef had om naar hun huis te komen, om ze te condoleren met het verlies van vader. W. Mens heeft de toegestoken hand heel beslist geweigerd.