Vanaf het 'Hof van Denemarken' zijn we doorgelopen in de richting Aartswoud.
Nadat de Gouwe overgaat in de Zuiderzeestraat gaan we op de kruising met de Schoolstraat rechts af de doodlopende Braakweg in.
Aan het einde van de Braakweg stonden twee koggemolens. Tevens stonden er aan de Kolkweg twee molens, een koggemolen (nu van de fam. De Vries) en een poldermolen die draaide voor de Kolk van Dussen. Ze maalden het water op de molenkolk, later de Rietschoot. Als het water in de Zuiderzee laag was werd er via de sluis gespuid.
Dit gebied werd ten noorden begrensd door de Zuiderzee. De toenmalige bemaling van het ambacht van West-Friesland, de Vier Noorder Koggen, bestond uit 24 watermolens. 3 van deze molens stonden rond de maalkolk bij Aartswoud. Rond 1868 was men in ‘de Vier Noorder Koggen’ gestart met mechanische bemaling. Hierdoor verloren steeds meer molens hun functie.
Tijdens de vergadering van 29 oktober 1907 kreeg de dijkgraaf reeds de machtiging twee van de molens bij Aartswoud te verkopen. De verkoop ging in wanneer het nieuwe gemaal bij Medemblik operationeel werd. De molens werden verkocht aan de gebroeders Moeijens uit Aartswoud voor f 900,- per stuk. De molen aan het einde van de Braakweg werd in 1928 gesloopt. De ander stond aan de kolkweg en wordt thans (in 2000) bewoond door de fam. De Vries.
Op 27 maart 1908 werd de derde molen verkocht tezamen met de 19 resterende molens van ‘de Vier Noorder Koggen’. De heren J. de Boer uit Oostzaan en A. Droog uit Kolhorn boden f 500,- per stuk en verkregen hierop de molens. De molen aan deze weg werd helaas al in 1910 gesloopt.
Nu verschijnen aan de horizon de moderne windmolens.